Samenvatting Handboek Internationaal Strafrecht.
De opgegeven hoofdstukken door Prof. van Elst.
Goede ondersteuning ter begrip van de stof in de hoorcolleges.
Internationaal strafrecht – samenvatting boek
Handboek internationaal strafrecht: internationaal en Europees strafrecht vanuit
Nederlands perspectief
Week 1 – rechtsmacht (H3, par. 1 t/m 11 en 13)
Hoofdstuk 3: Rechtsmacht
1.1: regeling in nationale wetgeving
Internationaal recht kent geen voorschriften met betrekking tot het ruimtelijk bereik van
nationale strafwetten. Het internationaal recht (volkenrecht) kent wel voorschriften die het
ruimtelijk bereik van nationale strafwetten kan beïnvloeden: verplichtingen de nationale
strafwet te kunnen toepassen op strafbare feiten buiten het eigen grondgebied begaan.
Voorbeeld: Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan
boord van luchtvaartuigen.
Internationaal recht stelt ook grenzen aan het ruimtelijk bereik van strafwetten.
volkenrechteljke immuniteit aan personen en organisaties.
1.2: uiteenlopende betekenissen
Rechtsmacht kan meerdere betekenissen hebben.
- Toepasselijkheid van de strafwetgeving en andere nationale wetgeving.
- Bevoegdheid van een (nationaal of internationaal) gerecht om een feit te berechten.
Internationaal Strafhof ten aanzien van genocide, oorlogsmisdrijven, etc.
- De bevoegdheid/mogelijkheid om feitelijk dan wel formeel gezag uit te oefenen.
IGH Lotus: een staat is niet bevoegd het gezag uit te oefenen op het grondgebied
van een andere staat.
Feitelijk gezag: rechtsmacht wordt in verdragsverplichtingen gebruikt om
verdachten van bepaalde misdrijven te vervolgen. VN Verdrag tegen foltering
1984 kent een vervolgingsplicht.
1.3: wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht
Rechtsmacht wordt in de literatuur vaak in drie categorieën verdeeld.
1. Legislative jurisdiction: de bevoegdheid om regels te stellen.
regels worden gesteld in zowel wetgeving als rechtspraak.
2. Judical jurisdiction: rechtsprekende rechtsmacht.
3. Executive jurisdiction: handhavende rechtsmacht.
Het is makkelijker om de drie categorieën te onderscheiden naar gelang de staatsmacht
die de betreffende rechtsmacht uitoefent: wetgevende, uitvoerende of rechterlijke
macht.
1.4: soevereiniteit
Het uitoefenen van rechtsmacht is vanuit internationaal perspectief vooral belangrijk omdat
rechtsmacht een manifestatie is van staatsgezag en daarmee van soevereiniteit.
Wordt er met uitoefening van de rechtsmacht inbreuk gemaakt op de soevereiniteit van een
andere staat?
,Het is voor inbreuk op de soevereiniteit van een andere staat vereist dat er sprake is van enige
dwang of dreiging van dwang. regelstellende rechtsmacht maakt nooit inbreuk, want alleen
regels stellen (niet handhaven) heeft geen effect.
Beoordeling per geval, uitgangspunten:
1. De situatie dat overheidsfunctionarissen van de ene staat zelf fysiek opereren op het
grondgebied van een andere staat.
In strijd met de soevereiniteit, tenzij instemming van de staat.
2. De situatie dat overheidsfunctionarissen zelf fysiek op hun eigen grondgebied
opereren. Ze kunnen door middel van tussenpersonen of hulpmiddelen op het
grondgebied van een andere staat kunnen opereren door bv. tappen van
telecommunicatie, internationaal aanhoudingsbevel, etc. en hiermee inbreuk maken op
de soevereiniteit. niet uitgesloten.
1.5: rechtsmachtconflicten
Negatief rechtsmachtconflict: het strafrecht van geen enkele staat is op een concreet feit van
toepassing, terwijl het wel beantwoordt aan een nationale delictsomschrijving van een of
meerdere staten.
- Absoluut negatief rechtsmachtconflict: bv. delicten op rubbervlotten op zee waar de
ene stateloze persoon de andere stateloze persoon mishandelt. komt bijna nooit
voor.
- Relatief negatief rechtsmachtconflict: de verdachte kan niet voor de rechter worden
gebracht van de staat waarvan het strafrecht van toepassing is terwijl ook geen
alternatief voorhanden is. Als verstekvonnissen in de bevoegde staat onmogelijk is,
blijft berechting achterwege.
- Positief rechtsmachtconflict: op een concreet strafbaar feit en de betrokkenen daarbij
is de strafwet van meerdere staten van toepassing. drugssmokkel in meerdere
staten, Nederlander rijdt in Duitsland onder invloed.
Abstract positief rechtsmachtconflict: twee of meer staten kunnen in abstracto
een geval vervolgen volgens hun rechtsmachtregeling.
Concreet positief rechtsmachtconflict: twee of meer staten maken ook
daadwerkelijk gebruik van hun mogelijkheid een geval te vervolgen.
Gevolg: onacceptabele cumulatie van vervolging en sancties.
Oplossingen op EU-niveau ter vermijding hiervan.
a. Verplicht rechtstreeks overleg tussen de vervolgende autoriteiten van lidstaten.
(vooraf)
b. Ne bis in idem. (achteraf)
,1.6: verbod van terugwerkende kracht
Het is voor de vraag of rechtsmacht met terugwerkende kracht gevestigd mag worden niet van
belang of rechtsmacht behoort tot formeel of materieel strafrecht. De redenen die tot de
indeling van de rechtsmacht in een van de beide categorieën leiden is wel van belang.
- Swart rekent rechtsmacht tot het formele strafrecht, omdat internationale misdrijven
niet een moreel aspect betreft dat de verdachte behoeft te kennen om zijn gedrag op af
te stemmen.
in tegenstelling tot simpelere misdrijven: als rijden onder invloed extraterritoriale
rechtsmacht meebrengt, kan dit evident zijn.
- Rechtsmacht is in Nederland opgenomen in het Wetboek van Strafrecht materieel
strafrecht verbod van terugwerkende kracht.
Verbod van retroactieve toepassing van de strafwet: het is beslissend of op het ogenblik
waarop de feiten worden gepleegd een wettelijke basis aanwezig is op grond waarvan de
verdachte voor de nationale gerechten kan worden vervolgd en berecht.
Strafbaarheid en rechtsmacht zijn met elkaar verbonden, dus voor het vestigen van
rechtsmacht geldt ook het verbod van terugwerkende kracht.
uitzonderingen:
1. Het verbod van terugwerkende kracht wordt niet geschonden als met terugwerkende
kracht extraterritoriale rechtsmacht wordt gevestigd over een gedraging die op het
betreffende moment strafbaar was op de plaats waar het werd begaan of naar het recht
van de staat waartoe de verdachte behoort.
2. Het verbod van terugwerkende kracht wordt niet geschonden indien het betrekking
heeft op een handelen of nalaten dat ten tijde van het handelen of nalaten een misdrijf
was overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen die door de beschaafde volkeren
worden erkend. (art. 7 lid 2 EVRM)
Geen duidelijke koers: genocide kent terugwerkende kracht, meisjesbesnijdenis
niet.
2: Kompetenz-Kompetenz: de bevoegdheid rechtsmacht vast te stellen
Het wordt algemeen vanzelfsprekend bevonden dat een staat het recht heeft om zijn strafwet
toepasselijk te achten op feiten die binnen zijn grenzen begaan zijn.
interne soevereiniteit: soevereiniteit van de staat om binnen eigen territorium op
zelfgekozen wijze de rechtsorde te handhaven.
Er zijn behalve territorialiteit nog andere aanknopingspunten voor het vestigen van
rechtsmacht. Wanneer en voor welke feiten zijn deze aanvullingen op het
territorialiteitsbeginsel nuttig?
, 2.1: drie benaderingen
Er zijn drie benaderingen te onderscheiden ten aanzien van Kompetenz-Kompetenz.
1. Een staat is volkomen vrij zijn strafrecht van toepassing te verklaren op alle soorten
gedragingen, gepleegd in binnen- en buitenland. niet meer relevant.
2. Een staat heeft de vrijheid om zijn jurisdictiebeginselen naar eigen goeddunken te
formuleren, met als uiterste grens aan deze vrijheid een volkenrechtelijke
verbodsnorm. De verbodsnormen hebben betrekking op in het buitenland begane
strafbare feiten.
3. Een staat mag zijn strafwet slechts uitstrekken over in het buitenland gepleegde feiten
indien het volkenrecht daartoe machtigt.
IGH Lotus: gekozen voor de opvatting dat staten vrij zijn hun rechtsmacht uit te bereiden
totdat zij stuiten op een volkenrechtelijke verbodsregel. tweede benadering.
2.2: een vierde benadering: terughoudendheid bij het vestigen van extraterritoriale
rechtsmacht
Er lijkt een terughoudende benadering te bestaan in de literatuur en rechtspraak ten aanzien
van het vestigen van extraterritoriale rechtsmacht. De terughoudendheid is verwoord door
Fitzmaurice in de zaak Barcelona Traction: internationaal recht brengt voor iedere staat de
verplichting mee om matigheid en terughoudendheid in acht te nemen bij het vestigen van
rechtsmacht ten aanzien van zaken met een buitenlands element.
Sinnvoll Anknopfungspunt: er moet een verband bestaan tussen het feit en de verdachte
waarover rechtsmacht wordt gevestigd en de staat die het op grond daarvan wil berechten en
er moet reden zijn waarom dit wordt gedaan naast of in de plaats van de staat met een
mogelijk sterker verband met dat feit of de verdachte. afgeleid uit Duitse rechtspraak.
De band met het feit en de ernst van het feit vormen aanknopingspunten.
voorbeeld: gevangenisstraf van minimaal acht jaar.
Het voordeel van terughoudendheid ten aanzien van extraterritoriale rechtsmacht is dat de
internationale rechtsmacht zich autonoom kan ontwikkelen. De discussie kan zich richten op
de belangen die bij een vervolging in het geding zijn en de redenen waarom een bepaalde
staat zich dat aantrekt.
2.3: beoordeling door de rechter
De rechter lijkt een beperkte rol te hebben bij het beoordelen van de wijze waarop de
Nederlandse wetgever rechtsmacht heeft gevestigd. Internationaal recht kent geen geschreven
beperkingen voor het vestigen van rechtsmacht, en de rechter mag de wet niet toetsen aan
algemene rechtsbeginselen. (art. 120 Gw)
Je kunt hiertegen inbrengen dat art. 2 lid 7 Handvest VN meebrengt dat staten zich niet mogen
mengen in de binnenlandse aangelegenheden van een andere staat. inmengingsverbod.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Babettedebruijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.