Hoofdstuk 8
8.3
Vaak is er een crisis nodig om de organisatiecultuur goed te beïnvloeden. Wanneer er een crisis is,
is de organisatie uit balans en moet het management via een nieuwe leider een nieuwe cultuur
ontwikkelen. Leiderschap is nodig voor het vormgeven van de organisatiecultuur.
Bij het vaststellen van de organisatiecultuur kan men Harrisons cultuur typen gebruiken. Die
typering maakt onderscheid tussen twee dimensies. Als eerste de samenwerkingsgraad, dus
hoeveel de organisatieleden samenwerken. En ten tweede de mate van machtsspreiding in de
organisatie. Als de machtsspreiding groot is, is er geen duidelijk machtscentrum en dus
decentralisatie. Als die klein is, dat worden de beslissingen aan de top genomen.
Soorten culturen:
1. Rolcultuur: er is sprake van weinig machtsspreiding, dus
centralisatie, en een lage samenwerkingsgraad. Er wordt
verwacht dat mensen zich houden aan de ooit vastgestelde
regels. Men lost hier nieuwe problemen op door extra
procedures te ontwikkelen.
2. Personencultuur: hier is er hoge machtsspreiding, dus
decentralisatie, en de samenwerkingsgraad is laag, je werkt
vooral individueel. Bijv. leraren.
3. Machtscultuur: er is hier sprake van weinig
machtsspreiding, dus centralisatie, en een hoge
samenwerkingsgraad. Dit komt vaak voor bij bijv. pioniers
bedrijven.
4. Taakcultuur: wordt gekenmerkt door hoge machtsspreiding, dus decentralisatie, en veel
samenwerking. Denk hierbij aan projectorganisatie en de matrixorganisatie.
Er zijn verschillende manieren om de organisatiecultuur te beïnvloeden. Dit kan door bijvoorbeeld
nieuwe mensen met andere achtergronden aan te trekken.
Voorbeelden van cultuurinterventies zijn:
Het aanpassen van de leiderschapsstijl
Het wijzigen van de personeelsbezetting
Het geven van teamtrainingen, met zoveel mogelijk afdelingen en functieniveaus.
Deze interventies zijn soms pas echt zinvol na een structurele verandering. Het beïnvloeden van de
organisatiecultuur is niet heel makkelijk, omdat mensen vaak weerstand tonen bij veranderingen.
Als het effectief wil zijn, moet het één geheel vormen, anders ontstaat er verwarring. Om de
organisatiecultuur te beïnvloeden kun je gebruikmaken van direct en indirect werkende
mechanismen.
Direct werkende mechanismen:
- Nieuwe benoeming op sleutelpositie
- Introductie en vorming van nieuwe medewerkers
- Voorbeeldgedrag
Indirect werkende mechanismen:
- Nieuwe organisatiestructuur ontwerpen
- Systemen en procedures
- Formele vastlegging van beginselverklaring
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iris545. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.