Hoofdstuk 5 Natuurkundige verschijnselen
5.1 Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen.
Molecuul: kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen heeft van die stof.
Het gedrag van een molecuul wordt onder andere beïnvloed door de temperatuur en
is bepalend voor de verschijningsvorm van de stof.
Water is een veelzijdig oplosmiddel en is belangrijk bij veel biologische processen!
- Of iets zinkt of drijft is afhankelijk van de vorm.
Oppervlaktespanning zorgt voor de vorm van water en zorg ervoor dat waterdiertjes
op water kunnen lopen.
Zuivere lucht kun je niet voelen, ruiken of zien. Het neemt ruimte in en oefent een
bepaalde druk uit in alle richtingen.
5.1.1 Verschijningsvormen.
Elke stof bestaat uit deeltjes. Het kleinste deeltje noemen we een molecuul.
- Vaste stof: moleculen bewegen niet veel, ze trekken elkaar sterk aan,
waardoor ze dicht bij elkaar blijven.
- Vloeistof: moleculen bewegen in alle richtingen en de deeltjes zitten minder
dicht op elkaar, Vloeistof heeft geen eigen vaste vorm.
- Gas: moleculen bewegen in alle richtingen, geen onderlinge
aantrekkingskracht, waardoor er nog meer ruimte tussen de deeltjes is.
Water is uniek want het kan in alle drie de verschijningsvormen voorkomen.
5.1.2 De invloed van warmte op de verschijningsvorm van een stof.
Van koud naar warm.
Door energietoevoer verandert het gedrag van de molecule van een bepaalde stof.
Smeltpunt: het punt dat een zuivere vaste stof vloeibaar wordt.
- het smeltpunt van ijs is normaal gesproken bij 0 gradenC.
Een vaste stof smelt maar bij één temperatuur.
Verdamping: bij bijna elke temperatuur kunnen deeltjes aan een vloeistof ontsnappen
en in de gasvormige toestand overgaan (vluchtige stoffen).
- Kinderen in een hoepel, gaan sneller bewegen, bij meer beweging is meer
ruimte nodig dus kinderen onsnappen uit de hoepel.
Kookpunt: de hoogste temperatuur die een vloeistof kan bereiken. Daarna gaat alle
vloeistof over in gasvorm.
- Kookpunt van water is 100 gradenC bij normale luchtdruk.
- Hoe hoger de luchtdruk hoe langer het duurt voordat een pannetje met water
kookt.
1
, Natuuronderwijs Inzichtelijk
Sublimatie: een vaste stof gaat rechtstreeks in de gasvormige toestand over, zonder
dat de vloeibare fase is geweest.
- Hierdoor kunnen we sommige stoffen ruiken, zoals chocolade: onze neus
‘vangt’de ontsnapte moleculen op.
Van warm naar koud.
Als een gas afkoelt, gaan de moleculen steeds langzamer bewegen en kunnen ze
dichter bij elkaar komen.
Condenseert: als de moleculen zo dicht bij elkaar zijn gekomen dat het gas over gaat
in de vloeibare vorm.
- Met een warme adem, ademen tegen glas (er ontstaat condens).
Stollingspunt: moleculen van een vloeistof nemen een vaste plaats in en vormen een
stevige structuur.
- Vriespunt: bij water dat bevriest en ijs wordt.
Desumbliatie: als een gas de vloeibare fase overslaat en direct overgaat in de vaste
vorm.
- Als waterdamp direct bevriest op je sjaal of een wit ijslaagje dat ontstaat op
een diepvriesverpakking.
Temperatuur en gewicht.
Bij verwarming van een stof gaan de moleculen sneller bewegen dus neemt de
dichtheid af.
- Een zelfde volume-eenheid van een stof weegt dan na verwarming minder.
Een afkoelende stof zal over het algemeen per volume-eenheid zwaarder worden.
- Water vormt hierop een uitzondering!
5.1.3 Eigenschappen van water.
Drie belangrijke eigenschappen van water.
1. Water als oplosmiddel:
Oplosmiddel is een vloeistof, waarin een stof kan worden opgelost. Zuiver water
komt in de natuur maar zelden voor.
- Deze eigenschap is van belang bij veel biologische processen.
In bloed: water oplosmiddel dat ervoor zorg dat allerlei stoffen oplossen, waarna ze
getransporteerd kunnen worden.
Mengsel: er zijn twee of meer stoffen met elkaar vermengd, zonder dat deze een
chemische reactie met elkaar zijn aangegaan.
Oplossing: Uiteindelijke oplossing is altijd een heldere vloeistof. Een troebele
vloeistof kan dus nooit een oplossing zijn.
- Oplossing zal niet zo snel ontmengen.
Emulsie: wordt ook wel schijnmengsel genoemd. Vet en water mengen niet echt met
elkaar, maar drijft op elkaar.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Majella. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.42. You're not tied to anything after your purchase.