Borstsparende operatie
- Wordt altijd gevolg door radiotherapie
o 4 weken lang elke dag 2 minuten
- Controle in het ziekenhuis is 5 jaar na de behandeling
o Hierna om het jaar door bv. de huisarts (later om de 2 jaar, kan door het
bevolkingsonderzoek)
Mammacarcinoom
- Incidentie steeg van 97/100.00 naar 119/100.00
- In NL komt borstkanker veel voor
o Kinderen krijgen op latere leeftijd
o Minder borstvoeding (beschermt op langere termijn tegen borstkanker)
o Geeft hogere kans op borstkanker
- Hoe dikker > meer kans op borstkanker
- Roken geeft ook hogere kans op kanker
- Overleving wordt steeds beter:
o Door screening wordt het in een vroeg stadium ontdekt
o Behandelingen worden steeds beter, steeds meer informatie over welke behandeling
bij welke patiënt
o Aantallen veranderen niet heel erg, echter de leeftijd wordt later
Mammapoli
- Intake chirurg/ verpleegkundig specialist + LO
- Gerichte radiologisch onderzoek
- Bij afwijking: biopt
o Cytologisch: in paar uur bekend
o Histologisch: meer weefsel (kun je meer uithalen), diagnostiek duurt wel langer
▪ Heeft de voorkeur
Radiologie
- Je komt er omdat je zelf wat hebt ontdekt of via de screening
- Bij knobbel
- Ip in 1 dag Dx rond, inclusief PA (alleen cytologie)
- Mammogram:
o Calcificaties? > teken ductaal carcinoom in situ (cellen zaaien niet uit maar gaan ooit
een keer kanker worden)
o Grillig verloop
o Massa
o BIRADS-classificatie
▪ 1= normaal
▪ 2= cyste (goedaardig)
▪ 3= afwijking voor 98% goedaardig, 2% twijfel
▪ 4= 50-50 twijfel over goedaardig/ kwaadaardig
▪ 5= 98% maligne
▪ Bij 3/4/5 >> biopt
,DCIS (ductaal carcinoom in situ)
- Calcificaties
o Ligt aan de hoeveelheid of de hele borst
verwijderd moet worden of borstsparende
operatie
o Dit zaait niet uit
- De klier waar uitzaaiing als eerste heen zou gaan >
wordt er bij een operatie uitgehaald om te kijken of
er metastasen in bevinden
o Dit doe je in principe niet bij DCIS
o Echter weet je wel dat DCIS maligne gaat worden, bij groter gebied doe je wel een
central node procedure
- Borstsparende therapie of gehele verwijdering (ablatio)
Echo
- Gericht onderzoek, niet geschikt voor screening
- Alleen gebruiken bij afwijking op mammogram/ bij wat voelen (aanvullend)
- Beoordelen massa: solide/ cysteus
- Beeldgeleide punctie (gericht je punctie afnemen)
MRI
- Alleen geschikt voor screening bij BRCA-gen
mutanten
o Bij dragers > al screening vanaf 25 jaar
o Bij jonge vrouwen is er namelijk veel
klierweefsel (ziet dit moeilijk op MRI)
o Later veel vetweefsel > dit zie je wel goed
- Ziet veel te veel eigenlijk
o Veel over diagnostiek
- Responsmeting bij neo-adjuvante chemotherapie
o Om te kijken hoe de chemo aanslaat (handig
bij de planning van een operatie)
o Alleen chemo bij 100% zeker dat iemand dit
moet krijgen (dan kun je het ook van tevoren
geven)
▪ Kunt monitoren wat het doet op de chemo (kan als het niet werkt nog
switchen)
▪ Kunt tumor reduceren, hierna kun je 25% borstsparend nog behandelen
waarbij dat eerst niet kon
▪ Bij na de operatie > zie je dit moeilijker
- Preoperatief:
o Als grootte op mammogram en echo niet
overeenkomen
o Dens mammogram
o Bij lobulaire carcinomen
o Je kijkt hoe groot carcinoom is voor de
operatie, hierna ga je kijken hoe de tumor is
veranderd
Pathologie
- Cytologie: snelle Dx
- Histologie: meer gegevens
, o Meer info over hormoonstatus tumor
o Voorkeur
MDO preoperatief
- Onderwerpen:
o Maligniteit ja/nee
o Uitgebreidheid
o Grootte
o Segment
o Uitzaaiingen
o Oksel
o Behandelvoorstel volgens richtlijnen
o Aanvullende diagnostiek
- Wordt als team besproken wat de beste behandeling voor deze patiënt zou kunnen zijn
Borstcarcinoom
- Liever borstsparend als mogelijk tenzij patiënt anders wil
o Hier is het belangrijk dat de patholoog een aantal dingen bekijkt:
▪ Tumorkenmerken: belangrijk voor nabehandeling
▪ Zijn de snijranden vrij: bij 7% van vrouwen zijn deze niet goed vrij (kanker
kan in de randen zitten waarbij je mogelijk opnieuw moet opereren)
▪ Je mag niet meer dan 20% irradicatie hebben
Stadia borstkanker
- 1= tumor zonder uitzaaiingen
- 2= iets grotere tumor zonder uitzaaiingen
- 3= uitzaaiingen naar lymfeklieren
- 4= uitzaaiingen naar andere organen
o Niet meer te genezen maar
kun je wel nog lang goed
behandelen met chemo/
hormonale therapie
- Bij stadium 1/2/3 is curatie
mogelijk (dus genezing)
Shared decision making
- Patiënt beslist samen met de arts
wat er gaat gebeuren
- Is echter heel ingewikkeld
- Patiënt moet heel veel informatie
ontvangen en in korte tijd een hele
belangrijke beslissing maken
Chirurgie
- Sparende vs. ablatio (verwijdering)
o Bij sparend: zo goed
mogelijk contour van de
borst behouden en dat je mediaal zo veel mogelijk het litteken vermijdt (dit zie je het
vaakst)
▪ Door bestraling is er ook deformatie van de borst mogelijk
▪ Na bestraling is elke operatie een risico op wondinfecties
- Palpabele vs. niet-palpabele tumor
, o Bij niet palpabele tumor:
▪ Wordt door de radioloog een draadje in de tumor geplaatst
▪ Aan de hand van dit draadje kun je de weg volgen naar de tumor
▪ Kan ook met jodiumzaadjes in de tumor > piepen heel hard als je met een
apparaat in de buurt komt
▪ Is een moeilijkere operatie omdat je nooit precies weet of je al het weefsel
hebt weggehaald, voor de zekerheid na verwijdering doe je nog een foto bij
de radioloog om te kijken of je echt alles hebt weggehaald
- OKD vs. SN vs. geen okselchirurgie
o Sentinel node procedure: op plaats tumor een radioactief stofje > gaat in 1e lymfklier
in de omgeving zitten (kan ook met jodiumzaadje) > deze haal je er ook uit
- Re-excisie indicaties
Plastische chirurgie
- Reconstructie
o Doe je met buikvet dat je naar boven verplaatst
▪ Duurt wel 6-8 uur
▪ Bij 2-3% kans dat de huidlap die je naar boven verplaatst necrotisch wordt >
gat op de borstwand hierdoor
- Direct/ secundair
- Autoloog/ prothese
- Siliconosis
Radiotherapie
- Na sparende operatie
- Na ablatio
- Met of zonder borst
- Regionaal
- Partial breast
- 4 weken na ok elke dag
- Heeft veel impact op je lichaam: ook vermoeiend
- Recidiefpercentage verlaag je van 15% > 3% hiermee
- Bijwerkingen:
o Huidproblemen
o Vermoeidheid
Pathologie
- Ductaal vs. lobulair
- Differentiatiegraad
- Hormoonstatus
Mammaprint vs. oncotype dx
- Mammaprint:
o Als je chemo nodig hebt volgens de richtlijn, die mammaprint doet een genanalayse
o Je kijkt of iemand gevoelig is of niet
o Laag risico: chemo geen toegevoegde waarde (bij 25%), voegt niks toe aan de
overleving
Systeemtherapie
- Chemotherapie
o Duur 4-8 maanden
o Kuren 1x/week, 1x/2-3 weken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliajongejan98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.