,Inleiding
Vanuit het Diakonessenhuis wordt er gewerkt met het Praktijkopleidingsboek (POB). Het
POB bestaat uit verschillende themakaarten over verschillende onderwerpen/handelingen
die voorkomen op de afdeling. Deze opdracht is een onderdeel van de themakaart:
toedienen van medicatie via natuurlijke toegangswegen. Op de afdeling C1 Longziekten
worden verschillende soorten medicatie gegeven. Deze medicatie is te verdelen in een
aantal groepen. In dit verslag worden de volgende geneesmiddelgroepen behandeld:
- Diuretica
- Benzodiazepine agonisten
- Opioïden
- Inhalatie medicatie
- Corticosteroïden
- Antistolling
- Antibiotica
Het is als verpleegkundige belangrijk om te weten welke medicatie je aan je patiënt geeft
en waarom je dit geeft. Elke soort medicatie heeft namelijk zijn eigen indicatie, werking,
klinisch effect, contra-indicaties, (mogelijke) interacties en bijwerkingen. Ook ben je
instaat de patiënt beter te begeleiden tijdens zijn of haar opname.
Dit verslag bestaat uit een casus over een patiënt met betrekking tot de medicatie. En
een uitwerking van de meest voorkomende medicatiegroepen op de afdeling. In verband
met de privacy refereer ik naar de patiënt met mw. X.. In bijlage 1 is het
medicatiegebruik van mw. X. uitgewerkt. En in bijlage 2 zijn medicijnen uitgewerkt die
over het algemeen veel voorkomen op de afdeling.
Casus beschrijving
Mw. X is een 61 jarige vrouw met eindstadium COPD (gold 4), met daarbij een chronische
hypercapnie. Dit is een overmatig gehalte aan koolstofdioxide in het bloed. Tevens heeft
mw. X. chronische sinusitis (bijholteontsteking) en psoriasis (huidaandoening).
2
, Op 21 augustus 2019 is mw. X opgenomen op de Intense of care van het
Diakonessenhuis. Op 22 augustus is mw. overgeplaatst naar de afdeling C1 longziekten in
verband met de volgende aspecten:
1. Respiratoire insufficiëntie. Hierbij is er sprake van onvoldoende gaswisseling. Mw. X.
heeft een te laag zuurstofgehalte in haar bloed en een te hoog koolstofdioxide gehalte in
haar bloed. Hierdoor kan het bloed van mw. X. zuur worden. Hiervoor krijgt mw. X. een
Non Invasive Ventilation (NIV). De NIV is een behandeling met een beademingsapparaat
dat ondersteuning biedt tijdens zowel de in- als de uitademing.
2. Exacerbatie COPD waarschijnlijk door een pneumonie (longontsteking). Op de X-thorax
(röntgenfoto van de borstkas) was op de linkerlong mogelijk een afwijking te zien. Bij een
exacerbatie van de COPD is er sprake van een longaanval. De klachten en symptomen
van de patiënt met COPD zijn verergerd. Dit uit zich in acute klachten die bestaan uit
meer (productief) hoesten, taaier slijm en/of kortademigheid.
3. Aanpassingsstoornis met angst/copingsproblemen.
Om het verhaal te verduidelijken heb ik in de onderstaande tabellen de voorgeschiedenis
van mw. X. en haar huidige medicatie gebruik uitgewerkt. De medicatie die mw. X.
gebruikt valt onder verschillende geneesmiddelgroepen. Deze geneesmiddelgroepen
werk ik verder uit in dit document.
Medicatie
Furosemide 20 MG, 1 keer per dag.
Zo nodig 1 extra bij oedeem en
pleuravocht.
Oxazepam 10 MG, 3 keer per dag
0,5 stuk.
Morfine 10 MG/ML, zo nodig 6 keer
per dag 2,5 MG.
Fenoterol/Ipratropium aerosol, 4
keer per dag 1 dosis.
Prednisolon 5mg, 1 keer per dag 30
mg.
Olodaterol/tiotropium, 1 keer per
dag 2 doses.
Mometason, 1 keer per dag 1 tot 2
spray(s) in ieder neusgat.
Salmeterol/fluticason aerosol, 2
keer per dag 1 dosis.
Fraxiparine 0,3ML (9500 IE/ML), 1
keer per dag 1 subcutane injectie.
Geneesmiddelgroep: diuretica
Mw. X. gebruikt Furosemide 20 MG, 1 keer per dag. Furosemide valt onder de
geneesmiddelgroep (lis)diuretica. Diuretica ookwel plasmiddelen genoemd, zorgen ervoor
dat je overtollig vocht kwijtraakt. Wanneer iemand teveel vocht vasthoudt kan er druk op
de bloedvaten komen te staan of kan iemand last krijgen van oedeem. Diuretica
stimuleert de aanmaak van de urine in de nieren waardoor het vocht beter afgevoerd kan
worden (Hartstichting, z.d.).
Er zijn verschillende soorten diuretica namelijk, zwakwerkende diuretica (thiaziden),
sterkwerkende plasmiddelen (lisdiuretica) en kaliumsparende diuretica. Mw. X. gebruikt
furosemide, dit is een lisdiuretica. Dit middel heeft een snelle en krachtige werking. Het
wordt gegeven wanneer er snel vocht moet worden afgevoerd. Bij mw. is dit omdat zij
soms last heeft van oedeem of pleuravocht.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenthu03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.