100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding in het Nederlandse recht $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding in het Nederlandse recht

1 review
 185 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek Inleiding in het Nederlandse recht van Mr. J.W.P. Verheugt (H1, H13) - ISBN: 9789089747839, Druk: 17, Uitgavejaar: 2103

Preview 2 out of 7  pages

  • No
  • H1, h13
  • April 2, 2014
  • 7
  • 2013/2014
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: rammendjhinkoe • 6 year ago

avatar-seller
H1 + H13 Inleiding in het Nederlandse recht

H1 Recht in het algemeen
§2
Recht: het geheel van geldende rechtsregels (positief recht/objectief recht).
De rechtsregels van het objectieve recht ordenen de verhoudingen tussen personen door aan hen
verplichtingen en bevoegdheden toe te kennen, vormen geen doel. Ze dienen alleen te worden toegepast.
Subjectief recht: de bevoegdheid die iemand aan een regel van objectief recht ontleent (kiesrecht,
bevoegdheid om stem uit te brengen).
Subjectief recht: een aan het objectieve recht ontleende bevoegdheid van een persoon.

Objectief recht: Law
Subjectief recht: Right (the right to….)

Rechtsbronnen: de bronnen waaruit het recht als het ware voortkomt (gaat om de vorm waarin het zich
voordoet, niet de inhoud van de regels).
Rechtsbronnen
1. De wet
Elke algemeen geldende geschreven rechtsregel die afkomstig is van een tot wetgeving bevoegd
overheidsorgaan.
2. Jurisprudentie (rechtspraak)
Rechters hebben wel eens wetten waarin onduidelijke regels staan. De rechter maakt dan een
nadere regel of een nieuwe regel om het uit te leggen. Bij andere geschillen kunnen rechters dan
deze vernieuwde regel gebruiken (toepassen = jurisprudentie).
3. Gewoonte
Rechtsregels die niet zijn vastgelegd in de wet, maar waar van verwacht wordt dat ze worden
nageleefd.
4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties
Verdragen en besluiten zijn steeds vaker van belang voor het recht in Nederland.

§3
Soevereiniteit: ieder land bepaalt de omvang en de inhoud van zijn nationale rechtsstelsel. Wetgeving
regelen en bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechterlijke macht toekomen. In
soevereine staten heeft de overheid de exclusieve bevoegdheid bezit tot wetgeving, bestuur en
rechtspraak. In een land geldt nationaal recht, binnen staten geldt ook recht van internationale oorsprong
(internationaal recht). Het verdrag is een rechtsbron, het nationale recht bevat dus ook regels van
internationale oorsprong.
Volkenrecht: het deel van internationaal recht dat rechtsregels bevat over het verkeer tussen staten
onderling en het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke organisaties. Bestaat uit verdragen, besluiten
van volkenrechtelijke organisaties en gewoonterecht.
Verdrag: schriftelijke, bindende regeling tussen staten onderling of tussen staten en volkenrechtelijke
organisaties.

4 typen verdragen:
1. Verdrag tussen staten waarbij alleen de betreffende regeringen wederzijds verplichtingen
aangaan (verdrag NL & Duitsland, grensoverschrijdende politiële samenwerking en
samenwerking strafrechtelijke aangelegenheden).
2. Verplichtingen voor wetgevers van aangesloten staten tot het maken of aanpassen van wetgeving
(verdrag krijgt betekenis als wetgever aan de opdracht uit verdrag heeft voldaan).
3. Ingrijpen in de soevereiniteit van de staten. Verdragen die rechtsregels bevatten die in een staat
(zonder tussenkomst wetgever) rechtstreeks in het nationale recht kunnen gelden (EVRM).
4. Regelingen waarbij bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak worden opgedragen aan
een internationale organisatie (Verdrag betreffende de EU).
In Nederland gelden rechtsregels die afkomstig zijn van de EU. Deze verordeningen hebben een
algemene strekking, zijn verbindend in hun onderdelen en zijn rechtstreeks toepasselijk in elke
lidstaat.

, Door de Tweede Wereldoorlog moesten de lidstaten van de Raad van Europa in het EVRM vastleggen dat
elk individu eigen, onvervreemdbare rechten heeft die de staat moet respecteren (grondrechten). Deze
grondrechten hebben grote invloed op de rechtsorde van de aangesloten lidstaten.

Monistisch stelsel: Nederland heeft een monistisch systeem, de grondrechten uit het EVRM maken
zonder meer deel uit van het nationale recht (rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van het
nationale recht, zonder dat er eerst omzetting in nationaal recht nodig is). Nederland heeft door het
monisme gekozen voor vrijwillige inperking van soevereiniteit.

Rechtsregels die afkomstig zijn van de EU wordt Europees Unierecht of het recht van de Europese Unie
genoemd. Een regel of een besluit van internationale herkomst heeft voorrang boven de nationale regel.
Voorwaarde hiervoor is wel dat de regel/besluit in Nederland een ieder naar zijn inhoud kan verbinden.
Het gaat dan om verdragsbepalingen die voor iedereen gelden (grondrechten uit EVRM). Als er een regel
uit het Nederlandse recht in strijd is met het EVRM, moet de Nederlandse regel buiten toepassing blijven.

§4
2 functies van recht:
1. Ordening van menselijk gedrag door het stellen van rechtsregels.
2. Handhaving van die regels door geschilbeslechting.

Regels die aan personen rechten verlenen en/of plichten opleggen <--> regels die aangeven hoe geschillen
moeten worden beslecht

Materieel recht: regels met betrekking tot de rechten en plichten van personen in hun onderling verkeer.
Vb: Mobiel kopen
Koper heeft recht op levering, verkoper heeft recht op betaling.
Verkeersregels

Formeel recht: regels over de wijze van procederen voor de rechter (procesrecht).
Vb: Er is al wel betaald, maar er is nog niet geleverd.

De handhaving van het recht heeft een eigen structuur, eigen rechters en eigen regels van procesrecht.
Eerste aanleg - Rechtbank
Hoger beroep - Gerechtshof
In cassatie - Hoge Raad

§5.1
Staatsrecht: regels met betrekking tot de organisatie van de staat en zijn organen en de bevoegdheden
van deze organen.
De grondwet is hierin het belangrijkste wettelijk fundament. Het vormt een geschreven regeling waarin
belangrijke gegevens over de organisatie van onze Staat staan (1815- wijziging 1983). In het eerste
hoofdstuk staan de grondrechten.

2 soorten grondrechten:
1. Vrijheidsrechten: grondrechten die berusten op de gedachte dat de mens meer is dan alleen
onderdaan van een staat en dat de overheid zich hier aan moet houden (vrijheid van
meningsuiting, vrijheid van godsdienst).
2. Politieke grondrechten: rechten die betrekking hebben op de zeggenschap van de bevolking in de
overheidsinstellingen (kiesrecht).

Sociale grondrechten (tegenhanger vrijheidsrechten): verplichten de overheid zich in te spannen voor het
algemeen welzijn (opdracht voor de overheid).

De Grondwet is grotendeels gewijd aan de inrichting van de Staat en de bevoegdheden van de
belangrijkste overheidsorganen, dit staat hier uitgebreid in omschreven.
Organieke wet: een wet die een uitwerking bevat van een bepaling in de Grondwet (nadere regels maken
over een wet) (vb: wet op de raad van state, ambtenarenwet).

Naast de grondwet en organieke wetten bestaat het staatsrecht uit gewoonterecht.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xxx-Zita. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  2x  sold
  • (1)
  Add to cart