Staat criteria
- Territorium: grondgebied
- Volk: een gemeenschap van mensen
- Gezag: uitgeoefend over het volk
Gezag bij één persoon absolutisme
Gezag bij bepaalde groep personen, die door volk gekozen zijn democratie
- Regering: door een overheidsorganisatie.
Ontwikkeling rechtsstaat en democratie
- Theocratische staatsopvatting (theos = god)
Gezag kwam toe aan één persoon, meestal de vorst.
Vorst rechtvaardigde zijn gezag door te stellen dat het gezag aan hem is toegekend
door GOD.
Normen waren dus vooral gebaseerd op religie en kon je dus niet aan twijfelen, want
betreft hoogste bron.
Deze opvatting is gebaseerd op Augustinus
- Natuurrecht: feodale staat
Vorst leende grond aan zijn trouwe onderdanen. Onderdanen hadden grond nodig
voor voeding en ze betaalden daarvoor belasting aan de vorst.
Vorst betaalde met dat geld het leger om het volk te beschermen.
Betreft wederzijdse afhankelijkheden tussen vorst en leenmannen.
Die afhankelijkheden zijn normen die voortvloeien uit het natuurrecht.
Natuurrecht bestaat uit vormen die voortkomen uit noodzakelijke manier van leven.
Thomas van Aquino was grondlegger van natuurrecht, maar had nog wel
theocratische staatsopvatting. Natuurrecht was volgens hem nog wel voor een deel
religieus geinspireerd, maar hebben minder absoluut karakter dan bij theocratische
staatsopvatting.
- Model van absolute staat, met absolute vorm van staatsgezag
Afstand tussen vorsten en onderdanen werd groter doordat vorsten meer grond
wilden bemachtigen. Er ontstonden GROTE koninkrijken met maar één centrale
heerser.
Bekendste absolute heerser is Lodewijk de 14e (zonnekoning).
Zijn citaat: ‘’L’état c’est moi’’ wat in belang van Lodewijk was, was ook in het
belang van de staat.
Jean Bodin(filosoof) rechtvaardigde de absolute wijze van staatsgezag. Hij wees op
belang van soevereiniteit: concentratie van macht op één plek.
, - Klassiek-liberale rechtsstaat
Absolute vorsten worden van troon gestoten tijdens Franse revolutie. Einde van
Ancien Régime.
Kwam behoefte aan model waarbij niet één persoon alle macht had, want anders
werd macht misbruikt.
Grondleggers van klassiek-liberale rechtsstaat =Locke, Montesquieu en Rousseau.
Zij schreven geschriften over machtsevenwichten vrijheden van burgers: een staat
waarvan de bevolking profiteert.
Deze vorm van rechtsstaat was gebaseerd op vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Uitgangspunt was beperkt overheidsgezag en onbeperkte vrijheden voor burgers.
Klassiek-liberale rechtsstaat
Recht moet individuele vrijheden beschermen door middel van de volgende principes:
- Legaliteitbeginsel
Alle overheidsoptreden dat een inbreuk maakt op de vrijheden van burgers moet
gebaseerd zijn op een wettelijke grondslag.
- Machtenscheiding
De macht moet niet in handen zijn van één persoon of een kleine selecte groep, want
dan wordt er gauw misbruik gemaakt van die macht.
Wetgevende macht regering + Staten-Generaal tezamen
Uitvoerende macht regering (Koning + ministers)
Rechtsprekende macht rechters
- Grondrechten
Burgers hebben fundamentele rechten en vrijheden die de overheid moet
eerbiedigen.
- Rechterlijke controle (op overheidsoptreden jegens burgers)
‘’Niemand dient rechter in eigen zaak te zijn.’’ Om die reden treedt de rechter op als
derde, onafhankelijke persoon. De rechter is degene die toezicht houdt of
overheidsoptreden wel gebaseerd is op een juridische grondslag (Algemene
beginselen van behoorlijk bestuur, grondrechten etc.)
Reden dat rechters voor het leven benoemd worden, is zodat ze onafhankelijk
rechtspraak kunnen doen.
Klassiek-liberale opvatting van ‘’wet’’ formele wet.
,Democratische rechtsstaat (NL is van klassiek-liberaal naar democratisch overgegaan
in 19e eeuw) (vult klassiek-liberale rechtsstaat aan)
- Machtenscheiding
Om machtsmisbruik te voorkomen.
Wetgevend, uitvoerend en rechtsprekend.
*maar ook burgers via het parlement (verkiezingen) te betrekken.
- Legaliteitsbeginsel
Alle handelingen van de overheid moet gebaseerd zijn op een rechtsregel.
- Grondrechten
Fundamentele rechten van burgers waar de overheid geen inbreuk op mag maken,
tenzij de wet daar een bevoegdheid voor geeft.
- Toegang tot onafhankelijke rechter
Waarborgt de eerste drie beginselen. Als de overheid optreedt tegen de burger moet
de overheid zich houden aan de eerste drie beginselen. Als er een probleem is dan
moet de burger de kans hebben om naar de rechter te kunnen gaan.
- Democratie
Overheidsoptreden moet aanvaardbaar zijn. Legitiem.
Wanneer is overheidsoptreden legitiem? formele wetten moeten worden
aangenomen door volksvertegenwoordigers die door de meerderheid van het volk
gekozen zijn.
+actief en passief stemrecht sinds 1917 en 1919.
+politieke grondrechten, zodat burgers deel kunnen nemen aan politiek door bv. het
oprichten van een vereniging (art. 8 Gw) en vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw).
+pluriforme media via radio, tv en internet. Zodat burgers hun eigen standpunt
kunnen creëren. GEEN censuur meer.
+ook komt er openbaarheid van bestuur. De besluiten die overheden nemen moeten
openbaar worden gemaakt, want anders kan je niet controleren wat de overheid doet.
Actieve openbaarheidsplicht wordt van bestuursorgaan verwacht dat ze informatie
verschaft op eigen initiatief omtrent zijn beleid. Bv. de uitvoering en voorbereiding van
een besluit.
Passieve openbaarheidsplicht bestuursorgaan moet op verzoek informatie
verschaffen (art. 3 lid 3 Wob).
Vormen van democratie
- Directe democratie
Burgers kunnen rechtstreeks invloed uitoefenen op de besluiten van de staat. Bv.
door een referendum.
- Indirecte democratie
Burgers kunnen indirect invloed uitoefenen op de besluiten van de staat. Meestal
door middel van kiezen van volksvertegenwoordigers (1e en 2e kamer).
,Sociale rechtsstaat (NEDERLAND)
Eind 19e eeuw.
Overheid trad actief op, waardoor voor alle burgers gelijke kansen kwamen. De staat diende
de kwetsbare groepen te beschermen.
Kenmerken zijn vooral het hanteren van beschermend, stimulerende en herverdelende
maatregelen.
Dit heeft geleid tot de sociale grondrechten in de Grondwet = actieve verzorgingsstaat.
Rechtsstaat
Ontwikkelt continue.
- Legaliteitsbeginsel
Al het overheidsoptreden dat inbreuk maakt op de vrijheid van burgers moet op een
wettelijke grondslag berusten.
Omdat overheidsoptreden ingrijpende gevolgen met zich meebrengt, mag het
optreden niet willekeurig zijn.
- Machtenscheiding
o Horizontaal
Scheiding van uitvoerende macht, wetgevende en rechtsprekende macht
Verschillende organen zijn belast met bepaalde taken die zij deels zelfstandig
en deels in samenwerking met elkaar uitoefenen. Hierdoor ontstaat onderlinge
afhankelijkheid en controle (CHECKS AND BALANCES)
o Verticaal
Verdeling van machten op verschillende niveaus. Macht wordt gespreid over
hogere en lagere overheden.
- Grondrechten
Fundamentele vrijheden en rechten die zijn neergelegd in de Grondwet.
- Onafhankelijkheid en onpartijdige rechter
Hij biedt bescherming tegen willekeurig en onrechtmatig overheidsoptreden.
, Toetsingsverbod art. 120 Gw
Valt onder beginsel ‘’machtenscheiding’’.
Rechter mag niet beoordelen of een wet in strijd is met de GRONDWET of VERDRAGEN.
- Reden 1 - machtenscheiding
De wetgever maakt de wetten. De rechter zou anders het werk van de formele
wetgever doen, op stoel van wetgever zitten. Wetgever moet wetten maken die niet in
strijd zijn met grondwet.
- Reden 2 - democratie
Regering en Staten-Generaal worden democratisch verkozen.
Rechter zijn niet democratisch verkozen, dus de rechter moet niet werk van wel-
democratisch gekozen organen gaan lopen kritiseren.
**Grondwet toetsen aan verdragen mag wel.
GEEN zuiver stelsel van machtenscheiding in Nederland
- Rechters worden door de regering (uitvoerende macht) benoemd.
Dus kan gebeuren dat rechters selectief gekozen worden.
- Regering heeft dubbele pet op. Is zowel uitvoerende macht maar hoort samen met de
Staten-Generaal ook tot de wetgevende macht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Haloum. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.