Administratieve en comptabele informatie 1b (FEB13020)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Book
Boekhouden geboekstaafd 3
Dit is een Nederlandse samenvatting van ACI 1b, van zowel het boek als de hoorcolleges. Uiteraard bestaat er ook een voordeligere bundel met zowel de samenvatting als uitwerkingen! Voor dit vak heb ik een 9,1 behaald.
Administratieve en comptabele informatie 1b (FEB13020)
All documents for this subject (3)
1
review
By: sharthymaria • 10 months ago
Seller
Follow
sanneerasmus
Reviews received
Content preview
Administratieve & comptabele informatie deel 1b
Hoorcollege 1
Balans = een overzicht, op een bepaalde datum, van de activa en passiva van een
vennootschap.
Balans in verticale vorm: Balans in scontrovorm:
Materiële vaste activa
- Herwaarderingsreserve →
* De herwaarderingsreserve wordt per individueel actief bepaald.
* Een positieve herwaardering van een actief leidt tot een mutatie in de
herwaarderingsreserve en wordt niet in de winst- en verliesrekening verwerkt,
tenzij het een terugneming betreft van een waardevermindering van het actief dat
eerder in het resultaat is opgenomen.
* Een negatieve herwaardering wordt wel in de winst- en verliesrekening verwerkt,
voor zover niet eerder positieve herwaarderingen ten aanzien van het betrokken
actief zijn doorgevoerd, er kan dus geen negatieve herwaarderingsreserve ontstaan!
* Volgens de Nederlandse wetgeving is het verplicht de herwaarderingsreserve te
verminderen met het gerealiseerde bedrag van zowel het verbruik (afschrijving) als
de vervreemding van het actief.
* De herwaarderingsreserve is niet hoger dan het verschil tussen de boekwaarde op
basis van de verkrijgingsprijs en de boekwaarde op basis van actuele waarde.
Voorbeeld = Machine X heeft een aanschafprijs van €50.000. De levensduur is 4 jaar,
de restwaarde is nihil. Op 1 januari van jaar 3 stijgt de aanschafwaarde van machine X
met 10%.
Afschrijving jaar 1 en 2: 50.000/4 = €12.500
Boekwaarde op 1 januari van jaar 3: 50.000 – 2*12.500 = €25.000
Stijging aanschafwaarde: 10% van 25.000 = €2.500
Journaalpost jaar 1 en 2:
Afschrijvingskosten 12.500
Machine 12.500
Journaalpost n.a.v. herwaardering (eind jaar 2):
Machine 2.500
Herwaarderingsreserve 2.500
Afschrijving jaar 3 en 4 = (25.000 + 2.500)/2 = €13.750
Journaalpost jaar 3 en 4:
Afschrijvingskosten 13.750
Machine 13.750
- Impairment →
* Bijzondere waardevermindering; extra afschrijving, naast systematische
afschrijvingen, van vaste activa omdat de realiseerbare waarde (hoogste van de
directe opbrengstwaarde en indirecte opbrengstwaarde (=bedrijfswaarde)) lager is
dan de boekwaarde.
* De impairment test doe je bij aanwijzingen voor bestaan van een bijzondere
waardeverminderingen. Drie fasen:
1. Nagaan of er aanwijzingen zijn voor het bestaan van bijzondere
waardeverminderingen
2. Als aanwijzingen bestaan: het bepalen van de realiseerbare waarde
3. Het vergelijken van de realiseerbare waarde met de boekwaarde; is de
realiseerbare waarde lager dan de boekwaarde, dan is er sprake van een
bijzondere waardevermindering
Eigen vermogen
Categorieën:
- Aandelenkapitaal → * Tegen nominale waarde.
- Agio → * Ontstaat bij emissie met een aandelenprijs boven de
nominale waarde.
* Vrije reserve
* De emissiekosten gaan ten laste van het agio.
- Herwaarderingsreserve → * Herwaarderingsreserve per actief
* Mag niet negatief zijn
* Gerealiseerde herwaarderingsreserve valt vrij (= gaat
naar algemene reserve)
- Overige wettelijke reserves→ * Wettelijke reserve immateriële activa
* Wettelijke reserve deelnemingen
- Overige reserves → * Overige vrij ter beschikking staande reserves
* Winstreserve
* Dividendreserve
* Algemene reserve
- Inkoop eigen aandelen → * Contra-account van eigen vermogen (verlaagt EV)
Treasury stock
Redenen waarom bedrijven hun eigen aandelen terugkopen:
- Om de aandelen opnieuw uit te geven aan werknemers onder loonplannen
- Om de aandelenprijs te laten stijgen
- Om aandelen te hebben om andere bedrijven over te nemen
- Om de winst per aandeel te laten stijgen
,Modellen winst- en verliesrekening
Er zijn twee verschillende modellen om de winst te berekenen (winst is hetzelfde):
- Categoriale kostensplitsing → alle kosten die behoren bij de productie van het boekjaar
worden meengenomen
- Functionele kostensplitsing → neemt de kosten niet mee van wat nog niet verkocht is
Categoriale indeling Functionele indeling
Netto omzet Netto omzet
Overige bedrijfsopbrengsten/voorraadmutatie Kostprijs van de omzet
Som der bedrijfsopbrengsten Bruto-omzetresultaat
Personeelskosten Verkoopkosten
Afschrijvingen Algemene beheerkosten
Bijzondere waardeverminderingen Som der kosten
Overige bedrijfskosten Netto-omzetresultaat
Som der bedrijfslasten Overige bedrijfsopbrengsten
Financiële baten en lasten Financiële baten en lasten
Resultaat voor belastingen Resultaat voor belastingen
Belastingen Belastingen
Resultaat na belastingen Resultaat na belastingen
Overzicht totaalresultaat
Overzicht van nettoresultaat + alle mutaties in het EV die een resultaatskarakter hebben.
Alternatief 2. Gecombineerd met mutatie-overzicht EV
EV 1/1 96.000
Nettoresultaat 3.500
Herwaardering activa 2.000
Omrekeningsverschillen -1.500
Totaalresultaat 4.000
Mutaties met aandeelhouders -10.000
EV 31/12 90.000
Alternatief 3. Als verlengstuk van de winst- en verliesrekening
Nettoresultaat 3.500
Herwaardering activa 2.000
Omrekeningsverschillen -1.500
Totaalresultaat 4.000
Kasstroomoverzicht
- Indeling in operationele-, investerings- en financieringsactiviteiten
- Voor de kasstroom uit operationele activiteiten zijn er twee verschillende methodes:
, 1.Directe methode → kasstroom = omzet in contanten – kosten in contanten
2.Indirecte methode → kasstroom = nettowinst + niet-contante kosten – niet-contante
opbrengsten
Contante kosten = betaling leveranciers voor producten die nu worden verkocht
Niet-contante kosten = afschrijvingen, inkoop op rekening (crediteuren)
Contante omzet = omzet die direct door klanten betaald wordt
Niet-contante omzet = verkopen op rekening (debiteuren)
- Noncash transacties worden niet opgenomen in het kasstroomoverzicht
Verschillende activiteiten:
- Operationele activiteiten
Verkopen van goederen/diensten, rente van leningen, loonkosten, belastingen,
rentekosten, leverancierskosten (inkoopkosten).
- Investeringsactiviteiten
Verkoop/koop van property, plant en equipment, verkoop/koop van aandelen van
andere entiteiten.
- Financieringsactiviteiten
Verkopen van eigen aandelen, uitgeven van obligaties, dividenduitgifte aan
aandeelhouders.
Wettelijke criteria van een deelneming:
1. Er is sprake van kapitaalverschaffing (bedrijf verschaft kapitaal aan een ander bedrijf)
2. Duurzame verbondenheid
3. Ten dienste van de eigen werkzaamheid
Een deelneming wordt vermoed aanwezig te zijn, als de kapitaaldeelname >20% bedraagt;
* Wanneer bij kapitaaldeelname van >20% kan worden aangetoond dat het belang niet aan
alle criteria voldoet, dan is er geen sprake van een deelneming.
* Wanneer er bij kapitaaldeelname van <20% aangetoond kan worden dat er wel wordt
voldaan aan alle criteria, is er wel sprake van een deelneming.
Onderscheid in deelnemingen
Verschillende deelnemingen:
- Deelneming in groepsmaatschappijen (subsidiaries)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanneerasmus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.