1. Wat houdt de karakterisering van het strafrecht als ultimum remedium in?
2. Wat is de functie van het strafrecht?
3. Wat is het doel van het strafrecht?
4. Wat houdt de karakterisering van het strafrecht als punitief systeem met een repressief instrumentarium
in?
5. Wat houdt de legistische/instrumentele benadering van het strafrecht in?
6. Wat houdt de individu beschermende benadering in?
7. Waaruit blijkt de onafhankelijkheid van de rechter?
8. Heeft het OM vervolgt plicht?
9. Hoe verhouden het materiële en het formele strafrecht zich tot elkaar?
Wat houdt de karakterisering van het strafrecht als ultimum remedium in?
De inzet van het strafrecht is slechts aan de orde als de mogelijkheden van andere rechtsgebieden niet voldoende zijn.
(tegenwoordig niet altijd het geval meer)
Wat is de functie van het strafrecht?
- beschermen van de individu (tegen de staat) > waarborgen van rechten en vrijheden.
- ordenen en beveiligen van de maatschappij > misdaadbestrijding.
- Depenalisering
Wat is het doel van het strafrecht?
1. tegengaan van eigenrichting.
2. speciale preventie
3. generale preventie.
Wat houdt de karakterisering van het strafrecht als punitief systeem met een repressief instrumentarium in?
punitief = leedtoevoegend > straf
repressief = onderdrukkend > denk aan opsporingsbevoegdheden, dwangmiddelen etc. (grijpt diep in op de vrijheid)
Wat houdt de legistische/instrumentele benadering van het strafrecht in?
De rechter dient de wet zo strikt mogelijk te interpreteren > bestraffende functie.
Wat houdt de individu beschermende benadering in?
De rechter zet de individu centraal > burger beschermende functie.
Waaruit blijkt de onafhankelijkheid van de rechter?
1. voor het leven benoemd.
2. rechtspositie in de wet geregeld.
Heeft het OM vervolgt plicht?
Nee, het OM kan op goede gronden (algemeen belang) afzien van vervolging.
Hoe verhouden het materiële en het formele strafrecht zich tot elkaar?
- materieel = welke gedraging is strafbaar
- formeel = Hoe wordt materiële strafrecht gehandhaafd.
L2 - ontwikkelingen in het strafrecht en de strafrechtswetenschap
1. Hoe heeft het strafrecht zich ontwikkelt sinds de verlichting en welke richtingen zijn daarin te
onderscheiden?
2. Wat houdt de analogische interpretatie in?
3. Wat houdt extensieve interpretatie in?
4. Wat is het verschil tussen analogische en extensieve interpretatie?
5. Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?
6. Wat is een rechtsdelict?
7. Wat is een wetsdelict?
8. Wat houdt een strafbepaling in?
9. Geef aan waarom gesteld kan worden dat het straf(proces)recht steeds instrumenteler van aard wordt.
10. Wat houdt het Elektriciteitsarrest in?
11. Wat houdt het arrest Runescape in?
,Hoe heeft het strafrecht zich ontwikkelt sinds de verlichting en welke richtingen zijn daarin te onderscheiden?
- voor de verlichting ongeschreven recht gebaseerd op gewoonte en traditie.
- langzaam aan werd de maatschappij gecompliceerder en kwam er meer behoefte aan rechtszekerheid.
- De klassieke school: Beccaria wordt als gangmaker van deze richting beschouwd. De kern van zijn visie: het
maximale geluk voor een maximaal aantal mensen. Dat wordt bewerkstelligd door voorkoming van criminaliteit in
plaats van bestraffing daarvan. Verder door behoorlijke wetgeving. codificatie en strafrecht vernieuwing. Focus
op:
- vrijheid > bescherming burger tegen overheid > legaliteitsbeginsel
- gelijkheid > daadstrafrecht waarbij daad centraal staat ipv sociale stand.
- broederschap > humaniteit > afschaffing pijnbank.
- Nieuwe richting: sociologische benadering van criminaliteit, kijken naar milieufactoren. pleitte voor
voorwaardelijke straffen, kinderwetten, psychopatenwet. Maar ook de bekritiseerde antropologische school van
Lombroso die criminaliteit bij biologie legde.
- autoritaire richting: In de jaren 30 analyseerde de criminoloog Kempe dat in het uitgangspunt van de Nieuwe
Richting ‘niet de daad, maar de dader’, in wezen politieke doeleinden nastreeft: de eliminering van de gevaarlijke
uit de maatschappij. Hiermee werd een klimaat geschapen voor de internationale beweging. Internationaal heerste
in het strafrecht de autoritaire of totalitaire richting, waarin een eenzijdig gemeenschapsbelang volkomen
domineerde, namelijk om met alleen geweldige repressie en afschrikking vermindering van de criminaliteit te
bewerkstelligen. Tijdens de Duitse bezetting werd aan art. 1 Sr de volzin ‘valt een feit niet onder de tekst doch wel
onder de grondgedachte van een wettelijke strafbepaling, zo is de strafbepaling toepassing, indien het feit naar
gezond rechtsgevoel strafwaardig is’, toegevoegd. Een tweede wijziging in het denken leidde ertoe dat in plaats
van de regel ‘nulla poena sine crimine’ de regel nullum crimen sine poena (geen misdaad zonder straf) kwam te
gelden.
na de 2e WO:
- kritische en empirische criminologie: oorzaken van crimineel gedrag bestudeerd. criminaliteit als
maatschappelijk verschijnsel. link tussen economische omstandigheden en crimineel gedrag. (Bonger)
strafrechtelijk veroordeelden uit niet-bezittende klasse (Meijer-Wichman).
- Humanisering/Utrechtse school: De wetenschappers probeerden zoveel mogelijk de persoon van de delinquent
gedurende alle fasen van de strafrechtspleging centraal te stellen en deze als een volwaardig medemens te
benaderen en behandelen. Hun opvattingen markeerden zich door respect en solidariteit voor de menselijke
waardigheid van iedereen. De gedachte van de hoogleraar Pompe was dat de delinquent door het strafrecht niet
verbitterd moest raken, maar dat de straf voor hem aanvaardbaar zou zijn en het hem tegelijkertijd zo positief
mogelijk gestemd en toegerust weer in de samenleving terug te keren. Dit was overeenkomstig het ideaal van de
resocialisatie.
- Juridisering: individuele rechtspositie van de burger centraal. inspraak en sociale advocatuur. Tevens opkomst
(sociale) bindingstheorie. mild strafrecht veel gebruik van reclassering bij ernstige zaken. toename
drugsproblematiek > opiumwet gewijzigd.
- Meer instrumenteel strafrecht in punitiever klimaat: In de jaren ´80 en ´90, criminaliteit efficiënter en
serieuzer gaan bestrijden. In 1985 werd door de minister van Justitie een cruciaal justitieel beleidsplan
geïntroduceerd. Hierin werd een scherpe scheiding aangebracht tussen de benadering van de kleine, lichtere
criminaliteit en de bestrijding van de zwaardere. De aanpak van de eerste zou vooral worden gerealiseerd langs de
bestuurlijke weg. De aanpak van de zwaardere criminaliteit zou daarentegen een strikter en intensiever beleid
inzake vervolging en bestraffing dienen te omvatten.In het strafrechtelijk denken won de primaire oriëntatie op het
instrumentele gehalte. Enkele vooraanstaande rechtstheoretici constateerden een uit elkaar raken van de twee
functies van het strafrecht: instrumentaliteit en rechtsbescherming. De instrumentaliteit groeide nogal eens ten
nadele van de rechtsbescherming. Dit spoorde echter met het in de jaren ’80 heersende lik-op-stuk-beleid waarin
minder aandacht was voor menselijke achtergronden. Het werd naar de mening van velen tijd om te denken aan
een herijking in de zin van hernieuwde, soms praktischer vormen van rechtsbescherming die zijn toegesneden op
actuele strafrechtelijke beleidsdoelen en op specifieke strafrechtelijke figuren. Intussen heeft het instrumentele
denken onder meer geleid tot een sterk mechanisch denken. Zo is het reclasseringswerk dat lange tijd bestond uit
het verlenen van persoonlijke en individuele steun gaandeweg veranderd in de toepassing van
standaardprogramma’s op standaard cliënten, waarbij risicotaxatie in de plaats trad van motivatie. De capaciteit
van het gevangeniswezen is vanaf de jaren ‘80 sterk uitgebreid, wat duidt op een punitiever klimaat. Rond 2010
nam die capaciteit echter af wegens leegstand. Gesteld wordt dat de criminaliteit in een vergrijzende samenleving
in het algemeen afneemt.
- Strafrecht en het veiligheidsprimaat: 80/90 focus risico’s samenleving. veiligheid en preventie.
(veiligheidsutopie)
- Terroristisch geweld: Door het sterk toenemen van terroristisch geweld is het veiligheidsdebat uitgebreid: naast
de individuele veiligheid is ook de collectieve veiligheid een belangrijke rol gaan spelen. In zowel het Wetboek
van Strafrecht als van Strafvordering zijn op dit gebied aanvullingen opgenomen.
Wat houdt de analogische interpretatie in?
We spreken van een redenering naar analogie wanneer een rechtsregel voor een wel in de wet geregeld geval wordt toegepast
op een geval dat niet onder de letter van de wet valt, maar daar wel sterk op lijkt. Dit is in strijd met art. 1 Sr.
Wat houdt extensieve interpretatie in?
,Houdt in dat de wetgever een casus wel heeft behandeld, al is dit uit de woorden van de desbetreffende bepaling niet zonder
meer op te maken. Dit is geen inbreuk op art. 1 Sr.
Extensieve interpretatie kan via verschillende wegen worden bereikt:
- Grammaticale of taalkundige interpretatie: het begrip ‘goed’ in het elektriciteitsarrest.
, - Teleologische interpretatie: uitleg in overeenstemming met de strekking of het doel van de strafbepaling.
- Historische interpretatie: uitleg in overeenstemming met de totstandkoming of voorgeschiedenis van de bepaling.
- Systematische interpretatie: uitleg aan de hand van het systeem van de regeling, waarvan de bepaling deel
uitmaakt.
Deze interpretatiemethoden kunnen naast een extensieve werking ook een restrictieve werking hebben ten aanzien van de
strafbaarheid.
Wat is het verschil tussen analogische en extensieve interpretatie?
Het wezenlijke verschil tussen analogische en extensieve interpretatie ligt dan ook hierin dat de extensieve interpretatie
binnen de bewoordingen van de wet blijft, wat niet het geval is bij analogische interpretatie.
Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?
nullum delictum, nulla poena-regel = geen straf zonder strafbaar feit (wetsbepaling)
Art. 1 Sr lid 1. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller soumaya93. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.