VERKORTE SV LEVENSVERZEKERINGEN
1. WETGEVING EN DEFINITIE
HOME COUNTRY CONTROL
= het is mogelijk om een (levens)verzekering af te sluiten in een ander land. Dan val je onder de controlewetgeving van
dit land, maar de Belgische wetgeving beschermt de verzekeringsnemer altijd indien nodig
KERNWOORDEN DEFINITIE LEVENSVERZEKERING
• Contract tussen verzekeraar en verzekeringsnemer
• Vaste of veranderlijke premie
• Prestatie bij een onzekere gebeurtenis (→ menselijke levensduur)
• Persoonsverzekering (kan voor fysieke integriteit, gezinsleven & leven)
• Uitkering bestaat uit een vast bedrag
VERSCHIL LEVENSVERZEKERING EN ONGEVALLENVERZEKERING
• Levensverzekering → enkel menselijke levensduur is bepalend
• Ongevallenverzekering → de menselijke levensduur wordt bepaald door het ongeval
TYPERENDE BEGRIPPEN VOOR EEN LEVENSVERZEKERING
• De onzekere gebeurtenis: (levensduur)
o Het is een kanscontract (je kan een zekerheid niet verzekeren)
o Deze onzekere gebeurtenis (leven of overlijden) is betalingsdatum van prestatie
o Het risico ‘overlijden’ is niet essentieel om van een levensverzekering te kunnen spreken:
▪ Type leven: VZ nog in leven op afgesproken datum → betaling prestatie
▪ Type overlijden: VZ niet meer in leven op afgesproken datum → betaling prestatie aan
nabestaanden
▪ Type gemend: VZ overleden? → Uitbetaling prestatie, VZ nog in leven? → Uitbetaling op
afgesproken datum
• De 4 partijen:
o De verzekeraar (VR): de maatschappij die de prestatie dient uit te betalen aan de verzekerde op datum
van de gebeurtenis
▪ Er is uitbetaling van de prestatie tenzij:
» Zelfmoord binnen het jaar van afsluiten
» Doodstraf voor de verzekerde
» Overlijden na opzettelijk misdrijf door verzekerde (halt of ik schiet, niet snelheid)
» Uitsluitingen die voorzien zijn in de overeenkomst (kapitalisatie van premies die
worden geïnd na overlijden, zullen wel uitbetaald worden)
▪ De verzekeraar heeft recht om reductie toe te passen:
» Als verzekeringsnemer premies niet betaalt (contract blijft wel bestaan)
» Kan enkel bij klassieke contracten
» Verzekeraar zal op basis van de bestaande reserve de prestatie reduceren (je zou 10
jaar moeten betalen, maar betaalt maar 5 → je krijgt maar de helft van de prestatie)
» Verzekeraar is wel verplicht de verzekeringsnemer op de hoogte te brengen
o De verzekeringsnemer (VN): de persoon die het contract ondertekent en zich ertoe verbindt om de
premies te betalen.
▪ Je bent verplicht om risicovermindering aan te geven (geen verzwaring)
▪ Je bent niet verplicht om premie te betalen, maar dit heeft wel enkele gevolgen:
» Bij begin → geen inwerkingtreding van het contract
» Tijdens → reductie van de prestatie
» Kan wel verplicht worden naar aanleiding van een apart contract
▪ Je kan het contract afkopen en zelf laten reduceren alsook het gebruiken voor inpandgave
o De verzekerde (VZ): de persoon die het voorwerp zal uitmaken van de gebeurtenis
▪ Je moet relevantie info meedelen! (Anders kans op nietigverklaring)
▪ Geen aanduiding van verzekerde = nietigverklaring
▪ Intuitu personae = als verzekerde overlijdt, eindigt de overeenkomst
▪ Een minderjarige kan verzekerde zijn
-1-
, o De begunstigde (BG): de persoon die de verzekerde prestatie uitgekeerd zal krijgen op het ogenblik dat
de onzekere gebeurtenis zich voordoet
▪ Er zijn enkel plichten indien deze zijn opgelegd in kader van successieplanning
▪ Begunstigde kan ook minderjarig zijn, maar dan uitkering op geblokkeerde rekening
▪ Beding ten behoeve van een 3e: iemand die niet getekend heeft, maar toch betrokken wordt
en dus toch geld krijgt → je hebt het recht dit geld op te eisen
• Verjaring: na 3 jaar vanaf datum overlijden OF wanneer BG kennis kreeg van de begunstiging
o Enkele uitzonderingen:
▪ Minderjarige begunstigde (dan is er geen verjaring mogelijk)
▪ Onbekwaam verklaarde (of in onbekwaamheid om kennis te nemen van het feit)
• De premie:
o kan vast of veranderlijk zijn:
▪ Vaste premie bij klassieke contracten (prestatie en vervaldatum zijn gekend en vermeld in
contract
▪ Veranderlijke premie bij Universal Life (prestatie is afhankelijk van premie)
o Premieberekening (constante premie of risicopremie)
o Premiebetaling (éénmalig = koopsom of periodieke premies)
• De prestatie:
o Kan in 2 vormen: kapitaal (éénmalige som) of rente (periodieke uitkering)
o Forfaitair karakter: uitbetaling van vast bedrag wordt op voorhand vermeld in contract
o Prestatie is vergoedend, niet schade dekkend → prestatie is NIET afhankelijk van de geleden schade
o 3 onmogelijke zaken bij levensverzekering (onder- & oververzekering, subrogatie & samenloop)
2. KLASSIEKE LEVENSVERZEKERING
= contract waarbij premiebetaling in functie staat van de prestatie en het risico → premiebetaling is vast
VERZEKERING BIJ LEVEN
= verzekering met uitgesteld kapitaal & zonder tegenverzekering (oude contracten pensioensparen)
VERZEKERING BIJ OVERLIJDEN
• Tijdelijke verzekering:
o Succesierechtenverzekering (= met gelijkblijvend kapitaal)
o Schuldsaldoverzekering (= met afnemend kapitaal)
• Levenslange verzekering: premiebetaling is hier de onzekere gebeurtenis
• Overlevingsverzekering: uitbetaling van rente bij overlijden VZ 1 aan VZ 2 (toepassing groepsverzekering)
3 GRONDBEGINSELEN KLASSIEKE CONTRACTEN
• Mutualiteitsprincipe: iedereen betaalt premie om de prestatie van enkele te betalen (1 grote pot met premies)
• GEEN solidariteitsprincipe: niet alle premies van alle VN’s zijn gelijk ongeacht het risico → antiselectie wordt
toegepast: roker zal meer betalen dan niet-roker, …
• Wet van de grote getallen: hoe meer VN’s, hoe betrouwbaarder & nauwkeuriger de geschatte kans want een
speling kan opgevangen worden (ook vaak herverzekering bij levensverzekering)
3 TARIEFELEMENTEN PREMIEBEREKENING
• Technische rentevoet: “tijd”
o VR belegt de premies en de opbrengsten hiervan doen de prestatie stijgen of dalen
o In België MAX 2% (mag wel lagere rentevoet)
o Er bestaan nog contracten met MAX 4,75%, maar je mag deze nooit premievrij maken
• Sterftetafel: “risico” → per 1 miljoen geboortes kijken hoeveel er nog in leven zijn op leeftijd van 1 tot 100
o De sterftetafels van FSMA zijn het wettelijk maximum, lager mag er afgeweken worden
o Antiselectie wordt tegengegaan dankzij de R-tafels & K-tafels:
▪ R-tafel: sterftetafel voor levensverzekering type leven
▪ K-tafel: sterftetafel voor levensverzekering type overlijden (meest gebruikt)
o VR mag deze ervaringstafels gebruiken, maar moeten strenger zijn
o Antidiscriminatiewetgeving: geen onderscheid in geslacht!
o Kans op leven/overlijden bepaalt de kans dat de maatschappij winst maakt en bepaalt survivorship
benefit: komt van mutualiteitsprincipe → als 1 van de 100 overlijdt, wordt zijn betaalde premie
gebruikt om de prestaties van de overige 99 overlevenden te betalen
• Kosten en toeslagen: niet kennen voor het examen
-2-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thasavanhoucke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.