Sifonogamie = spoor maakt buis -> pollenbevruchting
microgametofyt bevind zich in de microsporenwand.
Angiospermen – bloemvormigen
Kelk, kroon, vruchtbeginsel, 2 integumenten, embryozak, dubbele bevruchting, 3 kernig
pollen.
Ze hebben ondergrondse en bovengrondse delen die in anatomie verschillen. Als ze jong zijn
hebben ze kiembladeren. Dit zijn er meestal 1 of 2. Verder zijn er nog echte bladeren
aanwezig, deze hebben in de oksel altijd een knop.
Bloem
Alle bloemdelen zijn gedragen door de bloembodem. Hierin zitten 3 genen die met
wisselende combinaties zorgen voor verschillende bloemdelen groei.
Alleen C -> stamper ontstaat
B + C -> meeldraden
A + B -> kroonbladeren
A -> kelkbladeren
De bloemen zijn diplohaplont, sporofyt dominant en heteromorf.
ovulum: - nucellis (megasporangium 2n)
- embryozak (angios): macrosporyt -> 4 macrosporen (n) -> 1 wordt multinucleaat
met de eicel (n)
+ integumenten
zaad = bevrucht ovulum
- wand (2n)
- endosperm (angio 3/5 n)
Dubbele bevruchting
De 3n kern groeit heel snel om als voedingsweefsel te dienen voor de 2n bevruchte eicel.de
andere 4 begeleidercellen en de 3n kern verdwijnen uiteindelijk.
Megasporevorming door 2 meiotische delingen deelt tot haploïde cellen.
Embryozak/ovulum gevuld met 3 antipode cellen, 2 polaire kernen in het midden, 2
synergide cellen en één eicel.
Bevruchting
De pollenkorrel land op de stamper en vormt een pollenbuis die de eicel bevrucht. De
polaire kernen in het midden van de cel versmelten. Er komen 2 spermacellen binnen,
waarvan 1 de eicel bevrucht en de ander versmelt met de kern in het midden.
Er vormt dus eerst een ovulum, dan een embryozak en uiteindelijk vind er bevruchting
plaats.
Meeldraden zijn geen microfyllen meer. De helmknop is verdeeld in twee helmhokken
verdeeld die beide weer 2 microsporangia bevatten. Één meeldraad bevat dus 4
microsporangia waarin de microsporen groeien (pollen).
Ze bevatten grote tapetumcellen die voor voeding zorgen van de microsporen, deze cellen
bevatten eiwitten die zorgen voor hooikoorts. Er is grote variatie in pollenkorrels.
, Biodiversiteit plant 2
Pollenkorrel (n): vegatieve cel ((buis) & kern +2 spermacellen = volgroeide gametofytvormt)
de buis en de generatieve cel de spermacellen.
Dus wand + 2-cellige inhoud (jonge gametofyt).
Eerst rijpen de eigen pollen en als de meeldraden overrijp zijn gaat de stempel pas open, om
zelfbestuiving te voorkomen.
Stigma/pollenbuis
Kieming pollenbuis, de pol is eerst uitgedroogd en dicht, maar neemt daarna water op,
waardoor de opperhuid wegtrekt en de pollenbuis eruit kan. De pollenbuiskern gaat met de
buis mee, terwijl de generatieve kern nog in de cel achterblijft.
Tetrasporisch: bevat per pool 4 cellen, aan de ene pool 1n en aan de andere kant 3n. van
beide kanten komt er een cel naar het midden en die fuseren tot een 4n kern. Later komt
hier de spermacel bij wat ervoor zorgt dat er een 5n (tertaploïd) endosperm ontstaat waar
de bevruchte eicel van groeit.
De eiwitten van het tapetum worden van buitenaf op de microsporenwand gedrukt, wat een
dikke wand vormt. Er blijft 1 dunne plek waar de sporenbuis door kan.
Vruchtbeginsel bestaat uit 3 hokken.
Bij zelfbestuiving worden alle ovula bestoven, maar bij kruisbestuiving vaak niet.
Verschil tussen gymnospermen en
Vruchtbeginsel is de onderkant van de stamper waar 1 of meer ovula zitten.
Ovulum is nucellus met embryozak en integumenten.
Pericap is de ovulumwand.
Bloem
Bloem = gespecialiseerde schuit met 4 typen omgevormde bladeren:
- Sepalen / kelkbladeren – omsluiten de bloem, m.n. in de knop
- Petalen / kroonbladeren – opvallend gekleurd om bestuivers aan te trekken
- Meeldraden – gereduceerde microsporofyllen die stuifmeel (pollen) produceren
- Filamant – connectief – helmknop – 2 helmhokken – 4 sporenzakken – microsporocyten -
microsporen -> pollenkorrels
- Stampers – omgevormde macrosporofyllen die de zaadknoppen (ovula) produceren en
omsluiten
- Vruchtbeginsel (+ zaadknoppen - ) – stijl – st elkorrels
- Zaadknop – 2 integumenten – nucellus / macrosporangium – macrosporocyt –
macrosporen – embryozak
- Stempel – kieming pollenkorrel / pollenbuis – stijl / micropile – spermakernen
- Zaad – embryo – worteltje / groeitop / kiemblad(en)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IrisZweers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.