Dit zijn (hele) uitgebreide aantekeningen van het derde hoorcollege van het vak Personen- en Familierecht. Dit vak wordt gegeven in het tweede jaar aan de RU.
Hoorcollege 3 Personen- en familierecht
19-09-2019
Huwelijksrecht
Vanaf vandaag gebruiken we enkele sheets. We gaan alleen de eerste 4 gebruiken.
Het huwelijk en het geregistreerd partnerschap zijn in beginsel met elkaar gelijkgesteld,
in ieder geval wat de vermogensrechtelijke gevolgen betreft (art. 1:80b BW). In artikel
1:80b lees je dat huwelijksvermogensrecht tevens partnerschapsvermogensrecht is. De
vermogensrechtelijke gevolgen van het GP zijn gelijk aan die van het huwelijk.
Voor ons is van belang of ook afstammingsrechtelijk en gezags-rechtelijk het huwelijk en
geregistreerd partnerschap zijn gelijkgesteld. Dat is grotendeels het geval, maar niet alle
gevallen zijn gelijk. We zullen zien dat je een onderscheid moet maken tussen het
huwelijk van een man en een vrouw, dan wel twee vrouwen enerzijds en het huwelijk of
het geregistreerd partnerschap van twee mannen anderzijds. Dus je kunt zeggen dat een
nieuwe discriminatie in de wet is gekomen in plaats van de oude discriminatie.
o Vroeger had je aan de ene kant de situatie van heteroseksuele personen en
anderzijds de situatie van homoseksuele personen. Die discriminatie is
gedeeltelijk opgeheven, maar nu in die zin dat je aan de ene kant man/vrouw en
vrouw/vrouw relatie moet stellen en aan de andere kant man/man relatie. Dus
eigenlijk is er een nieuwe discriminatie voor in de plaats gekomen.
o Dat is te verklaren door het feit dat binnen een man/man relatie geen kind kan
worden geboren. Je hebt altijd een derde nodig, een vrouw waaruit het kind
geboren wordt. Bij man/vrouw en vrouw/vrouw kun je zeggen dat het kind uit de
relatie c.q. binnen de relatie wordt geboren.
Verschil ‘uit’ en ‘binnen’
Als je het voorzetsel ‘uit’ ziet staan (dus geboren uit), dan wordt altijd gedoeld op een
heteroseksuele relatie.
Bij twee vrouwen kun je niet zeggen dat een kind uit de relatie wordt geboren maar
‘binnen de relatie’.
De wet is nu consequent in het gebruiken van die voorzetsels.
Bij twee mannen kun je niet zeggen dat het kind binnen of uit de relatie wordt geboren.
Als ze een draagmoeder hebben ingeschakeld, dan kun je wel zeggen dat het kind uit de
draagmoeder wordt geboren tijdens of staande de relatie van de twee mannen. Dit heeft
echter geen rechtsgevolgen. Als de draagmoeder is geregistreerd of gehuwd, dan is haar
partner de tweede ouder. De twee mannen staan er los van. Ze worden pas ouder door
adoptie.
Het huwelijk
We zitten in titel 5, artikelen 1:30 e.v.
Eerst iets over het huwelijk zelf wat wordt genoemd in artikel 1:30 BW. We gaan dan ook
meteen kijken naar het onderscheid tussen het homohuwelijk aan de ene kant en het
heterohuwelijk aan de andere kant.
Per 1 april 2001 is het homohuwelijk in de wet opgenomen. Belangenorganisaties zeiden
toen: je moet het woord ‘homohuwelijk’ niet gebruiken, want er is maar één huwelijk en
dat is het wettelijke huwelijk. Dit is fout volgens Nuytinck, want er bestaat wel een
homohuwelijk naar het heterohuwelijk. Hier bestaan verschillen tussen.
o Lid 1: Een huwelijk kan worden aangegaan door twee personen van verschillend
of van gelijk geslacht. Hier zie je dus dat er een homohuwelijk en
heterohuwelijk bestaat. Je hebt een huwelijk van twee personen van verschillend
geslacht en twee personen van gelijk geslacht.
1
, o Lid 2: De wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerlijke betrekkingen.
De wet beschouwt het huwelijk enkel in zijn burgerlijke betrekkingen. Het gaat alleen om
het civielrechtelijke huwelijk en niet om het kerkelijke huwelijk. Dat principe past de
wetgever niet geheel consequent toe, want we hebben een scheiding tussen kerk en
staat. Maar kijk naar artikel 1:69 BW. Daar staat dat je eerst naar het stadhuis moet,
voordat je naar de wet gaat. Nuytinck vraagt zich af waar de wetgever zich mee bemoeit.
‘Geen godsdienstige plechtigheden zullen mogen plaats hebben, voordat de partijen aan
de bedienaar van de eredienst zullen hebben doen blijken, dat het huwelijk ten overstaan
van de ambtenaar van de burgerlijke stand is voltrokken.’ De wetgever stelt dus dat je
eerst naar het stadhuis moet en daarna pas naar de kerk. Nuytinck vraagt zich af waar
de wetgever zich mee bemoeit. Hij wil dat het artikel wordt afgeschaft. Mening van
Nuytinck: als je consequent bent in de verdeling van kerk en staat, dan schrap je ieder
verwijzing naar godsdienstrechtelijke plechtigheden uit de civiele recht. Dit hangt samen
met artikel 1:30 lid 2. De wet beschouwt het huwelijk enkel in zijn burgerlijke
betrekkingen. Het draait om het civielrechtelijke huwelijk. We gaan het niet hebben over
het kerkelijke huwelijk, maar alleen over het civielrechtelijke huwelijk.
We gaan kijken naar de sheets 3 en 4. Je ziet daar een overzicht van de vier
geformaliseerde relaties die wij kennen. Met geformaliseerde relatie wordt bedoeld dat
het als een contract in de wet is benoemd en uitgewerkt. Het huwelijk staat in titel 5 en
het geregistreerd partnerschap in titel 5a (art. 1:80a e.v.).
Je ziet op de sheet: heterohuwelijk, homohuwelijk, hetero geregistreerd partnerschap en
homo geregistreerd partnerschap. Nuytinck maakt een onderscheid omdat er een
onderscheid gemaakt kan worden.
Mening Nuytinck: schrap het geregistreerd partnerschap af, aangezien toch allen
tegenwoordig de mogelijkheid van het huwelijk hebben.
Homo’s hadden in de periode van 1998-2001 alleen het GP, terwijl heteroseksuelen
konden kiezen tussen het huwelijk en het GP. Hier is volop over gediscussieerd en men
is tot de conclusie gekomen dat ook het huwelijk moet worden opengesteld voor
homoseksuelen. Dit is gebeurd op 1 april 2001 gebeurt.
Het geregistreerd partnerschap is ondanks alle kritiek niet afgeschaft. Dit komt omdat de
Staatssecretaris van destijds aanvoerde dat het familierecht voornamelijk ging over
emotie. Om juridische redenen kun je geregistreerd partnerschap afschaffen (iedereen
kan trouwen), maar vaak gaat het om emotie. Men kiest in de praktijk voor een
geregistreerd partnerschap, omdat men niet getrouwd wil zijn (ondanks de gevolgen,
want deze zijn praktisch hetzelfde). Vooral jonge mensen die nog niet willen trouwen
kiezen voor een geregistreerd partnerschap als er kinderen op komst zijn. Later als ze
geld hebben, gaan ze vervolgens toch trouwen.
In de praktijk bestaat er verwarring, omdat men het ziet als een soort
samenlevingscontract. Dit is echter niet waar. Het geregistreerd partnerschap is in veel
opzichten gelijkgesteld met het huwelijk. Niet-juristen denken vaak dat het een soort
samenlevingscontract is. Dit is fout, het huwelijk is een burgerlijke staat en het
geregistreerd partnerschap is dat ook. De gevolgen zijn in principe gelijk.
Vermogensrechtelijk is het gelijkgetrokken door artikel 1:80b BW. Gevoelsmatig zit er
echter toch een groot verschil.
Zeg dus niet dat een geregistreerd partnerschap een soort samenlevingscontract is, dit is
namelijk absoluut fout.
Een samenlevingscontract wordt gebruikt voor mensen die de vermogensrechtelijke
aspecten van het samenleven willen regelen. Ze worden ongehuwd en ongeregistreerd
genoemd. De informele relatie is dan ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. De
vermogensrechtelijke gevolgen zijn niet in de wet geregeld, want het
samenlevingscontract is niet in de wet geregeld. In dat samenlevingscontract kun je de
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NotarieelstudentRU. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.