Casus 1
- Patiënte, 44 jaar door huisarts verwezen naar MDL-polikliniek
- Reden verwijzing
o Persisterend vervelend gevoel maagkuiltje/ richting duodenum
- Journaal
o Persisterende maagklachten, maagpijn
o Klachten in bovenbuik
o Veel beter sinds start Metamucil (psylliumvezels, laxantia voor obstipatie), 2 jaar
geleden echo bb i.v.m. zelfde klachten
o Geen aanwijzingen pathologie
o Houdt af en toe verveld gevoel ondanks medicatie
o Maagpijn
o Iom pte H.pylori test –
▪ Bij h. pylori krijg je later wat minder zuursecretie
- Relevante probleem episodelijst
o Gegeneraliseerde angststoornis
o Angststoornis
o Huisstofallergie
o Pijn in colon
o Astma bronchitis
- Vervolg?
o Medicatiegebruik (NSAID > kan zorgen voor maagzweren)
o Duur van klachten (bij langere duur > mindere waarschijnlijkheid van kanker)
▪ 5 jaar, wordt steeds erger
▪ Klachten komen en gaan (10 minuten ongeveer klachten, ebt dan weer wat
weg)
o Hoofdklachten
▪ Pijn in darmen al vanaf 14 jaar
▪ Pijn in epigastrium; wordt erger (bij wakker worden ook hier pijn)
▪ PDS gediagnosticeerd
o Uitlokkende factoren
▪ Bepaalde drank/voeding kan de pijn verergeren (alcohol, vet eten, scherp
eten) > binnen 1 uur na het eten klachten
▪ Ook pijn in de ochtend na wakker worden
o Maagzuurremmers?
▪ H2-receptorantagonisten
▪ Protonpompremmers
▪ Mevrouw heeft hier geen ervaring mee
o Defecatie
▪ 4 dagen in de week ongeveer eens last van diarree
▪ Ook buikkrampen
▪ Ook soms dagen harde ontlasting
▪ 30% van de ontlasting ongeveer te dun, ook soms obstipatie, hiernaast soms
normaal
▪ Heeft Metamucil gekregen (laxantia) maar mw. heeft vooral laxantia (voor
PDS)
• Bij te veel aan Metamucil (psylliumvezels) krijg je niet echt dunne
ontlasting van (wel dunner maar niet te dun)
, • Bij milde diarree kan psyllium dit ook wat indikken
• Bij milde obstipatie kan psyllium dit ook wat verdunnen
o Hoe erg is de pijn?
▪ Stekende, zeurende pijn wel vervelend (epigastrische pijn)
o Waarom komt de hulpvraag op dit moment naar voren?
▪ Omdat de klachten blijven aanhouden en ook iets erger is geworden
▪ Moeder ook deze klachten gehad en is later tumor bij ontdekt
o Buik is uitgezet na het avondeten (hoe zwaarder eten > hoe meer je buik opzwelt)
▪ Gassen; door koolhydraten die worden gefermenteerd door bacteriën (uit
overgebleven voedselresten)
o Eerdere diagnostiek
▪ Nog geen gastroscopie gehad, H. pylori negatief
▪ In 99% zie je niks op gastroscopie als de pylori test negatief, jonge leeftijd
(lage kans carcinoom)
o Lichaamsgewicht
▪ Afgevallen? > alarmsymptoom
▪ Dit is niet het geval, gewicht is in stijgende lijn
- LO
o Drukpijn in epigastrium
o Drukpijn over darmen (vaker bij PDS)
- Diagnose
o Prikkelbare darmsyndroom (al vanaf vroeger) > zit lager in de buik en,
o Functionele dyspepsie= zusje van PDS
▪ Zit hoger in de buik
- Onderzoek
o Gastroscopie (hier niet gedaan)
o Lab; CRP, hb
o Echo bovenbuik (minder belasten dan gastroscopie)
- Behandeling
o Pepermuntolie capsules (helpt heel goed op zowel maagklachten als PDS-klachten)
,HC Functionele darmstoornissen
Functionele maagdarmstoornissen
- Er bestaan >50 verschillende functionele maagdarmaandoeningen
o Meest voorkomende factoren;
▪ Afwijkende darmmotoriek
▪ Viscerale hypersensitivteit
▪ Psychische factoren
Darm als bron van functionele symptomen
- Plexus myentericus van Auerbach (vezels) tussen
longitiduniale en circulaire laag
- Cellen van Cajal hebben een pacemakerfunctie; bepalen
ritme van spieren
- Enterisch zenuwstelsel (2e brein)
o Zenuwstelsel is hierbij niet nodig
o Sturing van: motoriek, secretie, perceptie
o ?
Gut-brain-axis
- Brein staat in verbinding met het centrale brein die de darm-
hersen-as
- Gaat via autonome zenuwstelsel
o Sympaticus en parasympaticus
- Belangrijkste hersenzenuw die de darm van
parasympathische innervatie voorziet= n. vagus
o Meeste is afferent (van hersenen naar darm)
o 20% efferent
- Tegenwoordig wordt ook het microbioom van een
persoon in de dikke darm meegenomen in communicatie
met de hersenen
o Afhankelijk samenstelling bacteriën > kan ook je
stemming veranderen
o Bij veel ziekte speelt het microbioom een rol
- Ook hormonale manier van communiceren
- Ook neuro-immune manier van communiceren met
hersenen
Colon
Contracties
- Segmenterende contracties
o Hele dag door
o Mengen, kneden van de voedselbrij
o Brengen voedselbrij in contact met mucosa zodat de darmsappen hierop kunnen
inwerken
o Verplaatsen geen hoeveelheden ontlasting
o Op MRI zie je insnoerende contracties
- Massa-contracties
o 6-10x per dag
, o Ook wel high-amplitude propagated contractions (HAPC’s)
o Contractie richting anaal > stuwt ontlasting door (voor defecatie heb je deze
contracties)
o Vooral na ontwaken en na grotere maaltijden
o Op MRI zie je de hoeveelheid feces verplaatsen
Uitgang; bekkenbodem
- Interne anale sfincter; glad spierweefsel (geen
controle)
- Externe anale sfincter; dwarsgestreept s pierweefsel
(wel controle)
- M. Puborectalis (ook dwars) trekt een hoek tussen
rectum en anus
o Bij def > moet deze en externe anale sfincter
ontspannen
- Defecatie:
o Massabeweging colon eerst
o Vulling rectum > relaxatie interne anale sfincter (recto-anale inhibitiereflex)
o Relatie EAS en m. Puborectalis (> verstrijken recto-anale hoek dus opening)
o Buikdrukverhoging (persen) > defecatie
- Defecografie
o Je krijgt kunstpoep met barium > defecatie wordt onder röntgen in beeld gebracht
o Bij ledigen darm > verstrijkt recto-anale hoek
o Bij vermoeden stoornissen van evacuatie ontlasting wordt deze methode gebruikt
voor het in beeld brengen van dit mechanisme
Obstipatie
- Obstipatie is een verzameling van symptomen, in wisselende samenstelling
o Het is geen diagnose
o Meestal wordt functionele obstipatie bedoelt als ‘obstipatie’ als diagnose wordt
gebruik
- Het obstipatie-symptomenrefex:
o Minder dan 3x def per week
o Noodzaak tot hard persen tijdens def
o Keutelige of harde def
o Gevoel onvolledige lediging
o Gevoel anorectale obstructie/ blokkade
o Noodzaak tot manuele hulp
Hoofdgroepen oorzaken obstipatie
- Verkeerde leef- en eetgewoonten (weinig actief, erg v ezelarm
dieet) (20%)
- Organische ziekte (1%)
o Mechanische obstructie; coloncarcinoom/ enterokele
o Stofwisselingsziekten; hypo
o Myopathie; sclerodermie
o Gestoorde innervatie; dwarslaesie
o Psychisch; depressie
- Geneesmiddelgebruik (10%)
o Opiaten (vaak bij voorbaat al laxeermiddel erbij)
o Anticholinergische bijwerking; zoals tricyclisch antidepressium, nividipide
(calciumkanaalblokkers)
- Functionele stoornissen (meestal het geval)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliajongejan98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.