Hierbij deel ik mijn uitgewerkte AFPF leerdoelen. De leerdoelen die ik heb uitgewerkt is van blok 2B en is een goede basis om deel te kunnen nemen aan de kennistoets 5. Mij heeft het zeker geholpen en ik hoop dat jullie ook hier iets aan hebben.
,Leerdoelen AFPF; Casus 1. Peritonitis, operatie en anesthesie
Uitleggen wat het doel is van preoperatief onderzoek en waaruit dit bestaat
In Nederland ondergaan ongeveer 1,3 miljoen mensen per jaar een operatie. Voor de
ingreep wordt de patiënt door de anesthesist onderzocht. Dit preoperatieve onderzoek
heeft als doel het zo optimaal en veilig mogelijk laten verlopen van de anesthesie bij de
voorgenomen ingreep. In de meeste ziekenhuizen bestaan preoperatieve poliklinieken
waar de gezondheidstoestand van de te opereren patiënt onderzocht wordt.
Preoperatief onderzoek wordt verricht om de conditie van de patiënt en het
anesthesierisico vast te stellen. De complicaties die als gevolg van anesthesie kunnen
optreden, worden voor een groot deel bepaald door de lichamelijke, maar ook
psychische toestand van de patiënt.
Het preoperatief onderzoek wordt meestal door een anesthesioloog uitgevoerd, maar ook
door een psychican assistent. De basis van het preoperatieve onderzoek wordt gevormd
door de anamnese en het lichamelijk onderzoek. Aanvullend onderzoek wordt alleen op
indicatie verricht. Een voorbeeld van een aanvullend onderzoek is; onder andere
laboratoriumonderzoek (stolling, kruisbloed), maar ook een ECG of een X-thorax.
Daarnaast dient er geïnformeerd te worden over nuchter zijn, geen sieraden, niet roken
voor de operatie. Zoals eerder gezegd dient het onderzoek om een risico-inschatting te
maken. Hiervoor wordt onder andere gebruik gemaakt van de ASA- classificatie.
De aandachtspunten van de anamnese bij het preoperatieve onderzoek
benoemen
Bij de anamnese wordt er gevraagd naar bestaande of aangeboren aandoeningen. Er wordt
veel aandacht besteed aan de cruciale stelsels, zoals:
- Hart en vaatstelsel
,- Longen en luchtwegen
- Stollingsproblemen
In verband met mogelijke geneesmiddeleninteracties wordt gevraagd naar roken,
medicijngebruik, alcohol en drugs. Er wordt gevraagd naar allergieën (antibiotica, latex,
jodium). Patiënten die geen lichamelijke inspanning kunnen verrichten hebben grotere kans
op postoperatieve complicaties, daarom wordt gevraagd naar hun inspanningstolerantie. Ook
wordt gevraagd naar de reactie op eerdere anesthesie en op vreemde reacties op
anesthesie in de familie.
Operatierisico’s: rokers hebben een verhoogd operatierisico, dit neemt af als de patiënt acht
weken niet gerookt heeft. Dit geldt ook voor mensen die alcohol drinken, het risico neemt
aanzienlijk af als er een maand tevoren gestopt wordt.
Benoemen welke classificatie wordt gebruikt bij de risico-inschatting
De ASA- classificatie, zie tabel 12.1.
Het is van belang dat de anesthesioloog/ Psychican assistent goed informeert over het
onderzoek (algemene en voor de patiënt specifieke aspecten van de voorgenomen
anesthesie en zorg rond de operatie), de anesthesietechniek, de risico’s, mogelijke
complicaties en instructies aan de patiënt. Deze gegevens zijn tevens te herleiden aan de
hand van de ASA-classificatie.
Nog een belangrijk aspect bij een pre- operatief onderzoek:
De patiënt moet toestemming geven voor de behandeling (informed consent conform de
WGBO). De toestemming van de patiënt of zijn vertegenwoordiger voor de afgesproken
anesthesie (techniek) moet door de anesthesist worden verkregen en schriftelijk vastgelegd
in het medisch dossier. Tevens moet vermeld worden dat gesproken is over risico’s en
complicaties.
Uitleggen welke groepen patiënten er aanvullend laboratoriumonderzoek
krijgen bij het preoperatieve onderzoek
Vroeger werd veel geld en energie gestoken in routinelaboratoriumonderzoek, ecg’s en
thoraxfoto’s van patiënten die bij anamnese en lichamelijk onderzoek geen bijkomende
ziekten hadden. Onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat een dergelijke screening niet
waardevol is. Aanvullend laboratoriumonderzoek wordt alleen op indicatie gedaan.
- Zo wordt stollingsonderzoek gedaan bij patiënten met stollingsstoornissen of gebruik van
antistollingsmiddelen.
- Als er kans bestaat dat iemand een bloedtransfusie moet krijgen, wordt er bij voorbaat de
bloedgroep en resusfactor bepaald.
- Een thoraxfoto wordt alleen gemaakt als uit de anamnese of het lichamelijk onderzoek
verdenking bestaat op een longziekte, decompensatio cordis (hartfalen) of als de
operatie in de borstholte plaatsvindt.
- Bij patiënten boven de zestig jaar wordt meestal standaard een ecg gemaakt, omdat een
hartinfarct ook zonder symptomen kan verlopen. Verder wordt een ecg alleen verricht bij
patiënten met bijvoorbeeld hypertensie, diabetes mellitus, kortademigheid, oedeem aan
de benen.
- Wanneer bij het onderzoek afwijkingen zijn gevonden, wordt gekeken of het wenselijk is
de patiënt eerst door een medisch specialist te laten onderzoeken, bij ernstig hartfalen
bijvoorbeeld wordt de cardioloog geconsulteerd. Het hartfalen moet zo adequaat mogelijk
behandeld worden voordat tot operatie wordt overgegaan.
, De voorbereiding op de operatie samenvatten
Voor de operatie moet de patiënt zich douchen of wassen. Make-up, nagellak, piercings,
sieraden, gebitsprothesen en bril moeten verwijderd worden. Vroeger werd het
lichaamsdeel rond het operatiegebied voor de operatie van haren ontdaan. Preoperatief
scheren is echter een bewezen risicofactor voor het oplopen van een ziekenhuisinfectie.
Daarom wordt er alleen maar haar verwijderd als dat een indicatie is voor operatie
technische redenen (als het haar in de weg zit). De patiënt krijgt 1 tot 2 uur van te voren
zijn medicatie voor de operatie, meestal gaat het om (benzodiazepinen, opiaten,
anticholinergica, medicijnen tegen aspiratie, zoals een maagzuurremmer of
maagontlediging).Voordat de patiënt naar de OK wordt gebracht is het de bedoeling dat
die goed plast. Dit vermindert het risico op urineretentie, zeker als er een spinale
anesthesie (verdoving toedienen met een ruggenprik) wordt verricht.
Net voordat de patiënt naar de OK wordt gebracht, krijgt het een OK- jasje aan. De
chirurgen, OK- assistenten bereiden zich voor het aseptisch werken. Als de patiënt op de
operatieafdeling is gearriveerd, worden de gegevens van de patiënt en de ingreep
gecontroleerd. Zo ook aan welke zijde, links of rechts, de patiënt geopereerd wordt.
Tegenwoordig is het verplicht om de te opereren zijde af te laten tekenen door de
chirurg! Dit staat in de richtlijn Vermijden verkeerde kant operatie . De patiënt wordt
aangesloten aan de standaardbewaking: ecg, pulsoximeter (saturatiemeter) en
bloeddrukmeter. De uitgangswaarden worden vastgelegd. Afhankelijk van de
inleidingtechniek wordt een intraveneuze toegangsweg aangelegd. Bij volwassenen
gebeurt dit voor de inleiding. Jonge kinderen worden vaak eerst met inhalatieanesthetica
ingeleid. Het gebied waar de operatie plaats gaat vinden, wordt gedesinfecteerd, de rest
van het lichaam van de patiënt wordt met steriele doeken afgedekt. Nu kan de ingreep
beginnen. De anesthesist of anesthesiemedewerker bevindt zich aan het hoofdeinde van
de patiënt. De chirurg opereert samen met een assistent. Een tweede assistent houdt de
operatiewond open.
De aandachtspunten op de recovery benoemen bij algehele en regionale
anesthesie
De recovery (verkoeverkamer , uitslaapkamer ) is de afdeling waar de patiënten na de
operatie verzorgd worden. Bij minder complexe operaties gaat de patiënt naar de
recovery totdat pijn en bewustzijn goed onder controle zijn en de wond er goed uitziet.
Vervolgens gaat hij naar de verpleegafdeling. De patiënt wordt verzorgd door speciaal
opgeleide recoveryverpleegkundigen en anesthesiologen. Hoewel de meeste patiënten
goed herstellen na de operatie, kunnen toch ernstige complicaties ontstaan. Daarom
worden de patiënten na de operatie continu bewaakt op een gespecialiseerde afdeling.
Afhankelijk van het ziekenhuis gaat de patiënt na een ingrijpende operatie naar de
intensive care (IC), medium care of een 24-uursrecovery. De behandeltijd op de recovery
is maximaal 24 uur. Als de patiënt dan nog niet voldoende hersteld is gaat hij naar de IC.
Voor ontslag uit de recovery moet de totale score ten minste negen punten zijn, aan de
hand van de Aldrete- score:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kennisstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.72. You're not tied to anything after your purchase.