Wijze van beantwoording:
Meerkeuze vragen; kies het meest juiste/beste antwoord.
Vul je antwoorden in op zowel het TENTAMEN & ANTWOORDFORMULIER!
Lever beide in voorzien van je naam en studentnummer
Toegestane hulpmiddelen:
Schrijfgerei en een niet-grafische rekenmachine. Op de tafel mag je collegekaart en
evt. een verklaring voor tijdverlenging liggen (bijvoorbeeld dyslexieverklaring).
Cesuurscore:
Alle vragen tellen even zwaar mee.
32/48 vragen goed = 5,5 = tentamen gehaald.
1
,INFECTIEZIEKTEN
1.Kies de beste definitie van Infectie:
a. Aanwezigheid van een micro-organisme
b. Aanwezigheid van een pathogeen
c. Aanwezigheid van een zich vermenigvuldigend micro-organisme
d. Aanwezigheid van een zich vermenigvuldigend pathogeen
2.Bij een infectie kan de relatie van het (micro)organisme met de gastheer verschillend van
aard zijn.
De relatie waarbij alleen het (micro)organisme profiteert en de gastheer geen schade
ondervindt, noemt men:
a. Mutualisme
b. Parasitisme
c. Commensalisme
d. Geen van bovengenoemde
3.Op welk van de onderstaande criteria worden virussen ingedeeld?
a. Structuur van een capside
b. Aan- of afwezigheid van enveloppe
c. Genetisch materiaal
d. Alle drie bovengenoemde criteria
4.Welk van de onderstaande stellingen over het HIV virus is waar?
a. Het HIV virus behoort tot de ‘flaviviridae’
b. Het HIV virus heeft een ‘double-stranded’ RNA genoom
c. Het HIV virus heeft een icosahedraal capside
d. Het genoom van het HIV virus bevat genen die onder andere coderen voor de lipide
membraan
5.Welke cellen kan HIV infecteren?
a. alleen cellen van het immuunsysteem
b. alleen T-helper cellen
c. alleen cytotoxische T cellen
d. alleen T-helper cellen, macrofagen en dendritische cellen
6.Afname van het aantal CD4+ T cellen bij een HIV-infectie wordt veroorzaakt door:
a. Alleen het HIV virus
b. Alleen cytotoxische T cellen
c. Zowel het HIV virus als cytotoxische T cellen
d. Zowel het HIV virus als cytotoxische T cellen en antilichamen
2
, 7.Een 37-jarige man is 4 maanden geleden op vakantie geweest in Thailand. Sinds
terugkomst van z’n vakantie voelt de man zich zeer vermoeid, ‘griep-achtig’ en heeft hij last
van opgezwollen lymfklieren. Er wordt gedacht aan een mogelijke HIV infectie.
Is het zinvol om deze patiënt een standaard HIV- test te laten doen?
a. Nee, de standaard diagnostische test detecteert de hoeveelheid RNA. Na 4 maanden
(na blootstelling) zijn er niet genoeg HIV partikels aanwezig om deze te detecteren.
b. Ja, de standaard diagnostische test detecteert de aanwezigheid van antilichamen
tegen het HIV virus. Na 4 maanden (na blootstelling) zijn er voldoende antilichamen
aanwezig om deze te detecteren.
c. Nee, de standaard diagnostische test detecteert de aanwezigheid van antilichamen
tegen het HIV virus. Na 4 maanden (na blootstelling) zijn deze weer verdwenen.
d. Ja, de standaard diagnostische test detecteert het aantal CD4+ T cellen. Na 4
maanden (na blootstelling) zijn er voldoende CD+ T cellen aanwezig om deze te
detecteren.
8.Bij een HIV-1 geïnfecteerd persoon is het volgende waargenomen:
HIV-1 RNA kopieën = 20·103/ml; CD4+ T cellen < 200/mm3 en de persoon is geïnfecteerd met
een malariaparasiet (P. falciparum).
Heeft deze persoon, volgens de Europese richtlijnen, AIDS?
a. De persoon heeft AIDS aangezien hij/zij last heeft van een opportunistische infectie.
b. De persoon heeft AIDS aangezien het aantal CD4+ T cellen < 200/mm 3 is.
c. De persoon heeft geen AIDS aangezien hij/zij geen last heeft van een
opportunistische infectie.
d. De persoon heeft geen AIDS aangezien het aantal HIV-1 RNA kopieën = 20.10 3/ml.
9. Waarom is het een probleem om antivirale middelen zonder bijwerkingen te ontwikkelen
tegen virussen?
a. Virussen hebben een hoge replicatiesnelheid
b. Virussen maken gebruik van de biosynthese van de gastheercel
c. Beide verklaringen
d. Geen van beide verklaringen
10.Onderstaand figuur is een schematische weergave van een HIV partikel. Bij welk van de
onderstaande ‘targets’ zou je verwachten dat je antiviraal middel de laagste selectieve
toxiciteit heeft als je tegen dit target een antiviraal middel zou ontwikkelen?
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LdeLeeuw1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.
