Volledige samenvatting van het vak Strafrecht 1.
BA Rechtsgeleerdheid jaar 1, Rijksuniversiteit Groningen
Combinatie van hoorcolleges, literatuur en informatie gegeven op werkgroepen.
Literatuur:
Ons Strafrecht, deel I (Het materiële Strafrecht), Knigge en Wolswijk
Ons Strafrecht, deel II (Str...
Objectieve zijde
Een delictsomschrijving bestaat uit bestanddelen. Bestanddelen onderscheiden in:
Subjectieve bestanddelen: vorm van opzet of culpa, beschrijven een geestesgesteldheid.
Objectieve bestanddelen: overige bestanddelen.
Geobjectiveerde bestanddelen: bestanddelen waarop het subjectieve bestanddeel niet
gericht hoeft te zijn. Bijvoorbeeld art. 282 Sr.:
1. Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of…
2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of…
Opzet is bij lid 2 niet nodig, als het gevolg gewoon intreedt is het al strafbaar.
Het strafprocessuele model formele vragen art. 348 Sv.:
1. Is de dagvaarding geldig? In goede orde de verdachte bereikt en voldaan aan art. 261
Sv.
a. Nee? De dagvaarding is nietig op grond van art. 349 lid 1 Sv.
b. Ja? Volgende vraag.
2. Is de rechter bevoegd? Absolute en relatieve competentie. Absolute competentie
overtredingen/misdrijf. Relatieve competentie: art. 2 Sv.
a. Nee? De rechter is onbevoegd o.g.v. art. 349 lid 1 Sv.
b. Ja? Volgende vraag.
3. Is de OvJ ontvankelijk? Veel gronden voor niet-ontvankelijkheid. ***
a. Nee? Rechter verklaart OvJ niet ontvankelijk o.g.v. art. 349 lid 1 Sv.
b. Ja? Volgende vraag.
4. Is er reden voor schorsing? Art. 14 t/m 16 Sv.
a. Ja? Rechter gaat over op schorsing o.g.v. art. 349 lid 1 Sv.
b. Nee? Door naar materiële vragen art. 350 Sv.
*** niet-ontvankelijkheid OvJ: art. 68 Sr en verder.
Ne bis in idem > art. 68 Sr: niet 2x voor hetzelfde feit veroordeelt.
Verdachte is overleden > art. 69 Sr.
Ten laste gelegde feit is verjaard > art. 70 Sr.
Verdachte onder de 12 jaar > art. 468 Sv.
Onbehoorlijke opsporing:
o Onherstelbaar verzuim art. 359a Sv.
o Redelijke termijn art. 6 lid 1 EVRM.
,Voorwaarden strafbaarheid
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten is.
Deze voorwaarden zijn cumulatief:
1. Menselijke gedraging: een gedraging door een persoon. Men moet iets doen (= soms
ook nalaten).
a. Menselijke gedraging: handeling van een persoon (natuurlijk of rechts)
b. Feitelijke gedraging: moet gaan om feitelijke gedraging, geen gedachte.
2. Delictsomschrijving: aan de bestanddelen van de toepasselijke en verbindende DO
moet worden voldaan.
3. Wederrechtelijk: Er is geen rechtvaardigingsgrond. Handeling is in strijd met het
recht. = element wederrechtelijkheid.
4. Schuld: Er is geen schulduitsluitingsgrond. De wederrechtelijke gedraging moet
verwijtbaar zijn. = element verwijdbaarheid.
Deze voorwaarden worden processueel vertaald naar materiële vragen van artikel 350 Sv.:
1. Is het ten laste gelegde feit bewezen? – Menselijke gedraging.
a. Nee? Vrijspraak op grond van art. 352 lid 1 Sv.
b. Ja? Volgende vraag.
2. Kan het bewezenverklaarde feit worden gekwalificeerd? – Delictsomschrijving.
a. Nee? OVAR > ontslag van alle rechtsvervolging o.g.v. art. 352 lid 2 Sv. (let op
volledigheid!)
b. Ja? Volgende vraag.
3. Is de dader strafbaar? – Wederrechtelijk en Verwijtbaar. = geen
strafuitsluitingsgrond.
a. Nee? OVAR o.g.v. art. 352 lid 2 Sv.
b. Ja? Volgende vraag.
4. Straftoemeting: welke straf of maatregel?
Deze vragen hebben dwingende volgorde. En aan alle voorwaarden moet zijn voldaan. Kijk
eerst naar de rechtvaardigingsgrond, daarna naar de schulduitsluitingsgrond. Logisch, je kunt
iemand niet iets verwijten als het niet wederrechtelijk is.
,De verschillende mogelijk uitspraken
Formele uitspraak:
1. Art. 349 Sv – Rechtsgeding wordt beëindigd.
Materiële uitspraken:
2. Art. 351 Sv – Rechter acht ten laste gelegde feit bewezen en strafbaar, verdachte is
ook strafbaar, hij spreekt veroordeling uit.
3. Art. 352 lid 1 Sv – Rechter acht ten laste gelegde feit niet bewezen, vrijspraak.
4. Art. 352 lid 2 Sv – Rechter acht ten laste gelegde feit bewezen maar het feit of
verdachte is niet strafbaar, ontslag van alle rechtsvervolging.
Strafuitsluitingsgronden
Strafuitsluitingsgronden nemen de wederrechtelijkheid van de gedraging weg of de
verwijtbaarheid van de dader weg.
Bijzondere strafuitsluitingsgronden: deze zijn opgenomen in hetzelfde wetsartikel dat een
bepaalde gedraging strafbaar stelt en geven uitsluitend een strafuitsluitingsgrond voor het
aldaar strafbaar gestelde feit. Dus iemand die schuldig is aan diefstal (art. 310 Sr.), kan zich
niet beroepen op de strafuitsluitingsgronden genoemd in art. 280 Sr.
Algemene strafuitsluitingsgronden: in principe van toepassing op alle strafbare feiten. Twee
soorten:
Rechtvaardigingsgronden: nemen de wederrechtelijkheid weg, rechtvaardigen de
daad.
Schulduitsluitingsgronden: nemen de verwijtbaarheid weg, excuseren de dader.
Art. 39 Sr – ontoerekeningsvatbaarheid (schulduitsluitingsgrond)
Art. 40 Sr – overmacht (rechtvaardigingsgrond)
Art. 41 lid 1 Sr – noodweer (rechtvaardigingsgrond)
Art. 41 lid 2 Sr – noodweerexces (schulduitsluitingsgrond)
Art. 42 Sr – wettelijk voorschrift (rechtvaardigingsgrond)
Art. 43 lid 1 Sr – ambtelijk bevel (rechtvaardigingsgrond)
Art. 43 lid 2 Sr – onbevoegd gegeven ambtelijk bevel (schulduitsluitingsgrond)
Buitenwettelijk strafuitsluitingsgronden zijn AVAS en het ontbreken van de materiële
wederrechtelijkheid.
Regel is dat de dader strafbaar is bij vervulling van bestanddelen van de DO. Uitzondering is
dat de dader bij vervulling van de bestanddelen van DO toch niet strafbaar is indien element
ontbreekt. (via strafuitsluitingsgrond > wederrechtelijkheid of verwijtbaarheid weg)
Bestanddelen worden opgenomen in de tll, elementen niet. Daarom moet de aanwezigheid
van de bestanddelen bewezen worden (1e vraag 350 Sv), afwezigheid van elementen hoeft
slechts aannemelijk te zijn.
, De rechter moet ambtshalve aanwezigheid van strafuitsluitingsgronden onderzoeken.
Belangrijk voor tentamen: ongeacht wat er wordt aangevoerd door partijen moet de rechter
onderzoek doen naar de strafuitsluitingsgrond.
Soms is een element een bestanddeel. Bijvoorbeeld als schuld een bestanddeel is, dan stuit
de rechter bij vraag 1 al vast. De schuld is dan niet aanwezig en dat bestanddeel kan dan dus
niet bewezen worden, dan kan vraag 1: het ten laste gelegde feit dus niet bewezen worden.
Overmacht
In art. 40 Sr: niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is
gedrongen. Overmacht is een externe oorzaak ‘kracht van buiten’. Overmacht kan zowel als
rechtvaardigingsgrond en als schulduitsluitingsgrond worden toegepast:
Overmacht-noodtoestand: is een rechtvaardigingsgrond. Verdachte heeft, staande
voor de noodzaak te kiezen uit onderlinge strijdige plichten en belangen, de
zwaarstwegende laten prevaleren. (Opticien-arrest).
Psychische overmacht: is een schulduitsluitingsgrond. Een van buiten komende drang
waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kon en ook niet behoefde te
bieden.
Absolute overmacht: komt in de praktijk nauwelijks voor. De volstrekte doorgaans
fysiek getinte onmogelijkheid om anders te kunnen handelen. (zie. Blz. 17 deel A)
Overmacht-noodtoestand (rechtvaardigingsgrond)
Door de HR erkend Opticien-arrest. Een beroep op overmacht wordt gehonoreerd als een
bepaald belang zwaarder weegt dan de wet. Vereisten:
Concrete en min of meer acute nood: nood die bestaat in een conflict van onderlinge
plichten of belangen. (wet versus maatschappelijk)
Zwaarstwegende plicht of het zwaarstwegende belang: er moet gekozen worden
voor het juiste en zwaarstwegende belang.
Proportionaliteit, subsidiariteit en Garantenstellung: geef goede argumenten op
tentamen n.a.v. subsidiariteit, proportionaliteit en Garantenstellung. Let dus op evt.
andere mogelijkheden, hoedanigheid en de mate. Het dienende belang moet
zwaarder wegen dan het overtreden belang. Er moet geen andere mogelijkheid zijn
om uit het conflict te komen, in het geheel geen strafbaar feit of een minder ernstig
feit.
o Let ook op: in het systeem der wet is soms geregeld dat noodtoestand niet
kan slagen. Wetgever heeft al afweging gemaakt omtrent regels of de
mogelijkheid gegeven voor vergunning/ontheffing.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottesteenbeeke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.67. You're not tied to anything after your purchase.