,Blok 2 - Bewijsevaluatie
3 Criminalistiek is terug redeneren: logisch correct redeneren in forensische
rapportages… en in de rechtszaal (2010)
Berger
4 Bewijs en overtuiging: rationeel redeneren sinds Aristoteles (2010)
Berger & Aben
5 Towards a uniform framework for reporting opinions in forensic science casework
(1998)
Evett
2
,3
Criminalistiek is terug redeneren: logisch correct redeneren in forensische rapportages…
en in de rechtszaal
Berger
Dit artikel beschrijft hoe er in forensische rapportages logisch correct geconcludeerd wordt, en
hoe de lezer hiermee om kan gaan.
Redeneren in strafzaken moet op een rationele manier uitgevoerd worden. De wetenschap leert
ons dat kansberekening daarbij onontbeerlijk is. Het Nederlands Forensisch Instituut is bezig
met de overgang naar een nieuwe logisch correcte conclusiereeks voor zijn
deskundigenrapporten. Een onderzoek naar hoe goed lezers logisch correcte conclusies zonder
verdere uitleg begrijpen laat zien dat zij hier moeite mee hebben. Moet het NFI die overstap
dan wel maken? Het antwoord op deze vraag luidt volmondig: ja (volgens Berger). Er is sprake
van een schijnkeuze: een logisch incorrecte conclusie die goed begrepen wordt is geen
alternatief voor een logisch correcte conclusie die uitleg behoeft.
Voor de behandeling van logisch correct concluderen is het goed om eerst de criminalistiek
nader te beschouwen.
Criminalistiek is terug redeneren van gevolg naar oorzaak
Forensische wetenschap wordt vaak eenvoudigweg gedefinieerd als de toepassing van
wetenschap op vragen die van belang zijn voor de rechtbank. De criminalistiek is daarbij het
deel waarin de exacte wetenschappen worden toegepast. Deze definitie zegt weinig over de
criminalistiek vanuit een wetenschappelijk standpunt. In de vorige eeuw werden principes in
de forensische wetenschap voorgesteld. Berger ontkracht echter een van deze principes ‘every
contact leaves a trace (locard) en stelt dat ‘every contact wipes a trace’. Bij de vraag wat dan
wel de bindende factor is tussen de verschillende disciplines in forensische wetenschap (behalve
hun toepassing op vragen die voor de rechtbank van belang zijn), stelt hij dan ook dat
forensische wetenschap ‘de wetenschap is van het terug redeneren, van een bekend gevolg naar
een oorzaak’.
Het proces van het terug redeneren, dat wil zeggen het gebruik maken van sporen om steun te
vinden voor deze hypothesen (mogelijke oorzaken), is een algemeen bindend thema voor alle
forensische disciplines.
3
,Redeneren is gebaseerd op logica. Om op een rationele en logisch correcte wijze te redeneren,
hebben we enkele principes uit de kansberekening nodig. Op die manier maakt de logica ons
duidelijk welke conclusies gerechtvaardigd zijn met de informatie die we hebben, en welke
niet.
Drie vormen van redeneren (binnen criminalistiek)
Abductie, deductie en inductie
Abductie. Is het type redenering waarmee we creatief hypothesen genereren, die – wanneer juist
– de initiële waarnemingen het best verklaren.
Abductie creëert een startpunt voor twee andere vormen van redeneren:
Deductie. Is een type redenering waarmee je tot harde, zekere conclusies kunt komen
(categorische conclusies), die noodzakelijk juist zijn. Dit is de soort van redenering die we
toepassen wanneer we een hypothese kunnen uitsluiten, zoals wanneer onze waarnemingen
absoluut onmogelijk zijn wanneer de hypothese juist zou zijn.
Inductie. Wanneer we waarnemingen doen die meer steun voor de ene hypothese vormen dan
voor de andere, maar geen van beide hypothesen uitsluiten gebruiken we inductie als
redenering. Bij dit type redenering geven onze waarnemingen steun aan een hypothese maar
kunnen ze deze nooit met zekerheid bewijzen. Bij herhaalde bevestigende waarnemingen blijft
onze overtuiging dus toenemen, maar zekerheid wordt nooit bereikt. (Overtuiging dat alle
zwanen wit zijn totdat dit gefalsifieerd wordt wanneer een zwarte zwaan wordt gespot).
De bewijskracht van een waarneming
Om tunnelvisie te voorkomen en om expliciet te maken welke hypothesen je wel, en zeker ook
welke hypothesen je niet beschouwt heb je ten minste een tweede, alternatieve hypothese nodig.
De twee concurrerende hypothesen die zo beschouwd worden, dienen elkaar uit te sluiten: ze
kunnen niet tegelijkertijd waar zijn.
De mate van overtuiging van een hypothese kan worden uitgedrukt in een kansverhouding
(odds): H1/H2. Een relevante nieuwe waarneming zal de odds van de hypothesen doen
veranderen. Volgens de kansrekening definieert de mate waarin een waarneming de odds
verandert de bewijskracht van die waarneming. De kansverhouding van de hypothesen vóór
de waarneming wordt ook wel prior odds of a priori kansverhouding genoemd, de
kansverhouding ná de waarneming wordt posterior odds of a posteriori kansverhouding
4
, genoemd. Het theorema van Bayes laat zien dat de bewijskracht (van een waarneming) een
vermenigvuldigingsfactor is, en definieert deze als de likelihood ratio (LR):
Dus:
• Prior odds: kans dat H1 waar is voor de waarneming/ kans dat H2 waar is voor de
waarneming.
• Likelihood ratio: Kans op waarneming wanneer H1 waar is/ kans op waarneming
wanneer H2 waar is.
• Posterior odds: Kans dat H1 waar is na waarneming/ kans dat H2 waar is na
waarneming.
Zie voor duidelijke voorbeelden pagina 786.
Om posterior odds te kunnen rapporteren, en een uitspraak te kunnen doen over de hypotheses,
moet altijd de prior odds bekend zijn. Zo niet, dan kan enkel de bewijskracht van de waarneming
(Likelihood ratio) worden weergeven. Zie voorbeeld op pagina 786 (rode sjaal).
Forensische conclusies
De onderzoeker dient zich in zijn conclusie dus te beperken tot de bewijskracht van zijn
waarnemingen (kan dus geen uitspraak doen over of een verdachte schuldig is... dat zou ook de
taak van de rechter zijn).
De manier waarop in het DNA-onderzoek wordt geconcludeerd strookt wel met wat logica en
kansrekening ons leren. De bewijskracht van een gevonden match wordt gegeven door de kans
op die match wanneer de verdachte het spoor heeft achtergelaten, gedeeld door de kans op die
match wanneer een willekeurig ander het spoor achterliet. De eerste kans is één (fouten
daargelaten), terwijl de tweede kans gelijk is aan de frequentie waarmee het profiel voorkomt
in de bevolking, en dat is te berekenen. De conclusies in het DNA-onderzoek zijn daarmee
logisch correct en numeriek. Voor veel andere forensische gebieden geldt dat de bewijskracht
door gebrek aan gegevens nog niet numeriek kan worden weergegeven. Dat neemt niet weg dat
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kvt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.