100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HC 2; aansprakelijkheidsrecht; (bewijs van) causaal verband $3.22
Add to cart

Class notes

HC 2; aansprakelijkheidsrecht; (bewijs van) causaal verband

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcollege 2; aansprakelijkheidsrecht; (bewijs van) causaal verband 2019/2020

Preview 2 out of 11  pages

  • August 24, 2020
  • 11
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
HC 2: Aansprakelijkheidsrecht: (bewijs van) causaal verband

De belangrijkste vraag bij aansprakelijkheid is heel vaak of er wel causaal verband is. Soms
kan een schadepost bijvoorbeeld meerdere oorzaken hebben. Bijv. een whiplash kan
verschillende oorzaken hebben. Verschillende professionals kunnen er ook verschillende
verklaringen voor hebben. Denk in de financiële hoek bijvoorbeeld aan schade die men zegt
opgelopen te hebben door onjuiste advisering.

Causaal verband

Uitgangspunt is dat iemand alleen die schade behoeft te vergoeden die door de gebeurtenis
waarvoor hij aansprakelijk is, is veroorzaakt.
Er bestaat in het algemeen geen goede grond om iemand aansprakelijk te houden voor
schade die hij niet heeft veroorzaakt, óók niet als deze persoon wél onrechtmatig heeft
gehandeld of er anderszins sprake is van een grond voor aansprakelijkheid.
Er zijn echter situaties waarin we afwijken van dit uitgangspunt (de persoon moet meer
schade vergoeden dan zijn aansprakelijkheid reikt). Denk bijvoorbeeld aan de 50% regel bij
een aanrijding tussen een gemotoriseerd voertuig en een niet-gemotoriseerde weggebruiker
(art. 150 WVW). Er wordt niet snel aangenomen dat een fietser fout heeft gehandeld. Ook al
heeft de fietser voor 70% bijgedragen aan het ongeluk, toch heeft hij altijd recht op 50%
vergoeding van de automobilist. We achten overmacht bij een automobilist niet snel
aanwezig. De automobilist vergoedt dan meer dan hij eigenlijk heeft veroorzaakt.
Dit geldt ook bij de 100% regel (bij jongere verkeersdeelnemers onder de 14).
Een ander voorbeeld is eigen schuld (art. 6:101 BW) > uitgangspunt is dat je kijkt naar een
causale verdeling (in welke mate de fout van de aansprakelijke partij en de fout van de
gedupeerde tot de schade hebben bijgedragen) > art. 6:102 BW bepaalt dat je hier een
billijkheidscorrectie op kunt toepassen wat kan leiden dat je minder of meer moet
vergoeden dan de uitkomst van de causale verdeling.
Risicoaansprakelijkheid is geen uitzondering op dit uitgangspunt. Je vergoedt namelijk hier
ook alleen de schade die is veroorzaakt door de persoon waarvoor jij aansprakelijk bent.

- uitgangspunt: c.s.q.n. > dit moet je eerst vaststellen > wat zou er gebeurd zijn als deze
gebeurtenis er niet zou zijn geweest? Je doet deze toets per schadepost.
- vervolgens: t.n.r. > kunnen we de schadeposten die in c.s.q.n.-verband staan in redelijkheid
toerekenen?

Het is denkbaar dat de c.s.q.n.-toets niet slaagt maar dat er op grond van de toerekening
naar redelijkheid toch een vergoedingsplicht bestaat. Deze uitzonderingen zijn echter
beperkt. De toerekening naar redelijkheid leidt in de regel tot een beperking van de
vergoedingsplicht. Welke schadeposten zijn in redelijkheid nog toe te rekenen? Soms kan de

, toerekening naar redelijkheid echter ook meebrengen dat iemand aansprakelijk is voor
schade die niet in c.s.q.n.-verband staat. Dit is dan een uitbreiding.

HR Fibromyalgie: iemand was aangereden en hij meldde zich later met fibromyalgie klachten
en daaruit voortvloeiende schadeposten. Fibromyalgieklachten zijn klachten aan de spieren
en zenuwpijn waardoor iemand vaak niet kan functioneren. Er werd een medisch
deskundige geraadpleegd. Aansprakelijkheid voor de aanrijding stond op zichzelf vast, maar
het debat ging over wat de schade was van deze aanrijding. De medisch deskundige zei dat
ze niet weten wat de oorzaken van fibromyalgie zijn. Het kan erfelijke aanleg zijn maar het
kan ook een trauma zoals een aanrijding zijn. Hij kon niet zeggen of deze klachten er zonder
de aanrijding niet waren geweest. De advocaat van het slachtoffer zei dat het toch wel
redelijk was om deze schade toe te wijden aan de aanrijding. De HR ging hier niet in mee.
HR: het verband tussen de fibromyalgie en de aanrijding is kennelijk te vaag en daarom kan
dit ook niet via de toerekening naar redelijkheid worden aangerekend. Je ziet dus als er geen
sprake is van c.s.q.n., de toerekening naar redelijkheid alleen wordt aangenomen als het een
wel echt met het ander te maken heeft. Er wordt dus terughoudend omgegaan met de
toerekening naar redelijkheid.
HR Kalimijnen: tuinders hadden hun bedrijf aan de oevers van de Rijn. Zij stelden de
Kalimijnen aansprakelijk omdat zij afvalwater loosden in de Rijn waardoor het water te zout
werd om te gebruiken als sproeiwater voor de gewassen. De tuinders moesten daarom
zuiveringsinstallaties aanleggen. De Kalimijnen zeiden dat ook als zij niet hun afvalwater
zouden lozen in de Rijn, dit water nog steeds te zout zou zijn. Niettemin werd toch
aangenomen dat er wel een verband was tussen het verhoogde zoutgehalte in de Rijn en de
lozingen van Kalimijnen. Dus zonder hadden er ook bepaalde maatregelen moeten worden
genomen, maar er is wel een bepaald lineair verband. Dit wordt wel genoemd als een
uitzondering op het uitgangspunt dat je zonder c.s.q.n.-verband in principe niet aansprakelijk
bent. De Kalimijnen werden toch aansprakelijk geacht.

Welke schade feitelijk door iemands onrechtmatige daad of wanprestatie is veroorzaakt,
plegen we vast te stellen aan de hand van het condicio sine qua non-criterium
De bewijslast van de aanwezigheid van csqn-verband rust volgens de hoofdregel van art. 150
Rv op de eisende partij
Hoe lever je dit bewijs? Hoeveel zekerheid moet je de rechter verstrekken? Er moet een
redelijke mate van waarschijnlijkheid zijn. Werken met een percentage lijkt wat lastiger.

Voor het in rechte bewezen zijn van het csqn-verband is voldoende is dat de rechter op basis
van de door hem als vaststaand aangenomen feiten oordeelt dat het csqn-verband met een
redelijke mate van waarschijnlijkheid is komen vast te staan.
Volledige zekerheid is voor het bewijzen van csqn-verband niet vereist.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kiki95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.22
  • (0)
Add to cart
Added