Summary
Samenvatting Oefenvragen WFT Hypothecair Krediet
- Course
- Institution
- Book
82 oefenvragen voor het WFT examen Hypothecair Krediet Heel duidelijk en helder, helpt zeker voor het behalen van je examen WFT Hypothecair Krediet!!
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
11 reviews
By: faysalmataich • 2 year ago
By: royernster • 2 year ago
answers visible too quickly
By: kellystammes • 3 year ago
By: martijnweijs • 3 year ago
By: quick-silver1 • 3 year ago
By: sharonboedhram • 3 year ago
By: b_balaban • 3 year ago
Seller
Follow
sarissa837
Reviews received
Content preview
Oefenvragen WFT Hypothecair1. Welke verzekeringen zijn verplicht bij het afsluiten van een hypothecair krediet?
Een opstalverzekering
2. Op een opstalverzekering is een indexclausule gevestigd. Als zich in de loop van een jaar
schade voordoet en het prijspeil blijkt gedurende het jaar te zijn gestegen, wordt het
verzekerde bedrag aangepast met:
Maximaal 25% ten opzichte van de laatste aanpassing met een maximum van werkelijke
correctie.
3. De map ‘’omgaan met klanten’’ noemt een aantal middelen die de financieel
dienstverlener kan inzetten om te komen tot een integere bedrijfsvoering. Welke van de
onderstaande middelen wordt niet genoemd?
De inkeerregeling.
4. Integriteit is een actueel onderwerp binnen de financiële dienstverlening. Hierbij zijn
diverse partijen betrokken en zijn er verschillende manieren om integriteit te bevorderen.
Eén daarvan is het opstellen van gedrags- en beroepscodes. Welke partij is
verantwoordelijk voor het opstellen van gedrags- en beroepscodes?
De brancheorganisaties
5. Henk en Ingrid werken beiden als pensioenadviseur. Henk voegt bij elke offerte een
financiële bijsluiter, omdat dit volgens hem verplicht is. Zijn collega Ingrid vindt dit onzin.
Het toevoegen van een financiële bijsluiter bij elke offerte is volgens haar niet verplicht.
Wie van deze adviseurs heeft in dit geval gelijk?
Ingrid, omdat een financiële bijsluiter alleen verplicht moet worden versterkt als de klant
hierom vraagt en dus niet automatisch bij elke offerte moet zitten.
6. Als een werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt, dan krijgt hij een
uitkering ten hoofde van de IVA (inkomensvoorziening Volledige Arbeidsongeschikten).
Welke van de onderstaande uitspraken inzake de uitkering uit hoofde van de IVA is juist?
Er is sprake van een volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid als de werknemer voor
80% of meer ongeschikt is en er geen of geringe kans op herstel bestaat. De uitkering
bedraagt dan 75% van het laatst verdiende loon met als maximum 75% van het maximale
dagloon.
7. Afdeling beheer van een hypotheekverstrekker zal een klant in ieder geval minimaal
eenmaal per jaar moeten informeren. Deze krijgt dan een overzicht waarin tenminste is
opgenomen:
De (restant) hoofdsom van de lening, de actuele rente van de hypotheek, de betaalde rente
over het afgelopen jaar en eventuele aflossingen betaald over het afgelopen jaar.
8. Wat houdt surseance van betaling in?
De rechtbank verleent algemeen uitstel van betaling op verzoek van een schuldenaar, die op
dit moment niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen.
9. Wat een belangrijk verschil tussen een Kapitaalverzekering Eigen Woning KEW en een
Spaarrekening Eigen Woning SEW?
Het tegemoet op een SEW valt in de nalatenschap. Een uitkering ten hoofde van een KEW is
een zelfstandig recht.
, 10. Claudia en Rob hebben in maart 2006 een appartement gekocht voor €200.000. Zij hebben
dit appartement gefinancierd door middel van een spaarhypotheek (€200.000). jaarlijks
betalen zij €3.000 aan premie. De oorspronkelijke looptijd van de hypotheek is dertig jaar.
Claudia en Rob hebben onlangs in de postcodeloterij €100.000 gewonnen en willen
daarmee deels de hypotheek aflossen door dit bedrag volledig in te leggen als premie. Wat
zijn hiervan de fiscale gevolgen?
De polis kwalificeert niet langer als een KEW en de waarde van de polis maakt voortaan deel
uit van de grondslag van box 3.
11. Met hoeveel % van de oorspronkelijke hoofdsom van een lening bij DUO moet je rekening
houden qua lasten?
0,75%
12. Wat voor invloed heeft een kopersmarkt op de huizenprijzen?
Prijs verlagende invloed
13. Hoe bereken je de waarde van het vruchtgebruik?
6% x waarde woning x leeftijdsfactor
14. Wat verhoogt de loan to value? (102% regel)
Renteschuld, energiebesparende maatregelen en oversluiten.
15. Hoe bereken je het aantal maanden werkeloosheidsuitkering?
Tot 1998 geldt het fictieve arbeidsverleden: het aantal kalanderjaren voor 1998, teruggaand
tot en met het kalanderjaar waarin iemand 18 jaar werd. Vanaf 1998 geldt het werkelijke
arbeidsverleden; het aantal kalenderjaren met ten minste 52 loondagen vanaf 198 tot en
met het kalenderjaar waarin de werknemer is ontslagen.
16. Op 1 september 2015 is het nieuwe stelsel van studiefinanciering in werking getreden.
Studieschulden hebben invloed op de maximale hypotheekverstrekking. Met welk
percentage dient te worden gerekend bij studieschulden die ontstaan onder de nieuwe
regeling?
0,45%
17. Wanneer moet je uitgaan van de toetsrente?
Indien de rentevaste periode korter is dan 10 jaar.
18. Hans heeft een bruto jaarinkomen van €40.000. Zijn broer Henk heeft hetzelfde
jaarinkomen. Toch zit er een verschil in de algemene heffingskorting die zij ontvangen.
Henk ontvangt namelijk een hogere algemene heffingskorting. Hoe kan dat?
Henk heeft een hogere eigenwoningschuld dan Hans.
De algemene heffingskorting wordt berekend op basis van het belastbaar inkomen uit werk
en woning (box 1). Indien het belastbare inkomen van Henk verlaagd wordt door een
negatief saldo inkomsten eigen woning, dan zal zijn algemene heffingskorting hoger zijn dan
die van Hans. Henk wordt immers minder gekort.
19. Jan verhuurt een pand aan een BV waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. Hoe wordt dit
belast?
De verhuur wordt belast in box 1.
20. AFM legt boete op bij een financiële instelling. Waar kun je bezwaar maken? En waar kun
je beroep aantekenen?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarissa837. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
62890 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now