Inleiding in het Nederlandse recht
JWP Verheugt – negentiende druk
Hoofdstuk 15 – Internationaal recht
1. Volkenrecht
Bevat rechtsregels voor het verkeer tussen staten onderling en voor het verkeer tussen staten en
volkenrechtelijke organisaties. Als laatste bevatten ze ook regels voor individuele personen.
Rechtsbronnen van het volkenrecht zijn;
- Geschreven regels
Verdragen
Besluiten van volkenrechtelijke organisaties
- Ongeschreven regels
Gewoonte
Algemene rechtsbeginselen
Jurisprudentie
De belangrijkste hiervan is het verdrag; overeenkomst tussen staten met daarin wederzijdse rechten
en plichten.
Onderscheid in het aantal deelnemende landen;
- Bilateraal verdrag = twee landen
- Multilateraal verdrag = meer dan twee landen
Ieder land is in principe vrij om verdragen aan te gaan. Heeft het een verdrag gesloten? Dan is die
bindend. → ‘pacta sunt servanda’
Het naleven van verdragen is op een aantal uitzonderingen na niet te verzekeren. Het is een
sanctieloos stelsel. Dit zorgt ervoor dat het gebrekkig kan worden gehandhaafd.
Vaak wordt het verdrag wel nageleefd door het nationaal belang van de betrokken partijen.
Het Verdrag van Wenen inzake het Verdragenrecht; grondregels waar staten aan gebonden zijn als zij
een verdrag aangaan. Dit verdrag heeft gezorgd voor grotere gelijkheid bij verdragen.
2. Verdragen in de Nederlandse rechtsorde
Het nationale recht van elke soevereine staat bevat regels over het aangaan van verdragen en op
welke manier rechtsregels daaruit in eigen rechtsorde plaats krijgen.
In art 90 Gw is vastgelegd dat de regering de ontwikkeling van de internationale rechtsorde
bevordert.
Als de definitieve verdragstekst is vastgesteld, wordt dat ondertekend door alle regeringen van
deelnemende staten. → minister van buitenlandse zaken.
Na ondertekening moet het worden goedgekeurd door de Staten-Generaal
- Goedkeuring van verdragen → art 91 Gw
- De formele wetgever kan bepalen dat voor sommige verdragen geen goedkeuring nodig is
(art 7 Rijkswet). Bv; verdragen van max een jaar en met belangrijk geldende verplichtingen
De rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen kent stilzwijgende en uitdrukkelijke
goedkeuring (art 3 Rijkswet)
- Stilzwijgende goedkeuring; als er binnen dertig dagen, sinds het aan de kamers is
aangeboden, niet om goedkeuring wordt verzocht .
- Uitdrukkelijke goedkeuring; goedkeuring van een verdrag bij wet in formele zin.
Als een verdrag is goedgekeurd, dan volgt de bekrachtiging; ratificatie.
Dit gebeurt door aan de andere partijen te verklaren dan NL zich aan het verdrag gebonden acht
tijdens een officiële gelegenheid.
1
Samenvatting; Inleiding in het Nederlandse recht
, Volgens art 16 Rijkswet goedkeuring moeten verdragen worden gepubliceerd in het Tractatenblad,
en daarna pas treedt het verdrag in werking op de genoemde datum
2.1.De doorwerking van verdragen in het nationale recht
Wat is de plaats van verdragsregels tegenover de nationale rechtsregels?
Staten zijn volgens het volkenrecht vrij hun keus te maken voor een van de twee systemen:
1. Incorporatiesysteem (monisme)
Internationaal recht loopt direct door in het nationaal recht. Er is geen extra rechtshandeling nodig
om het recht om te zetten.
Het internationale recht heeft een directe gelding, precies zoals het nationale recht dat heeft.
Dit wil niet zeggen dat deze internationale regels, nationaal zorgen voor rechten en plichten van
burgers
2. Transformatiesysteem (dualisme)
Het internationale recht is afgeschermd van het nationale recht. Verdragen zijn niet automatisch
onderdeel van het nationale recht. Daarvoor is een nationale wet nodig waarin de in het verdrag
genoemde materie wordt opgenomen. (dit stelsel komt het meeste voor)
Het voordeel is dat een land met dit stelsel is dat het grip houdt op eigen recht.
Ze kunnen de regels uit het verdrag ook in zekere zin aanpassen naar eigen wensen
De inwerkingtreding en evt latere aanpassingen blijven in handen van de nationale wetgever
Een nadeel is dat het internationale recht wordt aangetast door het nationale recht
In NL is gekozen voor het incorporatiesysteem; het parlement moet het verdrag eerst goedkeuren.
Voorafgaand aan de inwerkingtreding moet worden gecontroleerd of het nationale recht aansluit bij
het verdrag. Als dit niet zo is dan moet dit op tijd worden aangepast.
3. Volkenrechtelijke organisaties
Verdragen die oprichting van organisaties tot onderwerp hebben.
Er zijn twee typen volkenrechtelijke organisaties die bij zo’n verdrag opgericht kunnen worden:
1. Intergouvernementeel
Stimuleren van samenwerking tussen lidstaten door het ontwikkelen van een gemeenschappelijk
beleid en het opstellen van verdragen.
Landen nemen vrijwillig deel aan deze organisatie.
De VN is het belangrijkste voorbeeld→ daarna de NAVO en de Raad van Europa
2. Supranationaal
Organisatie waarbij de lidstaten een deel van zijn soevereiniteit overdragen aan die organisatie.
Gemeenschappelijk belang boven landsbelang.
Organisatie met zelfstandige bevoegdheid tot wetgeving, bestuur en/of rechtspraak.
Artt 92 Gw
De lidstaten zijn op grond van hun lidmaatschap onderworpen aan de wetgeving van deze
organisatie.
Belangrijkste → de Europese Unie (EU)
4. De Verenigde Naties (intergouvernementeel)
Doel: handhaven van vrede en veiligheid om oorlog te voorkomen. Opgericht na de Tweede
Wereldoorlog.
Neergelegd in het Handvest van de Verenigde Naties (art 1 = doel van de VN)
Iedere vredelievende staat mag lid worden, onder de voorwaarde dan zij de verplichtingen uit het
Handvest aanvaarden
2
Samenvatting; Inleiding in het Nederlandse recht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jomyweg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.