100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Mens en Recht 10e druk $6.33
Add to cart

Summary

Samenvatting Mens en Recht 10e druk

4 reviews
 228 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de hoofdstukken 1, 2, 7, 8, 9, 10 en 15 van het boek Mens en Recht van Bunthof en Visscher. Deze hoofdstukken gaan over - Recht en Regels - Indeling van het recht - Samenlevingsvormen en scheiding - Ouderschap en gezag - Jeugdhulp - Gezondheid - Vreemdelingen

Preview 4 out of 42  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2, 7, 8, 9, 10, 12
  • September 2, 2020
  • 42
  • 2019/2020
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: naomidehoogt • 1 year ago

review-writer-avatar

By: linanatas • 3 year ago

review-writer-avatar

By: JuliaH01 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: villa-confetti • 4 year ago

avatar-seller
HOOFDSTUK 1 RECHT EN REGELS
Rechten en plichten van burgers en overheid komen voort uit normen en waarden die algemeen
gelden in de maatschappij. Dit wordt vastgelegd in rechtsregels met de wijze waarop die regels
gehandhaafd kunnen worden; hierdoor krijgt het recht vorm.

Het recht brengt doelmatige ordening aan in de samenleving.
Daarnaast geeft het spelregels voor gedragingen tussen individuen onderling en voor het handelen door
de overheid.
Ook stuurt het recht het individuele van burgers. Het beginsel is het gericht op rechtsvaardigheid (= niet
hetzelfde als recht)

Pas als regels algemeen als rechtsregels zijn aanvaard en vastgesteld, behoren ze tot het recht.
Er zijn vier vindplaatsen van het recht, de rechtsbronnen: 1. de wet en regelgeving
2. jurisprudentie
3. de gewoonte
4. verdragen

1. DE WET- EN REGELGEVING

Overheid: Eerste en Tweede Kamer (Staten Generaal)
Wetten bevatten rechtsregels die zijn samengesteld door de overheid.

Ook lagere overheidsorganen kunnen rechtsregels vaststellen: minister, Provinciale Staten,
gemeenteraad.

Hoogste wetgever in Nederland: Staten Generaal samen met de regering (Koning en
ministers samen). Een wet komt tot stand als de regering en
de Staten Generaal met een wetsvoorstel instemmen.

Alleen wetten die afkomstig zijn van de hoogste wetgever worden met wet aangeduid.
Wetsartikelen: De bepalingen in deze wetten.

Grondwet: De hoogste wet in Nederland. In lagere regelgeving komt het woord wet niet voor

Koninklijk besluit (KB): Een regeling die afkomstig is van de regering (Koning + ministers zonder Staten
Generaal, (eerste en tweede kamer)) Er zijn ook KB ’s die geen regels bevatten.

Algemene maatregel van bestuur (AMvB): Een KB dat wel regels bevat.

Ministeriële regeling: Een regeling afkomstig van een minister

Verordening: Een regeling van Provinciale Staten of de gemeenteraad

Nederland is lid van de EU en heeft een deel van haar regelgevende bevoegdheden overgedragen aan
organen van de EU. Deze stellen verordeningen en richtlijnen vast die gelden in de hele EU.
Deze gemeenschapsverordeningen en – richtlijnen zijn hoger dan de Nederlandse Grondwet.

,2. JURISPRUDENTIE
Juridisering van de maatschappij In regels vastleggen van veel situaties

De Jurisprudentie (rechtersrecht) ontstaat doordat algemene regels in de diverse wetten en in de overige
regelgeving moeten worden toegepast in individuele situaties, die vaak heel verschillend zijn. Het is de taak
van de rechter om uit te maken hoe de regels zijn bedoeld.
Afhankelijk van de soort zaak of het niveau waarop er recht wordt uitgesproken, heet zo’n uitspraak:
Vonnis, beschikking of arrest.

Arrest Een uitspraak van De Hoge Raad der Nederlanden (hoogste rechter in Nederland), of het Gerechtshof.

De rechter vult zelf de normen in die niet duidelijk genoeg in de wet staan, of die al wel in de
maatschappij gelden maar nog niet in de wet zijn beschreven.

3. DE GEWOONTE

De gewoonte behoort, net als jurisprudentie, tot ongeschreven recht. Ontstaan in de loop van de tijd
door het gebruik ervan in algemene kring. Komt maar weinig voor. Gewoonte die in strijd is met het
recht val niet onder gewoonterecht. Bijvoorbeeld: wanneer wildplassen een gewoonte is, is dit geen
algemeen recht.

4. VERDRAGEN
Verdrag Afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn gesteld en die gelden in de
staten die partij zijn bij het verdrag.

Daartoe moeten de staten dit verdrag wel hebben geratificeerd: zich ermee akkoord hebben verklaard.
(In Nederland: IVRK.)

Verdragsregels staan boven de rechtsregels die in Nederland zijn gemaakt. Veel bepalingen in
verdragen hebben directe werking (iedereen kan zich daar direct op beroepen/bij aansluiten)

Dwingend recht: Rechtsregels die dwingend bepaalde rechten of plichten opleggen aan individuen
of partijen die een juridische relatie ofwel rechtsbetrekking met elkaar hebben.
Van deze regels mag niet worden afgeweken.

Semi-dwingend recht: Regels die partijen de mogelijkheid geven om zelf dingen nader te regelen.
(Binnen de grenzen van het dwingend recht) Mag alleen van worden
afgeweken als het ten gunste is van de andere partij. Alleen schriftelijk.

Aanvullend recht: Regels die alleen gelden als specifieke afspraken ontbreken. Als partners bij
een huwelijk zelf niets anders afspreken, dan geldt de wet en zijn zij na de
huwelijksvoltrekking in gemeenschap van goederen getrouwd.

Semi-dwingend en aanvullend recht komen vooral voor bij rechtsregels die betrekking hebben op het
sluiten van een overeenkomst. De wet legt een paar rechten en plichten op aan partijen en vult aan als
afspraken ontbreken.

,Rangorde in regelingen:
1. Verdragen
2. Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen (overheidsbesluit)
3. Grondwet
4. Overige wetten
5. Algemene maatregelen van bestuur (KB die regels bevat)
6. Ministeriële regelingen en richtlijnen
7. Provinciale verordeningen
8. Gemeentelijke verordeningen


Rangorde om twee redenen van belang:

1. In hogere regelgeving wordt niet alles tot in detail geregeld. Dit wordt dan overgelaten aan lagere
regelgevers.



2. Het recht in verdragen en in de groeiende Europese regelgeving bevat steeds vaker concrete,
algemeen verbindende regels. Als de lagere regeling in Nederland in strijd is met deze hogere regeling
en hierop een beroep wordt gedaan, dan kan de rechter de lagere regeling buiten toepassing laten.



Objectief recht: Alle geldende regels, dus alle rechten en plichten die in de rechtsbronnen
zijn vastgelegd.

Subjectief recht: Een persoonlijk, subjectief recht wat van een objectief recht wordt afgeleid.
Een bepaald objectief recht wordt toegekend aan een individu.

Klassieke grondrechten: grondrechten waarop de overheid in beginsel geen inbreuk
mag maken, tenzij de wet haar die bevoegdheid verleent.
(kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, privacy etc.)

Voor het maken van inbreuk op een grondrecht moet altijd een wettelijke grond bestaan. De rechter
oordeelt uiteindelijk of de inbreuk rechtmatig is: In overeenstemming met het recht.


Sociale grondrechten: Recht op gezondheidszorg, recht op werk, recht op welvaart.

Het zijn geen expliciete rechten van een individu die voor de rechter kunnen worden afgedwongen. De
sociale grondrechten vormen een opdracht voor de overheid om ervoor te zorgen dat er in Nederland
voldoende van deze ‘dingen/mogelijkheden’ beschikbaar zijn waarvan iedereen in begin gebruik van
kan maken. Als de overheid tekort schiet kunnen politieke middelen worden ingezet

, HOOFDSTUK 2 INDELING VAN HET RECHT

Publiek recht: Bevat regels voor het uitoefenen van gezag door de overheid in haar relatie met de
burger en tussen overheidsorganen onderling.

De overheid oefent gezag uit op burgers door middel van wetgeving, bestuur en het toepassen van
sancties. ‘Verticale verhouding tussen de machtige overheid en de ondergeschikte burger’.

Publiekrecht onderverdeeld in: staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht.

Staatsrecht: hoe de wetgeving tot stand komt en beschrijft diverse organen van de overheid en hun
bevoegdheden.

Bestuursrecht: Bevat de regels voor organen van de overheid en andere organen die met openbaar
gezag zijn bekleed, voor het gebruik van hun bevoegdheden.
Alle besluiten die worden gemaakt vanuit dit recht worden beschikkingen genoemd. Dit
omdat zij in individuele gevallen een recht verlenen of een plicht opleggen.

Omdat een beschikking een grote impact kan hebben (het weigeren van en verblijfsvergunning)
gelden voor bestuursorganen algemene beginselen van behoorlijk bestuurd (abbb).

De 5 belangrijkste beginselen:
1. Zorgvuldigheidsbeginsel
2. Rechtszekerheidsbeginsel
3. Gelijkheidsbeginsel
4. Verbod van misbruik van bevoegdheidsbeginsel
5. Motiveringsbeginsel

Dit alles staat in de Awb: Algemene Wet Bestuursrecht.

De Awb bevat regels met betrekking tot rechtsbescherming van de burger tegen de overheid. De burger
moet zich tegen de overheid kunnen verweren. Daarnaast kan iedereen die zich volgens hen ten onrechte
is gedaan door een bestuursorgaan hier een klacht indienen. Wanneer behandeling van de klacht geen
oplossing biedt, kan de klager de Nationale ombudsman vragen om een onderzoek in te stellen.

Strafrecht: Hieronder vallen de gedragingen die de wetgever strafbaar heeft gesteld, de straffen
die de rechter kan opleggen en de regels voor de manier waarop daders berecht
moeten worden.

Belangrijkste wetten: Wetboek van strafrecht en Wetboek van strafvordering.

Privaatrecht: Heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen rechtspersonen. Ook wel burgerlijk recht of
civiel recht. Ontstaat door het aangaan van bv. een huurovereenkomst, een geregistreerd
partnerschap of door de wet als iemand een ander schade toebrengt. 2 individuen met conflict
horizontale verhouding tussen twee burgers.
Rechtsverhoudingen: verbintenissen. Uitgangspunt: gelijkwaardigheid van personen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthesuurd. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51292 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.33  6x  sold
  • (4)
Add to cart
Added