100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting | Microeconomics (Goolsbee) | Microeconomics for E&BE: Consumers & Firms RUG $6.96
Add to cart

Summary

Samenvatting | Microeconomics (Goolsbee) | Microeconomics for E&BE: Consumers & Firms RUG

1 review
 138 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Zeer uitgebreide, Nederlandse samenvatting van H1 t/m 9 en H15 van het boek 'Microeconomics' (Goolsbee, Levitt, & Syverson), 2e editie. De samenvatting is te gebruiken voor de studie Economics and Business Economics aan de RUG.

Preview 4 out of 52  pages

  • No
  • H1 t/m 9 en 15
  • August 21, 2020
  • 52
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: ingobeute • 2 months ago

avatar-seller
HOOFDSTUK 1: AVONTUREN IN MICRO-ECONOMIE

Micro-economie= onderdeel van economie dat de specifieke keuzes bestudeert die gemaakt worden door
consumenten en producenten.

Macro-economie= bekijkt de wereld door een bredere lens; groter, complexer systeem waarin consumenten
en bedrijven opereren.

Theorieën en modellen= uitleg over hoe dingen werken die ons helpen te begrijpen en voorspellen hoe en
waarom economische entiteiten zich zo gedragen als ze doen.

HOOFDSTUK 2: VRAAG EN AANBOD

2.1 MARKTEN EN MODELLEN

WAT IS EEN MARKT?

Markten zijn nauw te definiëren door het specifieke product dat gekocht en verkocht wordt, een bepaalde
locatie, en een tijdstip. In principe moeten de kopers en verkopers op een markt elkaar kunnen vinden, hetzij
soms met enige vereiste inspanning. Een bredere definitie benadert de praktijk beter, echter zijn de aannames
van het vraag- en aanbodmodel dan minder waarschijnlijk. Er is dus een trade-off tussen het bestuderen van
kleinere, minder consequentiële markten die nauw matchen met onderliggende aannames en bredere,
belangrijkere markten die niet aan alle aannamen voldoen.

AANNAMES VOOR HET VRAAG- EN AANBODMODEL

 We focussen op vraag en aanbod op 1 markt. Hierbij worden ander markten niet compleet
genegeerd: de interactie tussen markten voor verschillende producten is namelijk van invloed op
vraag en aanbod. Echter wordt hier geen rekening gehouden met de invloed van de markt die we
bestuderen op andere markten.
 Alle goederen op een markt zijn identiek. Het gaat om commodities: producten worden verhandeld
op markten waar consumenten verschillende varianten van producten zien als uitwisselbaar.
 Alle goederen op de markt worden verkocht tegen dezelfde prijs en er is transparantie.
 Er zijn veel producenten en consumenten op de markt. Niemand heeft omvangrijke impact op wat er
gebeurt op de markt en op het prijsniveau. Dit geldt vooral in het geval van consumenten.

2.2 VRAAG

FACTOREN DIE VRAAG BEÏNVLOEDEN

 Prijs
 Aantal consumenten
 Consumenteninkomen of welvaart
 Consumentensmaken
 Prijs van andere producten (substituten en complementen)

VRAAGCURVES

Vraagcurve= de relatie tussen de kwantiteit van een product dat consumenten vragen en de prijs van het
product, waarbij alle andere factoren constant worden gehouden. De curve heeft een dalend verloop.
Demand choke prijs= prijs waarbij geen enkele consument het product wil kopen en de gevraagde hoeveelheid
nul is. Dit is het verticale snijpunt van de inverse vraagcurve (geschreven in de vorm van prijs als een functie
van de gevraagde hoeveelheid).

,VERSCHUIVINGEN IN VRAAGCURVES

Verandering in gevraagde hoeveelheid= BEWEGING OVER de vraagcurve die plaatsvindt als gevolg van een
verandering in de prijs van het product.

Verandering in vraag= VERSCHUIVING VAN de gehele vraagcurve die veroorzaakt wordt door een verandering
in een determinant van de vraag (een andere dan de prijs).

WAAROM WORDT ‘PRIJS’ ANDERS BEHANDELD DAN ANDERE FACTOREN DIE INVLOED
HEBBEN OP DE VRAAG?

1. Prijs is een van de meest belangrijke factoren die vraag beïnvloeden.
2. Prijzen kunnen meestal frequent/gemakkelijk worden aangepast. Daarom zijn prijsfluctuaties meestal
algemene reacties wanneer we beschouwen hoe markten reageren op veranderingen of ‘shocks’.
3. Van alle factoren die de vraag beïnvloeden is prijs de enige die ook directe grote invloed heeft op de
aanbodzijde van de markt. Prijs is daarom een kritiek element dat vraag en aanbod verbindt.

2.3 AANBOD

FACTOREN DIE AANBOD BEÏNVLOEDEN

 Prijs
 Productiekosten van producenten (inputprijzen en productietechnologie).
 Aantal verkopers
 Outside options van verkopers (vooruitzichten van het zakendoen op markten voor andere producten
of andere markten voor hetzelfde product).

AANBODCURVES

Aanbodcurve= relatie tussen de aangeboden kwantiteit van een product en de prijs ervan, waarbij alle andere
factoren constant zijn. De curve heeft een stijgend verloop.

Supply choke prijs= prijs waarbij geen enkel bedrijf bereid is een product te produceren en de aangeboden
hoeveelheid nul is. Het is het verticale snijpunt van de inverse aanbodcurve (geschreven in de vorm van prijs
als een functie van de aangeboden hoeveelheid).

VERSCHUIVINGEN IN AANBODCURVES

Verandering in aangeboden hoeveelheid= BEWEGING OVER de aanbodcurve die plaatsvindt als gevolg van een
verandering in de prijs van het product.

Verandering in aanbod= VERSCHUIVING VAN de gehele aanbodcurve die veroorzaakt wordt door een
verandering in een determinant van het aanbod (een andere dan de prijs).

WAAROM WORDT PRIJS OOK VERSCHILLEND BEHANDELD VOOR AANBOD?

Prijs is de enige factor die een direct invloed heeft op zowel vraag als aanbod. Prijzen kunnen zich vrijelijk
aanpassen zodat de hoeveelheid die door consumenten gevraagd wordt, gelijk is aan de aangeboden
hoeveelheid door producenten.

2.4 MARKTEQUILIBRIUM

Marktequilibrium= punt waarop de gevraagde hoeveelheid door consumenten gelijk is aan de aangeboden
hoeveelheid door producenten. De equilibriumprijs is de enige prijs waarbij de aangeboden hoeveelheid gelijk
is aan de gevraagde hoeveelheid.

,WAAROM BEWEGEN MARKTEN NAAR EEN EQUILIBRIUM?

Wanneer je geen equilibrium hebt, is er een aanbod- of vraagoverschot:

Aanbodoverschot. Wanneer de prijs op een markt hoger is dan de equilibriumprijs > aangeboden hoeveelheid is
groter dan gevraagde hoeveelheid > alle aanbod kan niet worden afgezet, er is een overschot > producten
moeten meer klanten aantrekken, dit gebeurt door prijzen te verlagen > leidt tot grotere gevraagde
hoeveelheid en minder aangeboden hoeveelheid > marktequilibrium bereiken.

Vraagoverschot. Wanneer de prijs op een markt lager is dan de equilibriumprijs > gevraagde hoeveelheid is
groter dan aangeboden hoeveelheid > in alle vraag kan niet worden voorzien, er is een tekort > kopers bieden
hogere prijzen waardoor producenten eerder bereid zijn aan te bieden > prijzen nemen toe waardoor de
gevraagde hoeveelheid daalt en aangeboden hoeveelheid stijgt > marktequilibrium.

In real-life is het equilibrium schimmiger. Echte markten zijn afhankelijk van Adam Smiths ‘onzichtbare hand’.
Producten bepalen onafhankelijk hoeveel ze produceren tegen de prijs waarvoor ze verwachten te kunnen
afzetten, en consumenten komen gewoon naar winkels om producten te kopen. Op korte termijn kunnen
producenten te veel of weinig aanbieden, maar door de marktwerking herstelt zich dit automatisch op lange
termijn in een marktequilibrium.

EFFECT VAN VRAAGVERSCHUIVINGEN EN AANBODVERSCHUIVINGEN

Als een andere factor dan de prijs verandert, ontstaat er een nieuw marktequilibrium omdat de vraag- of
aanbodcurve of allebei verschuiven. VERSCHUIVING van de vraagcurve veroorzaakt beweging OVER
aanbodcurve naar nieuw equilibrium. VERSCHUIVING van de aanbodcurve veroorzaakt beweging OVER de
vraagcurve naar nieuw equilibrium.

Richting verschuiving Prijs Kwantiteit
Vraagcurve Uit (Toename in D) ↑ ↑
In (Afname in D) ↓ ↓
Aanbodcurve Uit (Toename in S) ↓ ↑
In (Afname in S) ↑ ↓

WAT BEPAALT DE PRIJSGROOTTE EN KWANTITEITSVERANDERINGEN?

 Grootte van de verschuiving. Hoe groot is de verschuiving van de vraag- of aanbodcurve? Hoe groter
de verschuiving, hoe groter de verandering in de equilibriumprijs of -hoeveelheid.
 Helling van de curve. De relatieve grootte van de prijs- en hoeveelheidsverandering hangt af van de
steilheid van de vraag- en aanbodcurves. Wanneer de vraagcurve verschuift, bepaalt de helling van de
aanbodcurve of de verschuiving leidt tot een relatief grote verandering van de equilibriumprijs en een
relatief kleine verandering in de equilibriumhoeveelheid, of vice versa. Wanneer de aanbodcurve
verschuift, is de helling van de vraagcurve bepalend.

VERANDERINGEN IN HET MARKTEQUILIBRIUM WANNEER BEIDE CURVES VERSCHUIVEN

Wanneer beide curves tegelijkertijd veranderen, weten we met zekerheid ofwel de richting van verandering
ofwel de equilibriumprijs of -kwantiteit, maar NOOIT allebei!

2.5 ELASTICITEIT

Steilere curves: prijsveranderingen zijn gecorreleerd met relatief kleine kwantiteitsveranderingen: lage
prijssensitiviteit.

Plattere vraag- of aanbodcurves: prijsveranderingen leiden tot grote kwantiteitsveranderingen: hoge
prijssensitiviteit.

, Elasticiteit= ratio van de procentuele verandering van de ene waarde ten opzichte van de procentuele
verandering in een andere waarde.

Prijselasticiteit van de vraag= procentuele verandering in gevraagde hoeveelheid die ontstaat door een
gegeven procentuele verandering in de prijs.

HELLING EN ELASTICITEIT ZIJN NIET HETZELFDE

De helling relateert een verandering op het ene niveau tot een ander niveau. Er zijn echter twee problemen
met alleen het gebruik van de hellingen van vraag- en aanbodcurves waardoor je niet de prijsresponsiveness
kunt meten:

1. Hellingen zijn afhankelijk van de metingseenheden.
2. Je kunt hellingen niet vergelijken bij verschillende producten.

Door gebruik van elasticiteiten om responsiveness uit te drukken vermijd je deze problemen: alles wordt
uitgedrukt in relatieve procentuele veranderingen.

PRIJSELASTICITEIT VAN VRAAG EN AANBOD

( % verandering∈gevraagde hoeveelheid ) D % ΔQ
D
Prijselasticiteit van de vraag= E =
(% verandering∈prijs ) %ΔP
Omdat de vraagcurve een neerwaarts verloopt kent, is de prijselasticiteit van de vraag altijd negatief of nul.

( % verandering∈aangeboden hoeveelheid ) % Δ QS
Prijselasticiteit van het aanbod=  E S=
(% verandering∈ prijs) % ΔP
De prijselasticiteit van het aanbod is altijd positief of nul omdat de aangeboden hoeveelheid toeneemt als de
prijs stijgt.

PRIJSELASTICITEITEN EN PRIJSRESPONSIVENESS

Wanneer vraag of aanbod erg prijssensitief is, leidt een kleine verandering in de prijs tot een grote verandering
in de gevraagde of aangeboden hoeveelheid. Een aantal voorbeelden:

- Markten met een hoge waarde bij prijselasticiteit van de vraag kunnen markten zijn waar
consumenten veel substituten hebben. Voorbeeld: fruitsoorten.
- Markten met een minder prijsgevoelige vraag hebben elasticiteiten met een lage waarde. Voorbeeld:
vraag naar snoep bij het circus.
- Markten van hoge prijselasticiteit van het aanbod (waar de aangeboden hoeveelheid sensitief is voor
prijsverschillen) kunnen markten zijn waarop het makkelijk is voor aanbieders om de
productiehoeveelheid aan te passen wanneer prijzen veranderen.
- Markten met lage prijselasticiteiten van het aanbod bieden kwantiteiten aan die nauwelijks reageren
op prijsveranderingen. Bijvoorbeeld op markten waar het voor producenten duur is om hun
productieniveaus aan te passen, of het moeilijk is de markt te betreden/uit te treden.

Een belangrijke factor die de flexibiliteit waarmee consumenten en producenten reageren op
prijsveranderingen, en dus de prijselasticiteit van de gevraagde en aangeboden hoeveelheid, is de tijdshorizon.
Op korte termijn worden consumenten beperkt in hun vermogen om consumptiepatronen te veranderen, maar
wanneer er meer beschikbare tijd is kunnen ze zich aanpassen waardoor ze flexibeler zijn. Ditzelfde geldt ook
voor producenten: hoe langer de tijdshorizon, hoe meer opties om de output aan te passen op
prijsveranderingen.

Om deze reden hebben de prijselasticiteiten van de vraag en het aanbod van de meeste producten een hogere
waarde (negatiever voor de vraag en positiever voor het aanbod) op lange termijn dan op korte termijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller businessstar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added