Hierbij mijn gestructureerde samenvatting van het boek sociaal werk in Nederland. De samenvatting gaat over hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8. Ik heb deze gemaakt toen ik in het 1e leerjaar van Social Work zat. Dit was het schooljaar van 2019/2020. Het boek is van Jan Bijlsma en het is de 4e herziend...
Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8
September 7, 2020
32
2019/2020
Summary
Subjects
social work
sociaal werk in nederland
leerjaar 1 20192020
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Social Work
Ontwikkelingen in de sociaal werk
All documents for this subject (2)
8
reviews
By: bunkdemi2004 • 3 year ago
By: jennashakira • 3 year ago
By: 496545 • 3 year ago
By: milouhaverkate • 4 year ago
Translated by Google
great!
By: britoudenampsen • 4 year ago
By: iagourzil • 4 year ago
By: marlissaoudemiddendorp2202 • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
britt479
Reviews received
Content preview
Samenvatting ontwikkelingen Sociaal Werk
Hoofdstuk 1 De Nederlandse verzorgingsstaat
Paragraaf 1.1 De verzorgingsstaat gedefinieerd.
Politieke ideeën + maatschappelijke ontwikkeling = beïnvloed inrichting verzorgingsstaat
Beïnvloeden welzijn inwoners
1. Gevolg sociale strijd
- Slechte omstandigheden
- Bonden en politieke partijen willen dit verhelpen
2. Gevolg burgerlijk beschavingsoffensief
- Badhuizen, parken en verenigingen
3. Gevolg van eigen belang van beter gesitueerde
- Externe effecten, interdependentie en collectieve actie nodig
- Afhankelijk van elkaar
WRR = Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
In 1962 introduceerde de socioloog Piet Thoenes het begrip ‘verzorgingsstaat’ in Nederland. Het was
een vertaling van het Engelse welfare state waarmee een samenleving werd getypeerd waarin de
overheid, met name door sociae wetgeving, een belangrijke rol speelde bij het waarborgen van het
algemeen welzijn. De definitie van de verzorgingsstaat die Thoenes toen introduceerde, is onder
sociologen nog steeds populair.
‘Een maatschappijvorm, die gekenmerkt wordt door een op democratische leest geschoeid systeem
van overheidszorg, dat zich- bij handhaving van het kapitalistisch productiesysteem- garant stelt voor
het collectieve sociale welzijn van haar onderdanen.’
Opvallend in Thoenes zijn definitie van de verzorgingsstaat is het benadrukken van democratie en
kapitalisme. Daarmee onderscheidde hij de West-Europese verzorgingsstaat van de Oost-Europese
(communistische) heilstaat waarin de overheid ook een dominante rol speelde in het creëren van
welvaart en welzijn.
Het benadrukken van het democratische en kapitalistische karakter van de verzorgingsstaat was een
weerspiegeling van de Koude Oorlog die in de jaren zestig van de twintigste eeuw volop woede.
Een eigentijdse definitie van de verzorgingsstaat van Wilterdink en Van Heerikhuizen:
‘Een stelsel waarin de overheid zich garant stelt voor noodzakelijke geachte materiële en immateriële
voorzieningen voor alle burgers.’
De verzorgingsstaat is breder dan het stelsel van sociale zekerheid.
Paragraaf 1.2 Ontwikkeling van de Nederlandse verzorgingsstaat.
Fase 1: Eerste aanzet. Voor loonarbeiders in de beginnende industrieën vormden ziekte, ongevallen
en invaliditeit grote risico’s. Hiertegen werden dan ook de eerste sociale wetten en verzekeringen
geïntroduceerd. Hoewel ook werkloosheid een reëel bestaand risico was, kwam daartegen in eerste
instantie nog geen sociale verzekering.
Fase 2: Doelgroepverbreding. De eerste sociale verzekeringen waren exclusief gericht op industriële
loonarbeiders. In de tweede fase van de ontwikkeling van de verzorgingsstaat zien we een
verbreding in wet- en regelgeving tot niet-industriële arbeiders en zelfs tot mensen die niet in
loondienst werken.
, Fase 3: Sociale regelingen krijgen een nog algemener karakter. Uiteindelijk resulteerde dat in een
vangnet voor iedereen die (om welke reden dan ook ) in (financiële) nood verkeert. In deze fase werd
er ok naar gestreefd om uitkeringen waardevast te maken waardoor uitkeringsgerechtigden
meeprofiteerden van de algemenen stijging van de welvaart. Uitkeringen werden gekoppeld aan de
lonen, waardoor ze met de lonen meestegen.
Fase 4: Crisis. Het stelsel van sociale zekerheid kwam onder druk te staan als gevolg van de grote
aantallen mensen die er een beroep op deden. Er ontstonden problemen rond de betaalbaarheid en
de beheersbaarheid van het stelsel.
In de volgende fasen staat met name het stelsel van sociale zekerheid centraal. Dit stelsel vormt een
essentieel onderdeel van de verzorgingsstaat en staat de ontwikkeling ervan ook model voor de
ontwikkeling van de verzorgingsstaat als geheel.
Fase 1 en 2 ( 1901-1952):
1. 1901: Ongevallenwet
Een verplichte verzekering tegen loonderving vanwege arbeidsongeschiktheid. Het ging hier
om een verzekering tegen het risque professionel, werknemers zijn alleen verzekerd tegen
de risico’s die ze op hun werk liepen.
2. 1912: Nieuwe Armenwet
Deze wet regelde dat de overheid niet zou ingrijpen, tenzij dat de laatste optie was.
3. 1921: In de loop der jaren werd de wet minder selectief en de doelgroep uitgebreid,
uitmondend in de Nieuwe Ongevallenwet, waarin alle werknemers in de particuliere sector
werden verzekerd.
4. 1930: Ziektewet
5. 1952: Werkloosheidswet (WW)
Equivalentiebeginsel: wie veel verdient, moet veel premie betalen maar krijgt dan ook een hoge
uitkering.
Solidariteitsbeginsel: wie veel verdient, moet veel premie betalen maar iedereen krijgt de zelfde
uitkering om zo inkomensstabiliteit te genereren.
Fase 3: 1952–1977
1. 1952: Het ministerie van Maatschappelijk Werk werd ingesteld.
2. 1957: Algemene Ouderdomswet (AOW)
Biedt een vaste uitkering aan mensen van 65 jaar en ouder, volgens het solidariteitsbeginsel.
3. 1959: Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW)
Om te beschermen tegen financieel verlies.
4. 1965: Algemene Bijstandswet (ABW)
Verving de Armenwet, maakte van hulp een recht en vormde een vangnet onder het gehele
stelsel. De armoede wilden ze voorkomen en het welzijn verhogen. Dit deden ze door het
solidariteitsbeginsel.
5. 1966: De Ziekenfondswet (ZFW)
6. 1967: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en Wet op de
Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
7. 1976: Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AWW)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britt479. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.