100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Week 3 uitwerkingen $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Week 3 uitwerkingen

 24 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 7 pagina's voor het vak Vennootschapsbelasting aan de UM (Week 3 uitwerkingen)

Preview 2 out of 7  pages

  • September 1, 2020
  • 7
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Taak 5

1. Vervreemding aandelen van Tjibbe aan Djurre
- Geen gevolgen in de Vpb, er verandert immers niets aan het belastingsubject of belastingobject.
- Gevolgen in de IB  Tjibbe is a.b.-houder, zodat de voordelen die hij uit de vervreemding ontvangt
bij hem in box 2 worden belast (art 4.12 Wet IB 2001).
- Door de verkrijging wordt Djurre a.b.-houder
- Er dient afgerekend te worden. Indien er sprake is van een schenking i.p.v. verkoop kan er gebruik
gemaakt worden van de doorschuiffaciliteit van art 4.17c Wet IB 2001. Dan hoeft er niet afgerekend
te worden.

2. Lonen van Tjibbe
- De beloning voor advieswerkzaamheden (€30.000)
De beloning is aftrekbaar, dit vormt loon voor de verrichte werkzaamheden. Als dga is het echter wel
mogelijk dat er op grond van art 12a LB méér loon aan Tjibbe moet worden gerekend voor fiscale
berekeningen. Dit eigenlijk niet uitgegeven loon is dan niet aftrekbaar op grond van art 10, lid 1,
onderdeel g, Wet Vpb.
- De beloning voor werkzaamheden als commissaris (€20.000)
Aftrekbepaling in art 11, lid 1, Vpb. Deze bepaling stelt dat de beloning van een commissaris die ook
een aanmerkelijk belang in de vennootschap heeft, slechts voor de helft – doch ten hoogste €9.076 in
aftrek komt. De helft van de beloning is hier €10.000, zodat de BV slechts een aftrek van maximum
€9.076 in aanmerking kan nemen.

3. Kosten
- Voedsel, drank en representatie
Dit zijn gemengde kosten, die zowel een zakelijk als privé karakter hebben. Deze valt onder art 3.15
Wet IB 2001.
De belastingplichtige heeft de keuze tussen behandeling volgens art 8, lid 5 Wet Vpb of art 3.15 lid 5
Wet IB 2001.

De behandeling in de Vpb: er wordt een vast percentage van 0,4% van de totale loonuitgaven voor
werknemers genomen, het daaruit vloeiende bedrag of indien hoger, het minimumbedrag van
€4.500 wordt dan als aftrekdrempel gehanteerd. Alle gemengde kosten boven die drempel komen in
aftrek.  0,4% x €2.000.000 = €8.000

Art 3.15 lid 5 Wet IB 2001: forfaitaire vaststelling van de aftrek. Er kan gekozen worden om de kosten
voor 73,5% te mogen aftrekken. In casu zou deze laatste behandeling een voordeel opleveren, omdat
er dan een lagere aftrekdrempel (23,5% van de kosten) dan bij de eerste behandeling (0,4% van de
totale loonkosten) wordt berekend.
23,5% x €20.000 = €4.700 in aftrek
In het eerste geval zou het een aftrek van €200 betekenen?

- Jacht
In art 8 lid 1, Vpb zijn voor de winstbepaling een groot aantal artikelen uit de winstsfeer van de IB van
overeenkomstige toepassing verklaard op de Vpb. Zo ook art. 3.14, lid 1, onderdelen b t/m h Wet IB
2001. Onderdeel b sluit de aftrek van kosten voor vaartuigen die gebruikt worden voor
representatieve doeleinden in het geheel uit. Voor de BV zullen de kosten van het jacht dus niet
aftrekbaar zijn.

, 4. Rekening-courant
In praktijk is het zeer gebruikelijk dat privé-uitgaven van de dga die over de kas van de BV lopen, in
de rekening-courant worden verwerkt. Een rekening-courant die afwisselend debet- en
creditstanden kent, wisselt van fiscale kleur.

 Een creditstand van de dga houdt in dat hij een schuldvordering ex. art 3.92, lid 2, onderdeel
a, Wet IB 2001, op de BV heeft welke derhalve onder het terbeschikkingsregime valt.
 Indien de rekening-courantverhouding omslaat in een debetstand, is sprake van een schuld
van de dga die (gewoonlijk) in box 3 valt.
 Vaak komt het voor dat de dga en de BV bij afwisselende debet- en creditstanden over en
weer afzien van renteberekening.
o Het wettelijke regime brengt echter meer dat voor de perioden waarin geen
creditstand bestaat, de dga een zakelijke rente in aanmerking dient te nemen als
resultaat uit overige werkzaamheden, belast in box 1.
o Over de perioden van de debetstand (schulden van de dga die in box 3 vallen) kan de
dga geen rente in aftrek brengen. Bij de BV is de zakelijke rente aftrekbaar, resp.
belast.
 De dga hoeft geen rente als resultaat in aanmerking te nemen indien het saldo van de
rekening-courantverhouding gedurende het gehele kalenderjaar niet hoger dan €17500
positief en niet lager dan €17500 negatief is geweest.
o Er hoeft bij de BV geen rente in aanmerking worden genomen en de eventuele
rekening-courantschuld hoeft niet in box 3 in aanmerking worden genomen. Als aan
al deze voorwaarden is voldaan, wordt dus zowel voor de IB als de Vpb aangesloten
bij het renteloze verloop van de rekening-courantverhouding.

5. Wat zijn de fiscale gevolgen van de rekening courant-stand en het niet bedingen van rente?
In casu bestaat er een veranderlijke rekening-courantverhouding tussen Djurre en de BV.
Is er sprake van reële schulden/vorderingen of een verkapte kapitaalverstrekking?
Gezien het feit dat er door zowel Djurre als de BV op hun schulden wordt afgelost, lijkt het hier niet
te gaan om verkapt eigen vermogen. Er is dus sprake van vreemd vermogen. Er is echter geen rente
verschuldigd door Djurre of de BV wanneer de een bij de ander in de schuld staat.

Er is sprake van een informele kapitaalstorting  Zweedse grootmoeder arrest.
Uit de rechtspraak blijkt dat er een fictieve rentevergoeding in aanmerking moet worden genomen
tussen de twee partijen. Om de rentevergoeding aftrekbaar te laten zijn bij de BV, moet deze wel bij
de andere partij belast zijn.

In het geval dat de BV een vordering op Djurre heeft, maar dus eigenlijk rente misloopt, betekent dat
dat zij een rentevergoeding van 5% in aanmerking dient te nemen als onttrekking (zij moet haar dus
bij de winst optellen). Wanneer Djurre een vordering op de BV heeft, mag de BV een
rentevergoeding van 5% in aftrek nemen indien deze bij Djurre ook belast kan worden (en dat kan,
als resultaat uit overige werkzaamheden, want Djurre stelt vermogen ter beschikking aan een BV
waar hij aandeelhouder van is  terbeschikkingstelling van art 3.92 Wet IB 2001). Deze aftrek van de
winst neemt da de vorm aan van een kapitaalstorting.

Deze behandeling geldt niet alleen voor de rente, maar voor alle kosten die een BV niet aan een
aandeelhouder hoeft terug te betalen en vice versa.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studiebol123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart