100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Vastgoed economie Makelaardij $5.34
Add to cart

Summary

Samenvatting Vastgoed economie Makelaardij

2 reviews
 247 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

De samenvatting voor studenten die de opleiding Makelaar-taxateur, Assistent Makelaar Wonen of een andere opleiding op het gebied van Makelaardij volgen.

Preview 4 out of 36  pages

  • Yes
  • August 18, 2020
  • 36
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: nickroodenburg • 2 year ago

review-writer-avatar

By: debbyvandekasteele • 3 year ago

avatar-seller
Vastgoedeconomie

Hoofdstuk 1.

Inkomen

KANO deze vier leveranciers van het geld worden Productiefactoren genoemd

K KAPITAAL spaargeld -> rente of dividend
A ARBEID salaris/loondienst
N NATUUR pacht verhuren van grond
O ONDERNEMERSCHAP eigen ondernemen -> winst

Concrete markt: fysiek aanwezigheid van kopen en verkoper

Abstracte mark: kopen en verkoper ontmoeten elkaar niet f2f dus abstract

Klein Micro economie kijken naar het individuele gedrag van consumenten en producenten

Mid Meso economie kijken naar bedrijfstakken en sectoren

Groot Macro economie kijken naar het gedrag van een land in het totaal.

C.P, CETERIS PARIBUS: Overige omstandigheden gelijkblijvend
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hoofdstuk 2.

Banken en Kapitaal markten

Intrinsieke waarde is de daadwerkelijke waarde van de munt - Kosten van het maken (gouden
munt is meer waard dan een zilveren)

Nominale waarde is de waarde die is toegekend aan de munt of biljet

Fiduciaire waarde betekent dat er groot vertrouwen is in de munt dus dat de nominale waarden
hoger is dan de intrinsieke waarde.

3 Functies van geld

a) Rekeneenheid - Om waarden van goederen in geldeenheden uit te drukken

b) Oppotmiddel - Geld thuis opppotten

, c) Ruilmiddel - Kan voor alles worden gebruikt dat heet Ongedifferentieerde koopkracht

Maatschappelijke geldhoeveelheid: is het geld in omloop van het desbetreffende land

M1 het Chartale en Girale geld in handen van het publiek
Primaire liquiditeitenmassa / Enge geldhoeveelheid

● Chartaal geld zijn munten en bankbiljetten

● Giraal geld is het niet tastbare geld (Meerderheid van het geld staat op rekeningen)

M2 “Near Money” Niet direct opeisbare vorderingen met een looptijd korter dan 2 jaar.
Secundaire liquiditeitenmassa
● Niet direct opneembaar geld
● Termijn deposito’s
● Kortlopende valutagoeden (Dollar rekening bij een bank)

M3 Binnenlandse Liquiditeitenmassa
M1 + M2= M3 Optelling van de primaire en secundaire liquiditeiten noemen we M3 de
binnenlandse liquiditeitenmassa

Wie mag Geld scheppen?

1. De centrale overheid / Het Rijk dmv munt geld
2. ECB dmv bankbiljetten
3. Primaire banken dmv girale geld

Drie vormen van geldschepping:

Substitutie is het wisselen van giraal geld naar chartaal geld of andersom (Online geld naar
fysiek geld) M1 veranderd niet

Transformatie is het omzetten van geld naar NIET-geld of andersom. (Van M1 weg of er juist
bij) Zoals vreemde valuta. Euro's wisselen naar Dollars - hierdoor worden er Euros
(geld)vernietigd.

Wederzijdse schuldaanvaarding betreft de kredietverlening van primaire banken aan derden.
(hypotheek afsluiten. Hier krijgt de klant geld voor een huis en de bank rente plus het geld terug.
*Bij een afsluiting van een hypotheek stijgt de maatschappelijke geldhoeveelheid.

Keynes liquiditeitsvoorkeurtheorie

Actieve kas
- transactiemotief - Dagelijks geld

,Inactieve kas
- Voorzorg motief - Noodgeld
-Speculatie motief - beleggings geld voor kansen/aanbiedingen

Oppotten geld van actieve kas naar inactieve kas
Ontpotten geld van inactieve kas naar actieve kas

Inflatie
Inflatie betekent dat je voor hetzelfde geld minder producten/diensten kunt kopen. Verlaagt de
waarde van het geld.

Vormen van inflatie

1. Bestedingsinflatie - Bedrijven draaien op volle capaciteit en kunnen niet meer
produceren dus verhogen zij de prijzen
2. Kosteninflatie - Kosten stijgen van de bedrijven en die daardoor dat doorberekenen in
hun verkoopprijzen.
3. Loonkosteninflatie - Loonkosten stijgen en de bedrijven berekenen dat door.
4. Geïmporteerde Inflatie - geïmporteerde grondstoffen, producten stijgen en daardoor
stijgen prijzen voor de consument.

Deflatie
Deflatie betekent dat voor hetzelfde geld meerdere goederen kunt kopen. (Mensen houden hun
geld vast omdat ze gaan wachten op nog goedkoperen tijden)




Prijsindexcijfers

Indexcijfer is een verhoudingsgetal waarmee een waarde van een bepaald iets wordt uitgedrukt

, t.o.v. van dat zelfde in een andere periode.

Als het prijsindexcijfer boven de 100 komt is de prijs gestegen
Als het prijsindexcijfer onder de 100 uitkomt is de prijs gedaald

Formule indexcijfer:




In 2014 (het basisjaar) had Dhr. Wolters een inkomen van € 50.000. Een jaar later bedroeg
zijn inkomen € 58.000, terwijl in 2016 zijn inkomen € 61.000 bedroeg.


jaar waarde berekening indexcijfer

2014 50.000 De € 50.000 uit het basisjaar wordt 100
op indexcijfer 100 gesteld.

2015 58.000 Zijn inkomen is nu € 58.000. 116

In verhouding tot zijn inkomen in het
basisjaar is dat




Het indexcijfer 116 wil zeggen dat het
inkomen in 2015 met 16% is
gestegen ten opzichte van het
basisjaar 2014.



2016 61.000 Zijn inkomen bedraagt € 61.000. 122


Indexcijfer 2016=

Dat wil zeggen dat het inkomen in
2016 met 22% gestegen is ten
opzichte van het basisjaar 2014.



CBS centraal bureau van statistiek - publiceren van statistische informatie
CBS publiceert maandelijks het: CPI Consumentenprijsindex (Maatstaf van de prijsontwikkeling

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller christiaangast. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.34  11x  sold
  • (2)
Add to cart
Added