Volledige samenvatting van het vak 'praktische psychofarmacologie' gedoceerd aan de VUB in het jaar . Ik leerde enkel deze samenvatting en behaalde een 20/20.
Prayer cards are blurry and the corresponding text is (almost) illegible, so I still have to use the slides of the course itself. The summary is well supplemented with notes from the lessons.
By: estherlauravanderkerken • 3 year ago
By: sofievd4 • 3 year ago
By: nienkederkoningen • 3 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
elienvanblyenbergh
Reviews received
Content preview
Praktische psychofarmacologie
PRAKTISCHE PSYCHOFARMACOLOGIE
Algemeen
• Email: Ilse.Smolders@vub.be
• Overzicht
o Inleidende begrippen: functies hersenen, neurotransmissie, aangrijpingspunten voor
psychofarmaca
o Geneesmiddelen
▪ Antidepressiva
▪ Antipsychotica
▪ Hypnotica
▪ Anxiolytica
▪ Stemmingsstabilisatoren & Anti-epileptica
▪ Aan middelen gebonden stoornissen & hun behandeling
▪ Geneesmiddelen gebruikt bij ADHD en narcolepsie
▪ Geneesmiddelen gebruikt bij persoonlijkheids- & eetstoornissen (niet te kennen)
o De bespreking van het werkingsmechanisme is essentieel om de gewenste en ongewenste
effecten van de psychofarmaca te begrijpen. Verder bespreken we de indicaties,
richtlijnen voor gebruik en meest frequente bijwerkingen.
o Belgisch centrum voor farmacotherapeutische informatie (www.bcfi.be)
1
, Praktische psychofarmacologie
Inleiding
1. Anatomie en functie van de hersenen
• Hersenen
o Bestaan uit vier delen:
▪ Cerebrum (telencephalon, grote hersenen)
▪ Diencephalon
▪ Hersenstam
- Bestaat uit: mesencephalon, pons en verlengde merg
▪ Cerebellum
• Ruggenmerg
1.1 Cerebrum
• = Grote hersenen
• Bestaat uit vier kwabben
o Frontaalkwab
o Pariëtaalkwab
o Temporaalkwab
o Occipitaalkwab
• De oorzaak van het feit dat de mens zich qua intellectuele
vermogens onderscheidt van andere diersoorten is door een grote totale oppervlakte van de
grote hersenen van de mens, o.a. door de sulci (instulpingen) en gyri (windingen)
o Bv: sulcus centralis & sulcus lateralis (groeve van Sylvius)
• Cortex cerebri
o De cortex cerebri of hersenschors bestaat uit grijze stof (= opeenhoping
van cellichamen en dendrieten).
▪ Zenuwcellen of neuronen bestaan uit een cellichaam bestaande uit een celkern
met verschillende uitlopers of dendrieten die prikkels uit de omgeving kunnen
opvangen en een tweede uitloper, het axon. Wanneer de verandering van het
membraanpotentiaal groot genoeg is, wordt het actiepotentiaal in gang gezet en
wordt het vervoerd via het axon.
o In ieder van de kwabben van de cortex liggen gebieden met gespecialiseerde functies =
functionele schorsgebieden:
▪ Primaire en secundaire motorische schors
▪ Primaire en secundaire sensorische schors
▪ Primaire en secundaire visuele schors
▪ Primaire en secundaire auditieve schors
▪ Prefrontale schors (zie rood op de tekening)
o In de primaire gebieden komt de input binnen, terwijl de secundaire gebieden eerder
kunnen worden gezien als een databank die context geven aan de input (Bv: je luistert
naar muziek: geluid komt primair binnen, we kunnen de muziek horen. Dankzij de
secundaire gebieden kunnen we de muziek herkennen).
2
, Praktische psychofarmacologie
• Prefrontale cortex
o Betrokken bij de vorming van:
▪ Persoonlijkheid, volharding, concentratie, initiatief
▪ Logisch redeneren, intelligentie, planningsvaardigheden en decision making,
kritisch denken
▪ Sociaal gedrag, rekening houden met anderen, geweten
o Sterke connecties met het limbisch systeem, bijgevolg belangrijk voor:
▪ Emoties en stemming
▪ Controle van impulsen & seksueel gedrag
o Ook van belang voor integreren van reukzin
• Primaire motorische cortex
o Verzorgt de willekeurige bewegingen
▪ Willekeurige zijn bewuste bewegingen (Bv: als je beslist ik ga opstaan en de les
verlaten)
o Voor het uitvoeren van fijnere motoriek zijn meer zenuwcellen betrokken dan voor het
uitvoeren van grovere bewegingen → hoe complexer / fijner een taak wordt, hoe meer
plaats er op de cortex ingenomen wordt door dat orgaan of lichaamsdeel. Hoe groter het
deel dat voor een bepaald lichaamsdeel instaat, hoe beter ontwikkeld de functionering zal
zijn.
o Bepaalde lichaamsdelen (o.a. tong, lippen, duim) nemen bijgevolg relatief grote delen in
van de primaire motorische cortex van de frontaalkwab
• Secundaire motorische schors
o Ligt iets frontaler t.o.v. de primaire motorische schors
o Regelt aangeleerde motorische vaardigheden met een repeterend karakter
▪ Bv: typen, veters knopen, autorijden (autorijden ging bij het begin nog heel
moeizaam, maar eens je het kan hoef je er niet meer echt over na te denken)
o Bij uitval in dit gebied (frontaal t.o.v. primaire motorische schors) kunnen er nog
bewegingen worden gemaakt doch de automatismen zijn verdwenen
o Gebied van Broca: motorisch spraakcentrum (taalgebruik)
• Primaire sensorische cortex
o Deze regio van de pariëtaalkwab ontvangt signalen uit de omgeving i.v.m. de tastzin
(voelen) → signalen zijn afkomstig van receptoren in de huid voor warmte, koude, druk,
tast en pijn
3
, Praktische psychofarmacologie
o Deze regio is in staat de juiste locatie van de prikkel vast te stellen
▪ Bv: als je je vinger verbrand hebt, weet je exact waar je pijn hebt namelijk aan je
vinger
o De gevoeligste delen van het lichaam (o.a. mond, genitaliën) nemen representatief de
grootste oppervlakte in
• Secundaire sensorische schors
o Dorsaal van de primaire sensorische schors
o Hier wordt alle informatie die de primaire sensorische schors binnenkomt geanalyseerd
en vergeleken → hierdoor ontstaat er begrip van wat men voelt
▪ Het is een soort van databank dat een context biedt. We begrijpen wat we voelen.
▪ Bv: iets zoeken in het donker (je hebt allemaal een rugzak mee naar school en het
ligt valt uit, je gaat voelen in je rugzak en weten: aah hier voel ik mijn portefeuille,
mijn pennenzak, mijn gsm, …)
o Gebied van Wernicke: sensorisch spraakcentrum (taalbegrip)
• Visuele cortex
o Ter hoogte van de occipitaalkwab
o De primaire visuele cortex: ontvangt de impulsen van het netvlies via de nervus opticus
(hersenzenuw II)
o De secundaire visuele cortex: visuele databank, laat ons begrijpen wat we zien → alle
beelden die we kennen worden bewaard, vergeleken en er wordt door associatie een
betekenis aan gegeven
o Bv: vroeger geleerd hoe een bal eruit ziet, hoe een boom eruit ziet, … = heel belangrijk
want nu weet je dit voor de rest van je leven! Zaken die je geleerd hebt / kent, ga je kunnen
herkennen doordat er ook een bepaalde context is. Als er iets is dat je niet kent (zoals een
krokodil in de aula) dan weet je dat dit niet normaal is; dit past niet in deze context!
• Auditieve cortex
o De primaire auditieve cortex bevindt zich t.h.v. de bovenste winding van de
temporaalkwab en verwerkt rechtstreeks informatie van het gehoorzintuig
o De secundaire auditieve cortex: auditieve databank → laat ons begrijpen wat we horen
door vergelijking en associatie (zelfde principe als bij visuele cortex VB: liedjes van op de
radio herkennen).
• Gnostisch centrum
o Het gnostisch centrum bevindt zich in overgangsgebied tussen temporale-, pariëtale- en
occipitale kwab.
o Het is de plaats waar de zintuiglijke input wordt geïntegreerd tot één beeld van de
werkelijkheid → signaal doorsturen naar hogere schorsgebieden & nemen van gepaste
beslissingen.
• Cerebrum
o Binnenin het cerebrum zit de witte stof = axonen van de zenuwcellen (uitlopers van de
zenuwcellen)
4
, Praktische psychofarmacologie
o Verschillende banen in het cerebrum
▪ Associatiebanen binnen hemisferen (= verbindingen tussen schorsgebieden)
▪ Tussen de hemisferen (Bv: corpus callosum)
▪ Tussen het cerebrum en het ruggemerg (Bv: via de thalamus)
▪ Tussen cerebrum en cerebellum
o Twee laterale ventrikels (= holtes gevuld met hersenvocht)
o Subcorticale kernen van grijze stof (e.g. basale kernen, amygdala,
hippocampus, … !!!)
1.2 Diencephalon
• = tussenhersenen
• Thalamus = gepaarde structuur van grijze stof t.h.v. de 3de ventrikel.
o Het is een belangrijk relais centrum voor alle voor sensorische en motorische
inputverwerking naar de cortex (behalve reukzin) → filteren van relevante informatie
(alleen relevante prikkels worden doorgestuurd naar de cortex)
o Het is een soort van grote “telefooncentrale” van de hersenen. Ze verwerken alle prikkels
van de verschillende zintuigen. Alles moet door de thalamus passeren (behalve reukzin,
die komt direct binnen in de prefrontale kwab)
• Hypothalamus & hypofyse = primaire regelcentrum van het autonoom zenuwstelsel voor:
o Hormonale secreties
o Lichaamstemperatuur
o Honger- en verzadigingscentrum
o Dorstcentrum
o Als deel van het limbisch systeem speelt het een rol bij interpretatie van gevoelens
• Epithalamus en epifyse (pijnappelklier)
o Productie melatonine (= hormoon dat invloed uitoefent op slaap-waak ritme)
o Regeling slaap-waakritme
1.3 Hersenstam
• De hersenstam verbindt de grote hersenen en de tussenhersenen met de
kleine hersenen en het ruggenmerg.
• Bestaat uit: verlengde merg, pons en vierde ventrikel
• Tien van de 12 hersenzenuwen ontspringen in de hersenstam (III tem XII)
5
, Praktische psychofarmacologie
• Verlengde merg= staat in voor de regulatie van levensfuncties (zoals ademen, hartritme,
bloeddruk, temperatuur) alsook een aantal reflexen (zoals hoesten, braken)
• Reticulaire formatie= diffuus netwerk van zenuwcellen met uitlopers naar ruggenmerg en
thalamus, descenderend & ascenderend reticulair activerend systeem
o Reguleert het bewustzijnsniveau, alertheid, maar ook nog andere functies zoals controle
van de skeletspieren, autonome cardiovasculaire en respiratoire controle en
pijnmodulatie
1.4 Cerebellum
• = kleine hersenen
• Voortdurende coördinatie en correctie van lichaamshouding en beweging → geen initiatie van
beweging maar coördinatie, precisie en exacte timing van beweging reguleren
• Staat in contact met:
o Cerebrum (informatie aard van de bedoeling van de beweging)
o Hersenstam (informatie over de stand van het lichaam in de omgeving)
o Ruggenmerg (informatie vanuit spieren, gewrichten, pezen)
• Bv: alcohol bindt aan receptoren in het cerebellum dus dit zorgt ervoor dat de coördinatie van
beweging vermindert
1.5 Sensibel systeem voor zintuiglijke waarnemingen
• Projecties voor vitale sensibiliteit
o Voor grove tast, temperatuur en pijn → waarschuwingsfunctie
o Vezels kruisen bij intrede in het ruggenmerg naar de andere laterale zijde
▪ Bv: je stoot je teen aan je rechtervoet, de prikkel komt hier binnen, maar kruist bij
de intrede in het ruggenmerg al waardoor de signalen aankomen in de
linkerhersenhelft (dus voor grove waarnemingen een kruising op een ander
niveau, namelijk sneller dan bij fijne waarnemingen)
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elienvanblyenbergh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.