Een uitgebreide samenvatting van het vak Financieel Management in de K7. Voor het tentamen in combinatie met Ondernemingsrecht en Privacyrecht heb ik een 8,6 gehaald, zonder herkansing. De samenvatting is gemaakt aan de hand van de leerdoelen. Alle verplichte literatuur is erin verwerkt. Er worden ...
De student kan:
Een begroting (prognose van een winst- en verliesrekening) opstellen;
Begroting
− Een begroting is gericht op de toekomst.
− Het is van belang dat je een scenario voor ogen hebt. Hierbij bedenk je wat de inkomsten en
uitgaven zullen zijn.
− Je bekijkt deze over een bepaalde periode, bijvoorbeeld een maand, kwartaal of jaar.
Hieronder volgt een voorbeeld:
, De administratieve vereisten benoemen van een ondernemer/onderneming;
Ondernemers/natuurlijke personen moeten een administratie voeren. In de wet wordt dat op twee
plaatsen geregeld:
1. Art. 3:15i BW
o Lid 1: Verplicht eenieder die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent van zijn
vermogenstoestand, en van alles betreffende zijn bedrijf of beroep, naar de eisen van
dat bedrijf of beroep, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te
bewaren, dat te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
‘vermogenstoestand’ betekent de gegevens die we ook voor het opmaken van de
balans gebruiken.
LET OP: iemand die werkzaamheden binnen een arbeidsovereenkomst verricht, is niet
zelfstandig en heeft dus geen administratieplicht!
o Lid 2: Schakelbepaling naar lid 2 t/m 4 van art. 2:10 BW. Deze zijn van
overeenkomstige toepassing. Voor degene die een bedrijf of zelfstandig een beroep
uitoefent gelden dus tevens de volgende bepalingen:
Art. 2:10 lid 2 BW: Eis dat het bestuur jaarlijks binnen zes maanden na afloop van
het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de rechtspersoon moet
opmaken en op papier moet stellen.
Deze twee overzichten vormen tezamen met de toelichting daarop de jaarrekening.
Art. 2:10 lid 3 BW: Verplichting dat de bedoelde boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers gedurende 7 jaren bewaard moeten blijven.
Art. 2:10 lid 4 BW: Regelt verder dat de gegevens op een andere gegevensdrager
kunnen worden overgebracht en bewaard, mits de gegevens gedurende de gehele
bewaartijd beschikbaar zijn en binnen een redelijke tijd leesbaar kunnen worden
gemaakt.
2. Art. 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) = Belastingrecht.
Als een persoon ondernemer is geworden, dan wordt diegene op een andere
wijze in de inkomstenbelasting betrokken.
TIP!
Nog een belangrijke reden om administratie te voeren staat in art. 162 lid 1 Rv.
De rechter kan in de loop van een geding, op verzoek of ambtshalve, aan partijen of een van hen de
openlegging bevelen van boeken, bescheiden en geschriften die zij ingevolge de wet moeten houden,
maken of bewaren. Hiermee wordt bedoeld: de administratie die een ondernemer op grond van art.
3:15i BW of art. 2:10 BW moet voeren.
LET OP: als een partij niet aan dit bevel voldoet, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken
die hij geraden acht (art. 162 lid 2 Rv).
Waarom toch een administratie voeren als je geen ondernemer bent?
Je kunt de administratie gebruiken om te bewijzen dat je eigenaar bent van bepaalde goederen, zoals
roerende zaken.
Voorbeeld: iemand verkrijgt een zaak van een ander en die blijkt achteraf gestolen te zijn. De
vervreemder van het goed was dan niet bevoegd om over de zaak te beschikken en volgens art. 3:84
lid 1 BW is dan niet voldaan aan de vereisten voor een geldige overdracht. De betreffende persoon is
dan geen eigenaar geworden.
LET OP: de verkrijger die te goeder trouw is, wordt beschermd door art. 3:86 lid 1 BW.
,Het eigendomsrecht is dan wel op hem overgegaan. Er moet dan wel een reële tegenprestatie
hebben plaatsgevonden (niet gratis).
om de ‘goede trouw’ aan te tonen, heeft de verkrijger een onderzoeksplicht (art. 3:11 BW). De
goede trouw moet hij aantonen. Hij moet dan gedurende drie jaar na de verkrijging de gegevens
kunnen verschaffen die nodig zijn om degene de het goed aan hem vervreemdde, terug te vinden!
Conclusie: wanneer je dus de administratie goed bijhoudt, kan je aantonen dat je te goeder trouw
bent geweest. Denk aan aankoopdocumenten van zaken. Wanneer je dat niet kan, geldt de
bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder niet (art. 3:87 lid 1 BW) !!
De begrippen balans, vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, lang vreemd vermogen
en kort vreemd vermogen definiëren;
Balans
o Een balans is een overzicht van bezittingen en schulden die op geld zijn gewaardeerd, op een
bepaald moment.
o Een balans is een momentopname met daarin een overzicht van bezittingen en vorderingen
aan de ene kant en eigen vermogen en schulden aan de andere kant die op geld
waardeerbaar zijn.
Voorbeeld van een balans:
o Het overzicht heet balans, omdat de linker- en rechterzijde aan elkaar gelijk moeten zijn. Dit
wordt het formele evenwicht genoemd. De bezittingen worden ook de activa genoemd en de
schulden en het eigen vermogen ook wel de passiva.
o Het verschil tussen de bezittingen (X) en de schulden (Y) is het eigen vermogen (X - Y).
o In de kopregel van de balans staat op welke entiteit de balans betrekking heeft. Bijvoorbeeld:
natuurlijk persoon, rechtspersoon, goederengemeenschap, afdeling binnen een bedrijf, etc.
(zie voorbeeld (de heer Jansen).
! Ook staat in de kopregel het moment waarop de bezittingen en schulden zijn vastgesteld. (Zie
voorbeeld (01-01-2020)).
o Een balans is een momentopname.
Vaste activa
De linkerzijde van de balans (kapitaalstructuur).
Alle bezittingen (activa) die bedoeld zijn om de onderneming duurzaam te dienen.
o Vaste activa gaan voor de vervulling van hun functie meerdere productiecycli mee.
o Voorbeelden: bedrijfsgebouw en inventaris (dienstbaar aan het proces van inkopen, opslaan,
en het verkopen van goederen)
Vlottende activa
De overige activa. Het gaat bij het onderscheid tussen vaste en vlottende activa om de functie van het
actief bedrijfsproces.
, o Vlottende activa zijn goederen die in het proces ontstaan. Ze zijn met andere woorden het
resultaat van een productiecyclus.
o Voorbeelden: voorraden, debiteuren, liquiditeiten (zijn het resultaat van het
productieproces).
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is het verschil tussen de waarde van iemands bezittingen en schulden. Een
opsomming van bezittingen en schulden is een inventarisatie van de bezittingen en schulden.
LET OP: Wanneer iets niet tot de bezittingen behoort, dan maakt het geen onderdeel uit van het
eigen vermogen.
Vreemd vermogen: de rechterzijde van de balans (de schulden) = vermogensstructuur
Het is vermogen dat door derden aan de onderneming ter beschikking is gesteld (‘vreemd’).
Vreemd vermogen wordt door een schuldeiser voor een bepaalde tijd aan de onderneming ter
beschikking gesteld en moet daarna worden (terug)betaald.
Op grond van de duur van de terbeschikkingstelling van het vermogen wordt het onderscheid
gemaakt tussen:
1. Lang vreemd vermogen
2. Kort vreemd vermogen
o Lang vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen staat ter beschikking voor een periode van een jaar of meer.
Voorbeeld: Leningen bij een bank. Deze staan voor langere tijd ter beschikking.
o Kort vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen staat voor een kortere periode ter beschikking.
Voorbeeld: Leveranciers willen op korte termijn betaald krijgen.
Beschrijven wat het aggregatiebeginsel inhoudt;
Gelijksoortige bezittingen en gelijksoortige schulden worden samengevoegd op de balans (zie de
voorbeeldbalansen hieronder). Anders zou een balans erg lang en onoverzichtelijk worden.
Zo zullen alle vorderingen op handelsdebiteuren worden opgeteld. Hetzelfde geldt voor de schulden
aan leveranciers. Het boekhoudkundig beginsel heet het aggregatiebeginsel. Aggregeren betekent
optellen of samenvoegen. Dit verbetert de leesbaarheid en daardoor het inzicht in de balans.
VÓÓR TOEPASSING AGGREGATIEBEGINSEL
NÁ TOEPASSING AGGREGATIEBEGINSEL
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veerku. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.22. You're not tied to anything after your purchase.