Oefentoets gebaseerd op oud-tentamenvragen en oefentoetsvragen uit het boek De Basis van Bedrijfseconomie voor non financials van Rien Brouwers, eerste druk. De oefentoets heeft 25 vragen en bevat een mix van begrippen-, meerkeuze-, en rekenvragen.
Oefentoets De Basis voor Bedrijfseconomie voor non financials
1. Welk van de onderstaande beweringen A en B is/zijn juist?
a. een variabel kostenbudget bestaat uit een variabel budget per eenheid van
de te verrichten activiteiten of prestaties.
b. bij een rechtlijnig verloop van de variabele kosten is het werken met een
variabele kostenbudget een goede keuze.
Antwoord: Beide beweringen zijn juist
2. Wat is de omschrijving van het begrip dekkingsbijdrage?
Antwoord: Het is het verschil tussen de verkoopprijs en de variabele kosten
per eenheid
3. Welke van de beweringen A en B is/zijn juist?
a. gedurende de aanloopfase van een nieuw project vinden voornamelijk
uitbereidingsinvesteringen plaats.
b. gedurende de aanloopfase van een nieuw project hebben de uitgaven
voornamelijk betrekking op het gebruik van de benodigde productiemiddelen.
Antwoord: Beide beweringen zijn onjuist
4. Waaraan is budgettering sterk verwant?
a. de PCDA-cyclus
b. de methode van ABC-costing
c. de methode van Earnings Before Interest and Taxes
d. de Balanced scorecard
Antwoord: A
5. Welk van de onderstaande beweringen A en B is/zijn juist?
a. het budgetteringsproces bestaat uit drie fasen: opstellen van budgetten,
afstemmen van budgetten op elkaar, beheersen van de
ondernemingsactiviteiten via de vastgestelde budgetten.
b. budgetten worden gebruikt om de uitvoering van activiteiten te evalueren
Antwoord: Beide beweringen zijn juist
, 6. Op 1 januari 2017 doet Hulliflex een investeringsuitgave van €26.000. De hieruit
voortvloeiende productieactiviteiten leveren op het eind van het eerste jaar een
verkoopopbrengst op van €12.000. Aan het einde van het tweede en tevens laatste
jaar bedraagt de opbrengst €15.000. Om vast te kunnen stellen of deze investering,
los van eventuele alternatieven, een goede beslissing is geweest, hanteert Hulliflex
een vermogenskostenvoet van 4%. Is deze investering succesvol geweest?
a. achteraf gezien was deze beslissing niet goed, want de contante waarde van
het na jaar 2 ontvangen bedrag is kleiner dan €26.000
b. achteraf gezien was deze beslissing niet goed, want de contante waarde van
het na jaar 2 ontvangen bedrag is groter dan €26.000
c. achteraf gezien was deze beslissing goed, want de contante waarde van het
na jaar 2 ontvangen bedrag is groter dan €26.000
d. achteraf gezien was deze beslissing goed, want de contante waarde van het
na jaar 2 ontvangen bedrag is kleiner dan €26.000
Antwoord: A
7. De projectleider heeft voor een investeringsproject over een bepaald jaar de
volgende gegevens verzameld:
- omzet = €800.000
- exploitatiekosten (exclusief afschrijvingen) = €300.000
- afschrijvingen = €50.000
- In het betreffende jaar vinden er geen investeringen of desinvesteringen in
vlottende of duurzame activa plaats
- het vennootschapsbelastingtarief is 25%
Hoeveel bedraagt de kasstroom in dit jaar?
a. €337.500
b. €387.500
c. €425.000
d. €550.000
Antwoord: B
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GaanVoorDie10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.