Examenvragen Osteologie 2
1. Bespreek de fonteinstreek bij het paard
Deze regio bevindt zich ter hoogte van de tarsus, namelijk bij het tarsocruraal gewricht. Hier zit een
ruim gewrichtskapsel tussen de talus, calcaneus en de distale epifyse van de tibia. Aan de dorsale
zijde van het tarsocrurale gewricht bevindt er zich de trochlea van de talus die articuleert met de
cochlea tibiae. In de fonteinstreek ligt het spatbeentje, dit is het os tarsi 1 en 2 versmolten. Op het
tarsocrurale gewricht komt ter hoogte van de fonteinstreek veel druk te liggen. Bij punctie van het
gewrichtsvocht hier zal dit vocht er dan ook uit spuiten. Distaal van de talus en proximaal van het
spatbeentje ligt het os tarsi centrale.
2. Waarom is een patellaluxatie frequenter bij kleine hondenrassen?
Bij kleine honden zijn de ligamenten vaak niet mee ingekort met hun kleinere voorkomen. Hierdoor
hebben de patellabanden meer flexibiliteit. Ook kan het zijn omdat de trochlea femoris ondieper is,
de ruimte waar de patella in ligt, waardoor de patella gemakkelijker uit de trochlea kan schieten. De
luxatie vindt meestal plaats naar mediaal. Bij carnivoren zijn er 3 verschillende banden, namelijk:
a. Ligamentum femoro-patellare laterale
a. Epicondylus lateralis femoris -> lateraal op de patellabasis
b. Ligamentum femoro- patellare mediale
a. Epicondylus medialis femoris -> mediaal op de patellabasis
b. Beiden zorgen voor het stabiel houden van de patella ter hoogte van de trochlea
femoris
c. Ligamentum patellae
a. Van apex patellae -> tuberositas tibiae
b. Carnivoren hebben dus maar 1 rechte patellaband
c. Ligt in de m.quadriceps femoris
Bij grote huisdieren is er naast de lig.femoropatellare laterale en mediale sprake van 3 rechte
patellabanden waardoor zij bijna nooit last hebben van een patellaluxatie. Dit zijn de volgende:
a. Lig. Patellae laterale
a. Bo : apex patellae -> lateraal van crista tibiae
b. Eq : apex patellae -> proximaal van crista tibiae
b. Lig. Patellae intermedium
a. Bo : apex patellae -> proximaal van crista tibiae
b. Eq : apex patellae -> mediaal van crista tibiae
c. Lig. Patella mediale
a. Fibrocartilago patellae -> mediaal op tuberositas tibiae
i. Dit ligament kan achter het tuberculum ossis femoris haken door het
aanspannen van de m.quadriceps femoris en is dus een belangrijk onderdeel
van het passief sta-apparaat ter hoogte van het achterbeen van het paard.
, 3. Bespreek podotrochleose.
Dit wordt ook wel navicular disease genoemd. Het is een aandoening van het straalbeen waarbij er
op RX-opnames gaten te zien zijn in het straalbeenbot. Dit kan komen door een ontsteking. Het dier
zal gaan manken, wat natuurlijk veel kan betekenen. Er is daarom geleidingsanesthesie vereist om
erachter te komen waar de oorzaak ligt van het manken. Je begint hierbij distaal en gaat steeds wat
hoger verdoven. Vroeger werd hiervoor een neurectomie aangewend, wat een tijdelijke oplossing is
van de pijn.
4. Waar voert men een epidurale anesthesie uit bij een koe? Bespreek deze locatie.
Dit wordt ofwel gedaan ter hoogte van het spatium sacrococcygeale intervertebrale (S5-Co1) ofwel
ter hoogte van het spatium intercoccygeale intervertebrale van de eerste en 2 e staartwervel (Co1 en
Co2). Hier bevindt er zich geen ruggenmerg meer, wat juist goed is. Enkel het arachnoidea is nodig
voor zo een anesthesie. Als je te veel weerstand voelt bij het verder steken van de naald is het
waarschijnlijk dat je tegen het corpus vertebrae aan zit.
Bij een hond zal een epidurale anesthesie met name gegeven worden in het spatium lumbosacrale.
Je zet het dier in hurkzit waardoor deze ruimte zal vergroten. Je voelt verder naar de
spinaaluitsteeksels van het sacrum en moet de naald craniaal hiervan in gaan steken. Je prikt dan het
lig. Interarcuale door met als bijkomstigheid een plofgeluid. De naald moet altijd verticaal geplaatst
worden tot dit geluid. Na het geluid moet je de naald niet meer verder steken.
5. Bespreek het ligamentum sacrotuberale (ligging, functie, diersoortverschillen)
Het ligamentum sacrotuberale heet ook wel de brede bekkenband. Het is een versteviging van het
iliosacraal gewricht ter hoogte van de achterzijde van het bekkenkanaal. Deze komt bij de hond voor
als een enkelvoudige dunne streng en is bij de kat afwezig. Bij grote huisdieren is deze erg
volumineus. Hij loopt bij de hond van pars lateralis sacrum+transversaal uitsteeksel caudaalwervel -
> tuber ischiadicum. Bij grote huisdieren bestaat de brede bekkenband uit een spinaal deel en een
tuberaal deel. Het spinale deel loopt van pars lateralis sacrum -> spina ischiadica. Het tuberale deel
loopt vanaf het pars lateralis CO1-> tuber ischiadicum. Hierbij moet het spinale deel NIET verward
worden met het lig.sacro-iliacum!
Bij grote huisdieren worden er 2 ruimtes gevormd door de heupbeenderen en de brede bekkenband.
Dit zijn het foramen ischiadicum minor en major. Major ligt hierbij ter hoogte van het ilium en de
minor ligt ter hoogte van het os ischium.
Bij het rund is dit een belangrijke structuur omdat deze gepalpeerd kan worden. De hardheid van het
ligament geeft dan aan wat het stadium van de dracht is. Hoe dichter naar de bevalling toe hoe meer
de band verweken zal door elastase. Bij het paard is dit ook het geval, maar bij het paard is dit niet
voelbaar omdat de bilspieren hierbij in de weg zitten.
Tussen het rectum en het zitbeen bevindt er zich een put, namelijk de fossa ischiorectalis. Wanneer
je met je duim in deze put gaat kun je met je andere vingers de brede bekkenband vastnemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrtheelise98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.