,Methodiek en begeleiden Thema 18 didactiek aan de basis
• Onderwijzen = het rechtstreeks overbrengen van vaardigheden, kennis en inzicht door de
één aan de ander
• Vaardigheid = de bedrevenheid bij het uitvoeren van handelingen
• Kennis = je hebt kennis van iets, als je er verstand van hebt
• Inzicht = betekent dat je de kennis begrijpt en kan gebruiken in verschillende situaties
• Didactiek = hierbij houd je je bezig met de vraag op welke manier je onderwijs geeft: hoe
breng je inzicht, kennis en vaardigheden over aan anderen. Plannen – uitvoeren – handelen.
• Didactische werkvorm = de activiteit die jij aanbiedt om cliënten en leerlingen iets te leren
• Vaardigheden aanleren = voordoen – eigen maken – toepassen
Voordoen: je toont het goede voorbeeld
Eigen maken: leerling oefent met de vaardigheid
Toepassen: verworven vaardigheid inzetten in nieuwe, niet onderwezen, situaties
• Didactisch vaardig = dit ben je als het je lukt om op een goede manier didactische
werkvormen in te zetten.
• Didactische sleutelvragen = vragen die je stelt bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren
over hoe je onderwijs aanbiedt.
1. Waar moet ik beginnen? (Beginsituatie)
2. Wat wil ik bereiken? (Doelstelling)
3. Hoe ga ik leeractiviteiten geven? (Uitvoering)
4. Heb ik mijn doel bereikt? (Evaluatie)
• Veilig pedagogisch klimaat = een omgeving waarin leerlingen zich beter ontwikkelen en waar
ze zich veilig en vertrouwd voelen.
• Pedagogische vaardigheden= dat je wet hoe je leerlingen vanuit hun behoefte af
maatschappelijke verwachtingen kunt ondersteunen bij hun ontwikkeling.
• Visie = een basisuitgangspunt van waaruit je leren of onderwijs vormgeeft.
• Stroming = een variatie of samenvoeging op dit basisuitgangspunt dat concreter invult hoe
het onderwijs of leren vorm gegeven wordt in de praktijk.
• Didactische principes = een reeks van afspraken waarvan begeleiders van leeractiviteiten
voortdurend rekening moeten houden.
• 7 basisprincipes:
1. Aanschouwelijkheids-principe: het geleerde zintuigelijk te laten waarnemen, dan wordt
het concreet.
2. Differentiatie-principe: benader leerlingen zo min mogelijk als geheel. Als je rekening
houdt met onderlinge verschillen, bied je hun betere kansen.
3. Motivatie-principe: als je leerlingen weet te motiveren zal dat hun leerproces niet alleen
versnellen maar ook versterken. Sluit aan bij hun belevingswereld.
4. Beperkings-principe/geleidelijkheids-principe: je kan niet alles aanleren. Heb geduld en
streef ernaar dat ze die doelen geleidelijk zullen halen.
5. Activiteits-principe: actief met de stof omgaan. Daag hun denkactiviteit uit – variëren.
6. Integratie-principe: wat je aanleert sluit aan bij wat ze al weten of geleerd hebben.
7. Herhalings-principe: lesstof herhalen – ondersteun je het leerproces optimaal. Varieer
van werkvorm.
In de jaren 70 heeft Van Gelder een aanpak ontwikkelt om de structuur van lessen of activiteiten
handig in kaart te brengen. DA (didactische analyse)
, Vragen die je stelt bij voorbereiding van een les
1. Wat moeten de leerlingen kunnen of weten na de les?
2. Hoe sluit ik aan bij wat ze al weten of kunnen?
3. Hoe breng ik die kennis/vaardigheid over?
4. Wat houdt de leerstof precies in en hoe orden ik die?
5. Welke activiteit lok ik uit?
6. Welke hulpmiddelen zijn hiervoor geschikt?
7. Wat is het resultaat? Hoe is de les verlopen?
Antwoorden = leiden tot kernbegrippen
1. Het doel is
2. De beginsituatie is
3. De didactische werkvorm is
4. De leerstof is
5. De leeractiviteiten zijn
6. De onderwijsleermiddelen zijn
7. Evaluatie
• Doelstelling = je beschrijft als doel een gedragsvorm van de leerlingen. Bv: de leerlingen
maken sommen toe 20 met sprong over het tiental. Ze maken 80% goed. (SMART)
• Beginsituatie = dit is de al aanwezige kennis of vaardigheden.
• Didactische werkvormen = jouw handelen in deze les. Hoe leg je de les uit? Gebruik je
bordteksten? Enz.
• Leerstof = bestaat bijvoorbeeld uit de soort sommen, zoals deelsommen tot 1000 met rest of
breuken met drie cijfers achter de komma. Kleuters bv het aanleren van een aantal dieren
namen.
• Leeractiviteiten = noteer je wat de leerlingen feitelijk doen; kleuren, rekenen, bronnen
zoeken, wat dan ook. Individueel of in groepjes.
• Onderwijs leermiddelen = de dingen die leerlingen gebruiken; een puzzel, atlas, papier,
potlood, schrift ed. Of kijken ze naar een digibord of beamer?
• Evaluatie = kijk je hoe alle onderdelen van je les verlopen zijn. Je gaat na of je doel bereikt is.
Kijkt of de didactische werkvormen, leeractiviteiten en onderwijsmiddelen goed gekozen zijn.
Hierbij stel je vragen als:
- Hoe was de aandacht en de interesse van de kinderen?
- Hoe verliep de instructie en begeleiding?
- Heb ik in de voorbereiding de materialen en leermiddelen goed gekozen?
- Had ik alles op tijd en van alles voldoende klaargelegd?
Elke les heeft drie fasen – je begint – de uitleg – aan het werk – afsluiting.
1. Inleiding; er is altijd een inleiding. Je richt de aandacht van de leerlingen op wat er volgt.
Maak ze nieuwsgierig en fris op wat ze al geleerd hebben.
2. Instructie; verduidelijk de zaken. Je wilt uitlokken dat ze een bepaalde activiteit gaan
uitvoeren. Leg uit wat ze gaan doen. Aan het eind check je of het voor iedereen duidelijk is
(bv snappen we het allemaal?)
3. Verwerking; leerlingen gaan aan de slag. Je ondersteunt groepjes of loopt rond.
4. Afsluiting; sluit de les af. Bijvoorbeeld door een aantal producten te laten voorlezen of te
laten zien. Vragen of er nog vragen zijn over de leerstof.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessjan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.