Door middel van deze samenvatting heb ik een 8,7 gehaald voor het tentamen inleiding straf- en strafprocesrecht, het tweede deel dat gaat over strafprocesrecht,
Many good points of interest and many similarities with current exam material
By: SamyaAkabbal • 4 year ago
Seller
Follow
Haloum
Reviews received
Content preview
Week 5
Chronologie strafproces
1. Opsporing
Politie en justitie, waarbij verschillende opsporingsmethoden en dwangmiddelen
worden ingezet om tot de waarheid te komen.
*algemene alcoholcontrole is geen opsporing.
2. Vervolging
Rechter wordt in de zaak betrokken om bijvoorbeeld vrijheidsbenemende
dwangmiddel te verlengen.
3. Onderzoek ter terechtzitting
Start rechtszaak.
4. Tenuitvoerlegging
Straf wordt uitgevoerd.
Heel deze procedure = strafvordering.
Doel strafvordering
- Bescherming door de overheid: instrumentaliteit
Bescherming voor de burgers door daders weg te houden van de maatschappij.
OVJ moet middelen hebben om daders strafbaar te stellen.
- Bescherming tegen de overheid: rechtsbescherming
Bescherming voor de verdachte, hij heeft ook rechten.
,Strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
Art. 1 Sv Strafvordering heeft alleen werking op de wijze bij de wet voorzien.
Wet = wet in formele zin.
Waarom?
- Rechtszekerheid
Strafvordering maakt inbreuk op grondrechten van burgers.
Als ook lagere overheden dit zouden doen, zouden mensen niet weten waar ze aan
toe zijn.
Lagere overheden mogen alleen strafbare feiten (overtredingen) maken maar geen
strafvordering.
HR Muilkorf
- Op grond van art. 1 Sv mogen regels over strafvordering alleen in een formele
wet worden gegeven.
- Democratie
Meerderheid stem van volk geeft doorslag van wat de overheid moet doen om op te
treden tegen strafbaar gedrag.
- Rechtseenheid
In heel het land dezelfde regel qua formeel strafrecht.
Bronnen van strafprocesrecht
Waar leidt het allemaal toe?
- Bevoegdheden en procedures voor verwezenlijking materieel strafrecht om de
waarheid te vinden.
Geeft politie en justitie instrumenten om waarheid te vinden.
- Voorkoming van willekeur
Geschreven regelingen zorgen ervoor dat de officier van justitie niet zomaar iemand
kan vervolgen.
De instrumenten worden ook begrensd (bv. niet 25 dagen lang verhoren).
- Voorzienbaarheid en berekenbaarheid van overheidsoptreden
Rechtszekerheid.
- Kanalisering van overheidsmacht
Rechtsbescherming door en tegen de overheid.
*Wet bevat open systeem.
Spanning tussen art. 1 Sv en praktijk, waarbij veel acties niet geregeld kunnen worden in de
wet.
HR Braak bij binnentreden
- Wettelijke bevoegdheid tot binnentreden
- Binding aan beginselen van goede procesorde.
HR: gelet moet worden op het proportionaliteitsbeginsel: de inbreuk (braak) mag niet groter
zijn dan door de omstandigheden gevorderd.
Dus een opsporingsambtenaar is niet in alle gevallen gerechtigd zich toegang te verschaffen
tot de woning door middel van braak.
,Verdachte
Art. 27 lid 1 Sv definitie verdachte, fase van opsporing.
- Waarborgfunctie
Dwangmiddelen kunnen alleen tegen verdachte ingezet worden.
- Rechtsbescherming
Als je eenmaal verdachte bent, heb je aanspraak op bepaalde rechten.
Eisen verdachte
- Strafbaar feit
Er moet een strafbaar feit gepleegd zijn. Artikel benoemen.
- Redelijk vermoeden van schuld
Het gedaan hebben.
De gemiddelde burger zou deze persoon onder normale omstandigheden als
verdachte aanmerken.
- Feiten en omstandigheden
Redelijk vermoeden van schuld moet berusten op objectieve feiten en
omstandigheden die in de richting van die ene persoon wijzen.
Kunnen ook voortvloeien uit ervaring HR Damrak
HR Damrak
In dit arrest stelt de Hoge Raad dat de agenten in casu gezien hun ervaring
betreffende drugsdeals van een redelijk vermoeden van schuld, zoals genoemd in
art. 27 Sv, mochten uitgaan.
*HR De hollende kleurling
De enkele omstandigheid dat iemand uit de richting van een café komt rennen dat bekend
staat als een verzamelplaats voor handelaren en gebruikers van verdovende middelen levert
niet een redelijke vermoeden van enige strafbaar feit als bedoeld in art. 27 Sv.
Onschuldpresumptie
Art. 6 lid 2 EVRM
Verdachte is nog geen dader.
Onschuldig tot tegendeel bewezen is.
Nemo tenetur-beginsel
- Art. 29 lid 2 Sv
Verdachte mag zwijgen, hoeft niet te werken aan zijn eigen veroordeling.
Bloed, adem, DNA etc. mo-gen wel onafhankelijk van de wil van de verdachte,
desnoods van dwang, afgenomen worden.
Dus het beginsel strekt eigenlijk alleen toe tot het zwijgrecht.
- Art. 29 lid 1 Sv
Verdachte mag niet onder druk worden gezet om alsnog een verklaring af te leggen
onder dwang. pressieverbod
Zo een verhoorsetting zet altijd druk op een persoon, maar art. 29 lid 1 Sv gaat erom
dat de verhorende ambtenaren begrensd zijn en geen druk wordt uitgeoefend.
, Verhoor
Alle vragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkt persoon
betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit.
Iedere vraag ten aanzien van de verdachte zijn betrokkenheid bij het strafbare feit.
Maakt niet uit of het op het bureau is of buiten.
DUS
Niet iedere vraag. De vragen moeten betrekking hebben op het strafbaar feit.
Er moet dan een CAUTIE gegeven worden = wijzen op zwijgrecht art. 29 lid 2 Sv.
HR Plasticboodschappentasje
Raymond P. – een verslaafde – een bekende v.d. politie – loopt met een tasje;
verbalisanten vragen hem wat daarin zit
‘Boeken’
‘Waar heb je die gekocht?’
‘Gestolen’
Aanhouding op verdenking van diefstal
HR: agenten merkte hem nog niet aan als verdachte toen ze vroegen wat er in het
tasje zat. Er was nog geen sprake van een redelijk vermoeden.
Dus ze hoefden hem nog niet de cautie te geven, want dat wordt alleen bij een
verdachte gedaan.
Hoeft pas gegeven te worden op het moment dat iemand wordt aangemerkt als
verdachte.
*De cautie hoeft pas gegeven te worden indien iemand als verdachte in de zin van art. 27 Sv
wordt aangemerkt. Verklaringen die zijn gedaan voordat iemand als verdachte werd
aangemerkt kunnen als bewijs worden gebruikt.
‘verdenking’ = toetsen aan art. 27 Sv.
Rechtsbijstand
Art. 28 e.v. Sv.
Politie moet je vertellen dat je recht hebt op:
- Consultatiebijstand: art. 28c Sv
Recht op overleg met advocaat voorafgaand het verhoor.
- Verhoorbijstand: art. 28d Sv
De advocaat zit naast de verdachte tijdens het verhoor.
****afstand doen van advocaat mogelijk art. 28a Sv.
Driedeling art. 28b Sv
- Bij ernstige zaken (12 jaar of meer)
Er wordt zonder meer een raadsman toegewezen (pro deo)
- Voorlopige hechtenis feiten maar minder dan 12 jaar
Niet zonder meer een raadsman. Verdachte moet erom verzoeken.
Hij moet wel de vraag krijgen of hij het wil.
Niet per se pro deo (ligt aan financiële situatie verdachte)
- Feiten geen voorlopige hechtenis
Verdachte moet zelf een raadsman benaderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Haloum. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.