1 Inleiding
1.1 Drie niveaus van verdediging
1. Mechanische, chemische en biologische barrières
2. Niet-specifiek verweer, aangeboren
3. Specifiek verweer, verworven
1.1.1 Het niet-specifiek verweer
= Barrières: fysisch, chemisch/biochemisch, biologisch
= Humoraal of cellulair
1.1.2 Het specifiek verweer
= Antigeen specifiek: reactie tegen bepaald motief
= Systematisch: alle componenten verspreid via bloed en lymfen
= Humoraal en cellulair: cytokines voor communicatie
= Selectieve herkenning: tussen AG en AL
1.1.3 Het niet-specifiek verweer vs. specifiek verweer
Niet-specifiek Specifiek
= Bestaande, aangeboren componenten = Verworven
= Snelle respons: min = Respons: dagen
= Zelfde moleculen voor reeks = Cellen genetisch geprogrammeerd om
pathogenen te reageren op 1 AG
= Algemene receptoren = AG herkennende moleculen
= Geen geheugen = Geheugen
= Weinig afwijkingen = Frequent afwijkingen: auto-immuniteit
1.2 Cellen van het immuunsysteem
Leukocyten worden opgedeeld in myeloïde lijn en lymfoïde lijn. B- en T lymfocyten en plasmacellen
behoren tot het specifiek verweer, alle andere cellen niet-specifiek verweer.
Hematopoïetische stamcel
Lymfoïde lijn Myeloïde lijn + RBC + bloedplaatjes
Communicatie tussen Leukocyten: witte/kleurloze cellen
specifiek en niet- Macrofagen: grote cellen met fagocyterende activiteit
specifiek verweer NK-cellen: Natural Killer cellen
1.3 Cellulaire mechanismen
1. Fagocytose: extracellulaire pathogenen opvreten/fagocyteren
a. Macrofagen, dendritische cellen, neutrofielen en B-lymfocyten
2. Macropinocytose: opname extracellulaire vloeistoffen
a. Dendritische cellen
3. Cytotoxische effecten: intracellulaire pathogenen opruimen
a. Apoptose: geprogrammeerde celdood
b. Cel lyse: breken membraan
→ NK-cellen vernietigen geïnfecteerde cellen door a en b.
AD Immunologie 1
,1.4 De eiwitten van het niet-specifiek verweer: het complement
1. Acute-fase eiwitten
2. Complementfactoren
3. Interferonen, transferrine, defensines, bacteriocines, lysozyme
1.4.1 Ontstekingseiwitten/ Acute fase eiwitten
= CRP= C-reactief proteïne, aangemaakt door de lever
1.5 Werking van het aangeboren immuunsysteem
1.5.1 Fagocytose
= Macrofaag= groot etende cel
1.5.2 Ontstekingsreactie
= opstapeling van vloeistoffen en cellen op plaats van infectie (zwelling, rood, warmte en pijn)
Acute fase EW die fagocytose helpen om ontstekingsreactie tot stand te brengen:
1. Mannose-bindend lectine (MLB)= bindt bacteriën op hun oppervlak
2. C-reactief proteïne (CRP)= bindt fosforylcholine op bacterie oppervlak
3. Complement= set EW die op oppervlak bacteriën binden
Acute fase EW, voornamelijk
complement EW erken samen
met cellen van niet-specifiek
verweer om een
ontstekingsreactie tot stand te
brengen.
1. Intacte huid: effectorcel= macrofaag of dendritische cel.
2. Wond: vorming bloedklonter, vuil met micro-organismen dringen voor bloedklonter naar
binnen, worden opgenomen door effectorcel, die cytokines vrijlaat. (Interleukine-1, IL-6,
Tumor Necrose Factor (TNF)-alfa)
3. Verhoogde vasculaire permeabiliteit: cytokines brengen via bloedbaan verschillende reacties
teweeg. Vloeistof met EW en cellen naar plaats van effectie, zorgt voor verhoogde v.p.
(doorlaatbaarheid)
4. Ontsteking: roodheid, warmte, zwelling, pijn
1.5.3 Het complement
= Deel aangeboren immuunsysteem
= Ondersteunt/ complementeert werking van AL/ antistoffen
= Kan ook geactiveerd worden in afwezigheid van AL: MLB en alternatieve pathway
= Bestaande uit ≠EW, waarvan sommige enzymactiviteit
= Volgens watervalsysteem waarbij juist gevormde actieve complement EW het volgende kan
activeren.
= Doel: vorming MAC= Membraan Activerend Complex
1.5.3.1 Nomenclatuur
= Plasma-eiwitten (=inactieve vorm in plasma) sommige met enzymactiviteit
Klassieke/ MBL activatie Alternatieve activatie
= C1, C4, C2, C3, C5, C6, C7, C8, C9 = C3, C5, C6, C7, C8, C9 en grote letters
= …a: kleine moleculen (plasma) bv. C3a = …a: kleine moleculen (plasma) bv. Ba
= …b: grote moleculen (membraan) bv. C3b = …b: grote moleculen (membraan) bv. Bb
AD Immunologie 2
,1.5.3.2 3 activatiewegen
Mannose-bindend lectine
Klassieke pathway Alternatieve pathway
pathway
1. lectine bindt aan opp pathogeen 1. C3 bindt met opp pathogeen
1. C1 bindt met AG-AL complex
2. complement activering 2. complement activering
2. complement activering
3. opsonisatie van pathogenen 3. doden pathogeen door
3. chemotaxis
vorming MAC, bacterie lyseren
- bacteriën
- virussen - microben met veel mannose-
- virussen
- gram-negatieve bacteriën groepen
- tumorcellen
= aantrekken andere immuuncellen
= zichtbaarder/ beter gefagocyteerd worden microben
C3 convertase, centraal enzym: belangrijk
gemeenschappelijk EW tussen 3 pathways: C3 → C3a
en C3b.
Anafylatoxines C4a, C3a en C5a: zorgen voor
chemotaxis
Opsoninen C3b: bindt op complementreceptoren op
fagocyten, verbeterd fagocytose?
C5b, C6, C7, C8, C9: bouwstenen MAC
Klassieke pathway: C1-complex bindt aan AL die
gebonden zijn aan AG op opp van bacteriële cel.
C4 gekliefd door C1s, C1s klieft vervolgens C2 ter
vorming van C4bC2b-complex of C3-convertase.
MBL pathway: MBL bindt aan serine proteasen
MASP1 en MASP2. MASP2 werkt hetzelfde als
C1s met vorming van C3-convertase enzym
C4bC2b MASP1 klieft C3 rechtsreeks.
Alternatieve pathway: C3b bindt op hydroxyl-
groepen van suikers en EW en wordt geactiveerd
door lage graad aan C3-klieving. C3b bindt factor
B, een EW homoloog aan C2 ter vorming van
C3bB-complex. Factor D klieft factor B in C3bB-
complex ter vorming van C3-complex C3bBb.
Enzym gestabiliseerd door properdine.
C3-convertase: klieven C3 tot C3b. Sommige C3b-moleculen binden C4b en C3B in convertase
enzymen van klassieke en alternatieve pathway ter vorming van C5-convertase enzymen.
C3b= acceptorplaats voor C5, dat gekliefd wordt in C5a en C5b.
C5a= anafylatoxine dat zorgt voor aantrekking van andere leukocyten.
C5b= initieerd vorming van MAC.
AD Immunologie 3
, 1.5.3.3 Terminale/ lytische pathway
= Binding C5b aan bacteriële membraan → initieert vorming MAC → lyse van de cel.
= MAC: voornamelijk opgebouwd uit C9.
1.5.3.4 Klassieke en MBL pathway
1. Vorming C3 convertase
a. C1s zet C4 om in C4a/C4b en C2 in C2a/C2b
b. C4bC2b vormen complex op bacteriemembraan
c. C3-convertase zet C3 om in C3a/C3b
2. Vorming C5b
a. C3b vormt samen met C4bC2b nieuw complex: C4bC2bC3b = C5-covertase
3. Vorming MAC
a. C5b vormt complex met C6, C7, C8 en C9 (polymerisatie en porievorming)
1.5.3.5 Alternatieve pathway
1. Spontane hydrolyse van C3 in afwezigheid van AL: C3 → C3b(H20)
2. Binding C3b met plasmafactor B: C3b(H20)B
3. Plasmafactor D kan B omzetten: B → Ba/Bb
4. Bb vormt complex met C3b(H20): C3b(H20)Bb + C3-convertase activiteit + C3 → C3a/C3b
5. Vorming C3bBb (=equivalent voor C4bC2b in klassieke pathway)
1.5.3.6 Functie complement
1. Opsonisatie van micro-organismen (fagocytose): C3b
2. Chemotaxis: C3a, C5a
3. Lysis van cellen: MAC (C9)
1.5.3.6.1 Opsonisatie C5 convetase
MLB Complementfactoren op bv.
macrofagen kunnen reageren met
C3b
C3b en mbv. C5a micro-organismen
CR1
fagocyteren.
1. Bacterie die bedekt is met MBL met eronder C3b
2. C3b bindt op complement receptor 1 (CR1). Er gebeurt nog niets.
3. C5 wordt omgezet door C5 convertase in C5a en C5b. CR1 reageert met C3b en C5a komt
helpen om de eigenlijke fagocytose in gang te zetten.
1.5.3.6.2 Chemotaxis
C4a, C3a en C5a spelen rol in chemotaxis waarbij neutrofielen, granulocyten en monocyten worden
aangetrokken naar een infectieplaats.
AD Immunologie 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberdams. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.81. You're not tied to anything after your purchase.