100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Inleiding in het Nederlandse recht hs 13 $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting - Inleiding in het Nederlandse recht hs 13

 27 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van hs 13 van het boek Inleiding in het Nederlandse recht van JWP Verheugt (19e druk)

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • Hoofdstuk 13
  • September 3, 2020
  • 9
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Inleiding in het Nederlandse recht
JWP Verheugt – negentiende druk

Hoofdstuk 13 – Strafrecht
1. Het legaliteitsbeginsel
Art 16 Gw en art 1 lid 1 Sr; geen feit is strafbaar als het niet in vooraf vastgestelde wettelijke
strafbepaling staat. Twee aspecten:
- Een gedraging is alleen strafbaar op grond van de wet
- Een gedraging kan niet met terugwerkende kracht strafbaar worden gesteld; het feit moet
strafbaar zijn op het moment dat het wordt begaan (anders in strijd met art 7 EVRM)
 Hier is een uitzondering op gemaakt in het oorlogsrecht, omdat de daden die
gepleegd zijn niet konden worden voorzien en zodanig ernstig waren.

Art 1 lis 2 Sr; bij verandering van wetgeving na het begaan van het feit (en voor de terechtzitting) ,
dan moet de gunstige bepaling worden toegepast voor de verdachte.

Verbod van analogie: art 1 lid 1 Sr; feiten kunnen niet strafbaar zijn op grond van gewoonte of
ongeschreven regels. De rechter mag dus geen nieuwe (ongeschreven) strafrechtelijke norm
formuleren.
- Wel mag de wetgever een verruimende uitleg geven van een wettelijke strafbepaling (HR;
diefstal van elektriciteit)

2. Het materiële strafrecht
Opgedeeld in een algemeen en een bijzonder deel.
- Algemeen deel; Wetboek van strafrecht → ‘algemene bepalingen’
 Bevat voorschriften die van toepassing zijn op alle wettelijke regelingen die
strafbepalingen bevatten (dus ook strafbepalingen uit andere wetten) (art 91 Sr)
 Wetten zoals in art 91 Sr = alle wetten in formele zin
 Verordeningen zoals in art 91 Sr = alle strafrechtelijke voorschriften van
andere overheidsorganen met een wetgevende bevoegdheid
- Bijzondere deel;
 Bevat alle afzonderlijke gedragingen die strafbaar zijn en geeft aan welke sancties
daarop staan.
 Deze bepalingen staan niet alleen in het tweede en derde boek van Sr, maar ook in
afzonderlijke wetten (zoals Opiumwet)

2.1.Misdrijven en overtredingen
De formele wetgever beslist of iets een overtreding is of een misdrijf, waarbij de overtreding de
lichtere delicten zijn en de misdrijven de zwaardere delicten
Kwalificatie afhankelijk van de regeling waarin het feit is opgenomen:
1. Wetboek van Sr→ tweede boek heet ‘misdrijven’ & derde boek heet ‘overtredingen’
2. Andere wet in formele zin? Daarin is meestal in de wet in formele zin zelf aangegeven of het
een misdrijf of overtreding is
3. Strafbaarstelling van bepalingen van een lagere wetgever; art 28 Invoeringswet Wetboek van
Strafrecht bepaalt dat overtreding daarvan altijd een overtreding is

Wat is het belang van het onderscheid tussen misdrijven en overtredingen?
1. Het is bepalend voor de bevoegdheid van de rechter in eerste aanleg.
a. Overtreding? Meestal kantonrechter
b. Misdrijf? Afdeling strafrecht bij de rechtbank
2. De delictsvormen poging, voorbereiding en medeplichtigheid zijn alleen bij misdrijven
strafbaar

, 3. Tegen mensen die in Nederland verblijven kan voor een strafbaar feit dat in het buitenland is
gepleegd, hier strafvervolging worden ingesteld. Twee voorwaarden (art 5 lid 1 Sr)
a. Op het feit moet in NL een gevangenisstraf van ten minste 8 jaar staan
b. Het feit moet ook strafbaar zijn in het buitenland
4. Slechts op verdenking van het plegen van een (ernstig) misdrijf kan een bevel tot voorlopige
hechtenis worden gegeven (art 67 Sv)

3. Voorwaarden voor strafbaarheid
Over het algemeen: als de delictsomschrijving is vervuld en er sprake is van wederrechtelijkheid en
schuld.

3.1.De delictsomschrijving: de bestanddelen
De delictsomschrijving is de benoeming of formulering van de verboden gedragingen in de wet.
- Bestaat uit een gedraging die onder bepaalde voorwaarden strafbaar is gesteld
- De gedraging en de voorwaarde waaronder het strafbaar is, heten de bestanddelen
- Het feit is pas strafbaar als er aan alle bestanddelen is voldaan

3.2.De elementen wederrechtelijkheid en schuld
Wederrechtelijkheid en schuld gelden voor alle strafbare feiten.
Deze twee voorwaarden worden elementen genoemd

1. Wederrechtelijkheid
Elk strafbaar gedrag moet in strijd zijn met het recht. Het is niet in de delictsomschrijving gezet,
omdat dat dan bij elk feit zou moeten staan en dat wordt als onnodig gezien.

Waar de wederrechtelijkheid niet als bestanddeel in de omschrijving staat wordt het verondersteld
- De wederrechtelijkheid kan vervallen door een rechtvaardigingsgrond
In sommige strafbare feiten is wederrechtelijkheid wel opgenomen in de delictsomschrijving. Het is
dan een bestanddeel. Dan wordt het niet meer verondersteld en moet het bewezen worden. Vaak is
de betekenis dan ‘zonder toestemming van de eigenaar’.

2. Schuld
Iemand die een strafbaar feit pleegt, moet een verwijt van zijn gedraging kunnen worden gemaakt.
Net als wederrechtelijkheid, wordt schuld verondersteld (behalve als het in de delictsomschrijving
staat)
Schuld kan worden uitgesloten door schulduitsluitingsgrond.

Samenvatting; van een strafbaar feit is sprake als is voldaan aan de volgende drie dingen:
1. De gedraging voldoet aan alle bestanddelen van de delictsomschrijving
2. De gedraging is wederrechtelijk
3. De gedraging moet de dader te verwijten zijn

.1. Opzet en schuld
Als schuld in de delictsomschrijving staat is het een bestanddeel. Dan is er sprake van schuld in de zin
van culpa. → bewust of niet onzorgvuldig handelen.
- De dader wist, of had moeten weten, dat de gedraging strafbaar was en deed het toch
Culpoze delicten; waarbij schuld in de delictsomschrijving staat vermeld als bestanddeel

Een strafbaar feit kan ook bewust worden gepleegd. Dan is er sprake van opzet; dolus.
Doleus delict; waarbij opzet in de delictsomschrijving staat.
Dit is de zwaarste vorm van verwijtbaar strafrechtelijk handelen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jomyweg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added