Hoorcollege 4 Personen- en Familierecht
26-09-2019
Vernietiging van het huwelijk ex. art. 1:69 e.v.
De wetgever spreekt van ‘nietig verklaren’. Dit is een foute terminologie. Hij had het
moeten aanpassen aan artikelen 3:49 e.v.
Vernietiging vs. Ontbinding
o De gevolgen van vernietiging en ontbinding hier zijn te vergelijken met de
gevolgen van vernietiging en ontbinding in het algemene vermogensrecht.
o Artikelen uit het gewone vermogensrecht:
Vernietiging: art. 3:49 e.v. BW. In het bijzonder artikel 3:53
(voornamelijk eerste lid) BW over de terugwerkende kracht.
Vernietigen kan zowel in, als buiten rechten in het algemene
vermogensrecht. In het bijzonder is het rechtsgevolg terugwerkende
kracht hieraan verbonden. De rechtshandeling wordt dan geacht nooit
te hebben bestaan (art. 3:53 BW).
Ontbinding: art. 6:265 e.v. Geldt enkel voor wederkerige
overeenkomsten, in het bijzonder 6:269 vanwege het ontbreken van
terugwerkende kracht. Dit is de ontbinding die mogelijk is bij een
tekortkoming, al dan niet toerekenbaar. In art. 6:269 zie je dat de
ontbinding geen terugwerkende kracht heeft, maar
ongedaanmakingsverbintenissen ontstaan.
Artikelen uit boek 1 die hiermee corresponderen
o Artikel 1:69 e.v. In het bijzonder artikel 1:77 BW.
o Artikel 1:149 e.v.: ontbinding van het huwelijk, in het bijzonder door
echtscheiding. Overlijden kan natuurlijk ook. Ontbinding van het huwelijk is
ook het opschrift van titel 9.
Je ziet dat de gevolgen inderdaad in beginsel hetzelfde zijn, zoals in
het algemene vermogensrecht. De vernietiging van het huwelijk heeft
in beginsel terugwerkende kracht. Dat betekent dat het huwelijk geacht
wordt nooit te hebben bestaan. Ontbinding door het huwelijk door
echtscheiding natuurlijk niet. Bij echtscheiding zeg je niet dat het
huwelijk nooit wordt geacht te hebben bestaan. Ontbinding geldt ex
nunc en niet ex tunc. De ontbinding heeft juist geen terugwerkende
kracht.
Verschil: vernietiging kan alleen in rechte plaatsvinden. Artikel 1:69
e.v. gaan uit van een tussenkomst van een rechter. In beginsel is er
dus terugwerkende kracht, maar niet altijd.
o Artikel 1:77:
Lid 1: De nietigverklaring van het huwelijk werkt, zodra de beschikking
in kracht van gewijsde (gewoon rechtsmiddel mag dus niet meer ter
beschikking staan) is gegaan; zij werkt terug tot het tijdstip van de
huwelijksvoltrekking. Dit is precies hetzelfde als artikel 3:53 BW. Het
huwelijk wordt geacht nooit te hebben bestaan. Dit kan niet altijd het
geval zijn, van daar de uitzondering in lid 2.
Lid 2: Nochtans (je ziet dat er een uitzondering komt) mist de
beschikking terugwerkende kracht en heeft zij hetzelfde gevolg als een
echtscheiding: we zitten dan in artikel 1:149 BW.
a. Ten aanzien van de kinderen der echtgenoten; dat is volstrekt
logisch. Als je doet alsof het huwelijk nooit heeft bestaan, dan zijn de
kinderen niet binnen het huwelijk geboren met alle gevolgen van dien.
o Afstammingsrecht: Geen automatische familierechtelijke betrekking. Dit
wilde de wetgever niet, want het zou in nadeel van het kind zijn. Daarom vond
de wetgever het wenselijk om hier de vernietiging gelijk te stellen met een
1
, echtscheiding (art. 1:149 BW). De familierechtelijke betrekking blijft dus in
stand. Hier ontbreekt de terugwerkende kracht, dus het kind wordt gezien als
zijnde geboren uit/binnen het huwelijk. Op dit punt hetzelfde gevolg als een
echtscheiding. Kern: familierechtelijke betrekking blijft intact, net als bij
echtscheiding.
o Gezagsrecht: Ook het gezag is van belang. Als er geen huwelijk is, dan wordt
het gezag geregeld door artikel 1:253b BW. Alleen de moeder heeft dan
gezag. Als een kind binnen het huwelijk is geboren, is er gezamenlijk gezag
van de ouders. In dit kader is artikel 1:251 lid 2 BW van belang. Tijdens het
huwelijk is er sowieso gezamenlijk gezag voor de ouders, dat staat in lid 1,
maar ook na ontbinding van het huwelijk loopt het gezamenlijk gezag door. Je
kunt nooit scheiden van je kinderen. Het is dus volgens de wetgever in het
belang van het kind als gezamenlijk gezag blijft. Naar de kinderen toe houd je
de gezamenlijke gezag. Er zijn natuurlijk ook situaties dat het niet kan (dat
eenhoofdig gezag wenselijk is).
Kern: gezamenlijk gezag loopt door ex. art. 1:251 lid 2 BW. Dat is ook zo bij
vernietiging op grond van artikel 1:77 lid 2 aanhef en onder a. Op dit punt kun
je echtscheiding en ontbinding van het huwelijk gelijkstellen.
Nog een opmerking over vorige week: transgendersituatie kan een voorbeeld zijn
van dwaling in de identiteit. Je kunt dan het huwelijk vernietigen op grond van artikel
71 lid 2. Dat is theoretisch, want in de praktijk zal meestal de weg van de
echtscheiding worden gekozen. Daar stel je duurzame ontwrichting van het huwelijk
terwijl de rechter de duurzame ontwrichting inhoudelijk niet onderzoekt. Doe je een
beroep op vernietiging van het huwelijk, dan is het veel lastiger. Dus de
transgendersituatie is een goed voorbeeld van dwaling in de identiteit, naast de
voorbeelden die in de parlementaire geschiedenis worden gegeven. Leer ook de
voorbeelden uit de parlementaire geschiedenis!
Geregistreerd partnerschap
Loopt in veel opzichten gelijk met het huwelijk, ook qua rechtsgevolgen. We hebben
in 2014 een belangrijke wetswijziging gekregen, namelijk de Wet Lesbisch
Ouderschap. Die wet heeft ervoor gezorgd dat ook het geregistreerd partnerschap nu
afstammingsrechtelijke gevolgen heeft. Alleen voor het huwelijk tussen een man en
een vrouw en het huwelijk tussen twee vrouwen. Niet het huwelijk van twee mannen
en niet het GP van twee mannen. Het heterohuwelijk en heteropartnerschap kun je
met elkaar vergelijken en bij de situatie van huwelijk en GP tussen gelijke geslachten
moet je een onderscheid maken. Het huwelijk en GP van twee vrouwen heeft wel
afstammingsrechtelijke gevolgen, maar het huwelijk en het GP van twee mannen
hebben die gevolgen niet. Het is een nieuwe vorm van discriminatie.
Vóór 1 april 2014 hadden we het onderscheid tussen aan de ene kant de
heterosituatie en aan de andere kant de homosituatie. Nu is er een nieuwe
discriminatie opgetreden. Je hebt enerzijds de heterosituatie en de situatie van twee
vrouwen en anderzijds de situatie tussen twee mannen.
o Ratio: binnen het huwelijk van twee mannen kan geen kind worden geboren.
Ze hebben een derde nodig. Binnen hun relatie kan geen kind worden
geboren, laat staan uit hun relatie. De discriminatie die de wetgever maakt is
dus gerechtvaardigd. Je mag discrimineren naar mate van ongelijkheid.
Titel 5A is een grote schakebepaling. Dat is de kortst mogelijke samenvatting. Er
wordt verwezen naar alle relevante bepalingen, zowel van het huwelijksrecht als
van het huwelijksvermogensrecht. Huwelijksrecht hebben we behandeld, dat is
namelijk titel 5. Huwelijksvermogensrecht regelt de vermogensrechtelijke gevolgen
van het huwelijk. Huwelijksvermogensrecht is geregeld in titels 6, 7 en 8 van boek 1,
meteen na de titel over huwelijksrecht.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NotarieelstudentRU. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.