Als er weinig gemengde buurten en scholen zijn, dan interpreteren we dan als een teken van sociale
ongelijkheid, als een aanwijzing voor een tweedeling in de samenleving. Ongemengdheid of
segregatie wijst bovendien op verzuilde werelden die met de ruggen naar elkaar staan. In Nederland
wordt de mate van menging allereerst beschouwd als een weinig verhullende indicatie voor distantie
en acceptatie. Distantie of acceptatie verschilt niet alleen per tijd, maar ook per context. De mate van
mening is ten tweede een graafmeter voor sociaaleconomische (on)gelijkheid. Hoe meer gemengd
sterke en zwakke groepen samenleven, hoe meer egalitair de samenleving vaak is. Een gevolg van
concentratie is dat vaardigheden soms niet in tune zijn met de rest van de samenleving. Klassen met
louter kansarme kinderen remmen de ontwikkeling, terwijl het in de klas zitten met kinderen uit
hogere milieus de prestaties en de vaardigheden opstuwt.
Aan de mate van menging lezen we ten derde de sociale staat van een land af. Gebrek aan
menging wordt in Nederland als ongemakkelijk ervaren, als een smet op het blazoen van een land
dat graag al te grote ongelijkheden wil uitbannen. Onderscheid mag in Nederland, zolang het maar
gematigd en subtiel is. Ondanks deze gevoeligheid, idealen en tradities heeft een nieuwe
ongemengdheid zich aangediend: een tweedeling naar kleur, cultuur en religie. Bijna de helft van de
autochtone Nederlanders blijkt geen contact te onderhouden met allochtonen. Bij ons wordt de
afstand tot orthodoxe religieuze minderheden als groot ervaren, terwijl andere Europese landen ook
eigen grote traditionele stromingen kennen en deze afstand als minder groot ervaren. Er is in
Nederland een patstelling ontstaan waaruit we voorlopig nog geen uitweg weten. In korte tijd is een
wij-zij-samenleving gegroeid waar de hang naar terugtrekken op de eigen identiteit en de plek aan
beide kanten sterk lijkt. Het wij-zij-denken heeft zich in elk geval in het publieke en politieke debat
een stevige positie verworven. Hoe groot de sociale kloof in de praktijk precies is, is minder duidelijk.
Bijna niemand is voorstander van een tweedeling, sterker nog: op papier is iedereen –
inclusief migranten – een groot voorstander van mening van allochtoon en autochtoon. Maar wat
blijkt? Het moet vooral door en voor anderen gebeuren. Nederland is daarmee in de greep van een
meningsparadox. Groepsvorming op basis van etniciteit, inkomen of seksualiteit wordt massaal
afgewezen, maar ondertussen kiest bijna iedereen zelf voor gelijkgestemden of gelijkgezinden om
mee om te gaan op alle gebieden. Mening is mede zo populair doordat het een middel is om twee
verschillende doelen te dienen: mening kan zowel een rol spelen bij verbinden(horizontaal) als
verheffen (verticaal).
Horizontaal: Mening zou onwetendheid en onbekendheid kunnen verminderen. In de sociale
wetenschappen staat dit te boek als de contacthypothese. Om dit te bereiken moet wel aan
bepaalde voorwaarden worden voldaan, als dat niet gebeurd kan mening ook
tegenovergestelde effecten oproepen. Echter, homogeniteit en ongemengde verbanden
mogen als een probleem worden gezien, heterogeniteit is niet per definitie beter.
Verticaal: met de ontdekking van het belang van sociaal kapitaal is de aandacht voor het
vermogen van individuen om hulpbronnen te verwerven in interactie met de omgeving sterk
toegenomen. Dankzij sociaal kapitaal kunnen deuren opengaan: variërend van financiële
ondersteuning tot het doen van een goed woordje. Onder sociaal kapitaal rekenen we
bovendien toegang tot belangrijke informatie die tot voordeel strekt. Deze impliciete
vorming en cultivering binnen een netwerk staat ook wel bekend als cultureel kapitaal.
Groepsoverstijgende contacten zijn daarvoor belangrijk. Ook al blijven het opleidingsniveau
van de betrokkenen en zijn of haar ouders de belangrijkste voorspellers van de te bereiken
maatschappelijke positie, gemengde contacten met hogere statusgroepen zijn een
belangrijke nevenindicator.
De contacthypothese (de horizontale as gericht op sociale cohesie) benadrukt het belang van zoveel
mogelijk overeenkomsten. Voor sociale stijging daarentegen lijkt verschil en met name statusverschil
juist een voorwaarde. Er kunnen twee routes leiden tot sociale stijging:
Binnenroute: vooral het sociaal kapitaal van de groepsleden die dichtbij staan wordt gebruikt
en succesvolle leden uit het eigen segment effenen het pad.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller catje55. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.