Samenvatting: Algemeen beheer en organisatie
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1 De organisatie
Een organisatie is een bewust gecoördineerde sociale entiteit met relatief duidelijk identificeerbare
grenzen, die op een vrij continue wijze streeft naar de realisatie van een gemeenschappelijke
doelstelling of verzameling van doelstellingen.
Organisaties zijn sociale entiteiten die gericht zijn op een doel die ontworpen zijn als systemen van
bewust gestructureerde en gecoördineerde activiteiten verbonden met de externe omgeving.
‐ 1ste dimensie: Private of publieke sector
‐ 2de dimensie: Criterium van het oogmerk: Winstoogmerk of geen winstoogmerk
‐ 3de dimensie: Criterium van middelen: Marktmiddelen, gemend of niet-markt middelen
o Google: Private sector met marktmiddelen gefinancierd met winstoogmerk
o Witgele kruis: Private sector met gemende middelen zonder winstoogmerk
o Woonzorgcentra: 3 soorten
= Privaat met oogwinstmerk, Publieke zonder winstoogmerk, Privaat zonder winstoogmerk
= Vaak met gemende middelen
b) Verschil management van organisatie met en zonder winstoogmerk
‐ In de zorg (non-profit) is het niet altijd eenvoudig om te beschrijven welke dienst of goed ze
voortbrengen, het is dus heel moeilijk om te definiëren wat de outcome is.
‐ Naar management toe is de outcome meten heel belangrijk
‐ Social-profit bevat functies die men niet mag overlaten aan de markt
‐ Maatschappelijk belang is verschillend
‐ Professionele medewerkers (hoger opgeleid) zijn niet altijd makkelijk te managen
= Stuur en meetsystemen zijn belangrijk om te bepalen wat en hoe men dit bereikt.
▪ Organisaties in actie
IBM trekt de lijn op een bepaald moment van ontwikkeling van grote computers. IBM wordt
groot onder 2 CEO’s, in de groei als bedrijf hebben ze een specifieke aanpak.
‐ Veel standaardisatie: Opgelegde grapjes
‐ Geen aandacht meer voor omgeving
‐ De mainframe is een belangrijke markt maar werden blind door hun grootheid
Algemeen beheer en organisatie
1
,c) Dimensies van organisatie-ontwerp
De dimensies van een organisatieontwerp zijn specifieke kenmerken, we onderscheiden de structurele
dimensie die de karakteristieken van de organisatie zijn en de contextuele dimensie die de hele
organisatie omschrijven in termen van omvang, technologie, omgeving en doelen.
▪ Indeling van structurele dimensies
Formalisatie: Functieprofielen = Alles op papier zetten
Specialisatie: Ieder een specifieke taak laten uitvoeren = Coördinatie nodig
Standaardisatie: Protocollen en procedures
Gezagshiërarchie: Wie moet gezag afleggen aan wie
Complexiteit: Zorgorganisaties zijn complex
Centralisatie: Hoeveel beslissingen ga je doorgeven naar boven
Professionalisme: Opleiding en sociale vaardigheden
Personeelsratio’s: De verdeling van mensen over verschillende functies en afdelingen
1.2 Het management van een organisatie
‐ Topmanagement: Conceptueel nadenken is de belangrijkste vaardigheden
‐ Zorgen dat middelen ingezet worden om doelen te bereiken
Bedrijven zoals Apple en Ryanair hebben CEO’s die echt wel het boegbeeld zijn, je zou kunnen zeggen
dat de Amerikaanse president ook een boegbeeld is. Maar in de bedrijfswereld hebben de CEO vaak
zo een rol dat als ze verwijden uit de organisatie een grote invloed hebben op de organisatie. Het is
belangrijk dat zij de contactpersoon zijn naar de buitenwereld toe.
Informationele rol: De manager moet waarnemen wat er gebeurt en daarmee iets doen. Men moet
goed waarnemen wat er in de toekomst aankomt, je moet binnen je organisatie dat er initiatieven
worden genomen.
▪ Institutioneel management
Schept de voorwaarden opdat de resultaten of uitkomsten van het strategisch, structurerend en
operationeel management als legitiem worden ervaren.
Verantwoordelijkheid van de directie, raad van bestuur en algemene vergadering
Vereist een creatieve omgang met mogelijke spanningsvelden
▪ Structurerend management
Alle activiteiten die te maken hebben met de allocatie van middelen en het scheppen van
structuren en procedures, het schappen van organisatorische voorwaarden om strategieën te
formuleren.
Bijvoorbeeld: Jaarlijks herbekijken of per afdeling voldoende personeel aanwezig is
Algemeen beheer en organisatie
2
,1.3 Stromingen in de organisatietheorie
a) De geschiedenis
‐ In de religieuze hoger tijden moest er veel gewerkt worden = Protestants-christelijke werkethiek
‐ Kapitalisme en opdeling van arbeid The wealth of nations’ (Adam Smith) heeft ons 4 zaken geleerd:
1. De meest efficiënte manier van te werken door natuurlijk wetten van vraag en aanbod te
respecteren door VRIJE-concurrentie
2. Ieder individu zou vrij moeten zijn in het vergaren van rijkdom
3. We moeten ook eigendomsrechten hebben
4. De opdeling van arbeid leidt tot specialisatie en productiviteit
‐ De industriële revolutie speelde ook een belangrijke rol. Al deze elementen hebben geleid tot een
productiviteitsprobleem dat er enerzijds een gebrek aan managementmethode is en anderzijds
een gebrek aan getrainde managers en ook omdat men nog geen inzicht had in hoe groot die
organisaties moesten zijn om nieuwe technologieën rendabel.
▪ Militaire krijgskunst: Sun Tzu
Hij had een strategie. Werkte voor een klein koninkrijk en had dus een klein leger. Je moet eerst
jezelf eerst goed kennen, ten tweede moet je ook je vijand kennen en dan kan je winnen ook al
ben je kleiner dat je tegenstander. Hij had een klein maar flexibel leger, omdat ze zich ongelofelijk
snel konden verplaatsen.
▪ Niccolo Machiavelli = Grondlegger van begrip macht
1. Diegene die u niet goed genegen zijn moet je uitroeien
= In organisaties gebeurt dit soms nog, maar niet letterlijk dan.
2. Harde maatregelen zijn soms nodig, zegt hij
3. Belang van een breed draagvlak
4. Succes en leidinggevende
Toevalligheden = Iets wat je ziet die je kan gebruiken uit een toevallig effect.
b) Klassieke organisatiestructuur = Scientific management (Taylor)
Taylor was iemand die enorm veel aandacht besteedde aan het efficiënt uitvoeren aan taken en zo
weinig mogelijk tijd besteden aan deze taken. Hij heeft veel samengewerkt met Henry Ford, hij ging
alles timen en heeft zo het concept van de assemblagelijn uitgevonden = Taakspecialisatie
‐ Leidinggeven door toepassen van wetenschappelijk verantwoorde methoden en technieken
‐ Basis van productiviteit denken
○ De Gilberths
Heeft hetzelfde gedaan maar zijn in ziekenhuizen geweest en in een operatiekwartier
= Bestuderen van handelingen om bewegingen tot minimum te beperken → Basis ergonomie
= Het is heel belangrijk wat je waar zet, waar ga je het materiaal leggen of zetten
= Als je dat op een slechte plaatst legt ga je inefficiënter werken omdat je je meer moet verplaatsen
○ Bureaucratie (Weber)
Gezag gekoppeld aan de functie die men bekleedt
Wie is bevoegd voor wat, door dit duidelijk te maken heb je geen conflicten volgens Weber
Algemeen beheer en organisatie
3
, ○ Managementtheorie van Fayol
‐ Technische activiteiten: Productie
‐ Commerciële activiteiten: Verkoop
‐ Financiële activiteiten: Boekhouding
Leidinggeven: Vooruitzien/ plannen, organiseren, bevelen, coördineren en controleren
Hij heeft in zijn boek 14 management principes naar voor gebracht
Definitie van
Regels
management-
Training in routine en Onpersoonlijkheid
activiteiten
regels Opleiding van arbeid
Karakteristiek Opleiding van arbeid
‘Slechts één beste manier’ Hiërarchie
Hiërarchie
Financiële motivatie Gezagsstructuur
Autoriteit
Rationaliteit
Gelijkheid
Geen aandacht voor de
omgeving.
Gaat voorbij aan de Starheid
Nadelen Te veel nadruk op
sociale behoeften Traagheid
rationeel gedrag van
managers
Algemeen beheer en organisatie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller spydro. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.