Deze samenvatting bevat alle te kennen leerstof voor het vak Chemie 2de graad aso van de examencommissie (2024).
bronnen: Chemie Xpert 3.2 en Chemie Xpert 4.2
Chemie 2 aso
1.Deeltjesmodel
1.1Namen en symbolen
In de chemie behandel je:
• De samenstelling en de bouw van materie;
• De verandering in de samenstelling en de bouw van materie;
• De energie-uitwisseling die samen met de verandering gepaard gaat. (kennen)
Een molecuul of molecule is het kleinste deeltje van een moleculaire stof dat nog
de chemische eigenschappen van die stof bezit. Wanneer een molecuul opgedeeld zou worden in nog
kleinere deeltjes zouden de chemische eigenschappen veranderen. (weten)
Atomen (Oudgrieks: ἄτομος, atomos‚ ondeelbaar) zijn de kleinste deeltjes
waarin materie op aarde met scheikundige methoden opgedeeld kan worden. Een atoom is
onvoorstelbaar klein; er gaan meer atomen in een glas water, dan er glazen water in alle oceanen op
aarde gaan. (Weten)
Een ion (uitspraak met klemtoon op o) is een elektrisch geladen atoom of molecuul, of een groep
atomen met een elektrische lading, een zogeheten polyatomisch ion. Een ion kan positief of negatief
geladen zijn door respectievelijk een tekort of een overschot van een of meer elektronen. (weten)
Volgende namen en symbolen kennen en ook zelf kunnen schrijven:
H Waterstof K Kalium Sb Antimoon
Li Lithium Ca Calcium I Jood
Be Beryllium Cr Chroom Ba Barium
B Boor Mn Mangaan Pt Platina
C Koolstof Fe ijzer Au Goud
N Stikstof Co Kobalt Hg Kwik
O Zuurstof Ni Nikkel Pb Lood
F Fluor Cu Koper U Uranium
Na Natrium Zn Zink Pu Plutonium
Mg Magnesium Ge Germanium He Helium
Al Aluminium As Arsenicum Ne Neon
Si Silicium Br Broom Ar Argon
P Fosfor Ag Zilver Kr Krypton
S Zwavel Cd Cadmium Xe Xenon
Cl Chloor Sn Tin Rn Radon
1.2 Het atoommodel
John dalton: 1766-1844
Dalton formuleerde dat materie opgebouwd is uit kleine
ondeelbare en onvernietigbare deeltjes of atomen.
1
,Joseph John Thomson: 1856-1940
Het atoommodel van Thomson is de bijdrage van Joseph John
Thomson in de ontwikkeling van het atoommodel, waarin hij zijn
ontdekking van de elektronen in 1897 verwerkte.
Ernest Rutherford: 1871-1937
Rutherford formuleerde dat een atoom bestaat uit een
kleine, positief geladen kern omgeven door een wolk
van negatief geladen elektronen.
Niels Bohr: 1885-1962
Dat leidde Ernest Rutherford tot een nieuw
atoommodel: de positieve lading zou zich bevinden
in deeltjes die de kern van het atoom vormden, en de
negatief geladen elektronen cirkelden daaromheen.
, Noodzaak modellen
model bepaalt hoe we de wereld zien, interpreteren, begrijpen en voorspellen. Modellen hebben ook
een sociale functie. Een gedeeld interpretatiekader bevordert de cohesie in de groep. Het hanteren van
een afwijkend model vergroot de kans op sociale uitsluiting. Dat maakt paradigmawisseling zo lastig.
Het atoomnummer = Z = aantal protonen
Het nucleongetal/massagetal = A = aantal protonen + aantal neutronen
Aantal neutronen kan je berekenen door A-Z te doen.
Proton: kern symbool: 𝑝+
neutron: kern symbool: 𝑛0
elektron: mantel symbool: 𝑒 −
De absolute atoommassa van een atoom is de werkelijke massa van het atoom uitgedrukt in
kilogram.
Absolute atoommassa: 𝐴𝑟 ∙ 𝑢
De relatieve atoommassa (𝐴𝑟 ) van een atoom duidt een hoeveel maal de absolute
atoommassa van die atoomsoort groter us dan de internationale atoommassa-eenheid (u).
𝑎𝑏𝑠𝑜𝑙𝑢𝑡𝑒 𝑎𝑡𝑜𝑜𝑚𝑚𝑎𝑠𝑠𝑎
Relatieve atoommassa: 𝐴𝑟 = (kennen!)
𝑢
(De internationale atoommassa-eenheid is ongeveer gelijk aan de absolute atoommassa van één waterstofatoom:
1𝑢 = 1,66 ∙ 10−27 𝑘𝑔)
Elektronen bevinden zich in 7 energieniveaus of schillen
rond de atoomkern.
De zeven schillen nummer je volgens toenemende afstand
tot de kern. Ze krijgen in deze volgorde de namen: K, L,
M, N, O, P en Q.
Elke schil kan maximaal 2𝑛2 elektronen bevatten,
waarbij n het nummer van de schil voorstelt. Een schil
bevat maximaal 32𝑒 −.
De elektronconfigurantie van een atoom geeft aan hoe de
elektronen verdeeld zijn over de verschillende schillen.
De elektronen zitten steeds op de laagst mogelijke schil.
(elektronconfigurantie kennen, volgorde namen ook)
Dit is het atoommodel van Bohr
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Binta08. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.28. You're not tied to anything after your purchase.