De volksstelling staat aan het begin van de ontwikkeling van enquêtes. Enquêtes spelen een
belangrijke rol bij opiniepeilingen. Het doel is dan inzicht krijgen in de meningen over politieke en
maatschappelijke vraagstukken, over producten, enzovoorts. Enquêtes worden gebruikt in markt- en
consumentenonderzoeken en allerlei andere onderzoeken. In Nederland zijn de eerste bureaus voor
markt- en opinieonderzoek in 1945 opgericht. Het doel van de enquête is het verzamelen van
informatie uit mededelingen van ondervraagde personen, ter beantwoording van een vooraf
geformuleerde onderzoeksvraag.
1.2 Enquête versus interview; kwantitatief versus kwalitatief onderzoek
Bij kwantitatief onderzoek gebruik je een gestructureerde dataverzamelingsmethode zoals een
enquête. Je wilt met de verzamelde informatie statische bewerkingen uitvoeren. Kenmerken van
gestructureerde vragen zijn: • de vragen zijn voor iedereen in principe hetzelfde, wel worden de
vragen soms aangepast aan specifieke kenmerken van de respondent (bv geslacht) • de
antwoordalternatieven zijn vooraf geformuleerd en voor iedereen hetzelfde • de antwoorden
worden systematisch geregistreerd omdat het duidelijk is welk antwoord de respondent heeft
aangekruist. Bij open vragen wordt het antwoord letterlijk genoteerd • de antwoorden worden
statisch geanalyseerd, het gaat niet om de antwoorden van afzonderlijke personen maar om de
totalen en de samenhang tussen kenmerken • bij enquêtes wordt vaak een groot aantal mensen
benaderd
Bij kwalitatief onderzoek ben je niet zo geïnteresseerd in cijfers. Om aan gegevens te komen gebruik
je ongestructureerde dataverzamelingsmethoden, bijvoorbeeld een open interview waarbij je
flexibel inspeelt op de onderzoekssituatie en de informatie die de respondenten geven.
De term open interview is een verzamelnaam voor alle interviews die niet zijn gestructureerd. De
vragen zijn niet vooraf gemaakt, maar meestal heb je wel een beginvraag en wat richtlijnen.
1.3 Wanneer gebruik je een enquête?
Het maken van een gestructureerde vragenlijst ligt voor de hand als je informatie van veel mensen
wilt hebben. Voordat je een enquête opstelt moet je voorkennis hebben over het onderwerp, zodat
je de mogelijke antwoorden kan bedenken. Kwalitatief onderzoek kan een goede voorbereiding zijn
op kwantitatief onderzoek. Ook inlezen is een goede manier.
Een enquête is handig als je iets wilt weten over: • attitudes: de houding van mensen tegenover
andere mensen, landen, bedrijven , producten etc • opinies: de mening die mensen hebben over een
bepaald onderwerp • gevoelens: producten, diensten, mensen e.d. roepen vaak bepaalde gevoelens
op (vb veilige auto) • gedachten • kennis • gedragsintenties: dingen die men van plan is te gaan doen
• omstandigheden: de positie die mensen in de samenleving innemen en kenmerken van de
omgeving waarin ze zich bevinden.
Al deze elementen zijn niet waar te nemen, je kunt het niet observeren. Je kunt er alleen via vragen
achter komen. Gedrag kun je wel observeren, en bovendien zijn mensen zich van bepaald gedrag
nauwelijks bewust. Hiernaar vragen heeft dus geen zin. Via observatie is het wel moeilijk om
motieven van iemands gedrag te zien. Naar sommige vormen van gedrag die moeilijk te observeren
zijn kun je beter vragen, zoals seksueel gedrag of gedrag in het verleden.
, 1.4 Wat zijn de voor- en nadelen van enquêtes?
Voordelen: • je kunt relatief snel, gemakkelijk en goedkoop grote groepen mensen bereiken • je kunt
in een betrekkelijk korte tijd veel informatie over veel verschillende mensen verkrijgen
Nadelen: • enquête resultaten kunnen onbetrouwbaar en niet-valide (niet in overeenstemming met
de werkelijkheid)zijn door gebrekkige zelfkennis, selectief geheugen en sociale wenselijkheid. De
situatie speelt mee. • enquêtes leveren in toenemende mate een relatief lage respons (non-respons
= geen reactie) op.
Om te enquêteren moet je eerst toestemming vragen. Veel mensen hebben, afhankelijk van de
situatie en het onderwerp, geen zin om hieraan mee te werken. De mensen die wel meedoen zijn
soms alleen een selectieve categorie van personen die een uitgesproken mening ergens over hebben
en die graag willen laten horen.
Als er veel non-respons is, is het belangrijk aanvullend onderzoek te doen. Non-respons vindt men
vooral onder mensen in een minder gunstige maatschappelijke positie.
1.5 Welke soorten enquêtes zijn er?
Enquêtes kun je in verschillende vormen afnemen: • schriftelijk (per post, per mail, op een
site/internet webgroep) • mondeling (face-to-face of telefonisch)
In de overweging kunnen de volgende punten een rol spelen: • de tijd die je hebt • de kosten die je
kunt maken • het karakter van de vragen (ingewikkeld, conditioneel (= afhankelijk van situatie),
privé, aantal) • de controlemogelijkheden en non-respons • het aantal mensen dat je wilt bereiken
Random digit dialing programma’s zijn computerprogramma’s die random telefoonnummers uit
verschillende landen draaien, dit is handig voor als je bijvoorbeeld een Europees onderzoek wilt
doen.
Bij CATI- programma’s (Computer Assisted Telephone Interviewing), verschijnen de enquêtevragen
op het computerscherm waarop de enquêteur dan de antwoorden kan aanklikken of invullen. Dit
programma regelt ook de routing van de vragen (bv als je een vrouw bent worden de mannenvragen
overgeslagen). De gegevens zijn direct beschikbaar.
Je kunt een CATI-programma ook gebruiken bij face-to-face afnamen. De enquêteur voert dan de
antwoorden in terwijl hij vragen stelt. Dan heet het een CAPI-programma (Computer Assisted
Personal Interviewing).
Websurveys zijn enquêteonderzoeken via internet, ook wel online onderzoek genoemd. De gegevens
kun je direct verwerken
Soms is het handig om van tevoren een introductiebrief te schrijven als je bijvoorbeeld iemand face-
to-face wilt interviewen bij hem thuis. Je vertelt dan wie je bent, wat je doet, waarom je wilt
interviewen en dat je belt voor een afspraak.
Een andere vorm van enquêtes afnemen is groepsgewijs afnemen. De mensen die je wilt benaderen
zitten soms al in groepen bij elkaar, denk aan klassen op een school. Je moet hier wel opletten dat de
mensen niet elkaars antwoorden beïnvloeden. Je hebt wel veel controle bij groepsgewijze afname.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xxxemmyxxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.