100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geschiedenis Feniks MAVO Antwoorden Katern Koude Oorlog $3.21
Add to cart

Answers

Geschiedenis Feniks MAVO Antwoorden Katern Koude Oorlog

8 reviews
 1465 views  27 purchases
  • Course
  • Institution

Geschiedenis Feniks MAVO Antwoorden Themakatern De Koude Oorlog

Preview 4 out of 44  pages

  • September 9, 2020
  • 44
  • 2020/2021
  • Answers
  • Unknown

8  reviews

review-writer-avatar

By: amparinjagersanchez • 1 year ago

review-writer-avatar

By: amparinjagersanchez • 1 year ago

review-writer-avatar

By: deniceatmonadi • 2 year ago

review-writer-avatar

By: zaraulzafar090 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: ikramelm • 3 year ago

review-writer-avatar

By: foodshishter • 3 year ago

review-writer-avatar

By: liamvanarnhem • 3 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Themakatern
De Koude Oorlog
ANTWOORDEN

,Oriëntatie
Hoofdvraag
Welke gevolgen heeft de Koude Oorlog voor Europa en de wereld gehad?

opdracht 1 - dit weet je al
a De Koude Oorlog begint na de Tweede Wereldoorlog. Wanneer speelde de Tweede Wereldoorlog zich af?
1939-1945
b Welke landen vochten in de Tweede Wereldoorlog tegen elkaar?
De geallieerden (de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, Engeland, België, Frankrijk, Nederland, enz) vochten
tegen de As-landen (Duitsland, Italië, Japan )
c Welke landen in Europa verloren de Tweede Wereldoorlog?
Duitsland en Italië

opdracht 2
Deze opdracht doe je met z’n vieren.
Nodig: 2 vellen A4-papier.
a Zet in het midden van het eerste vel papier het begrip ‘communisme’.
b Schrijf om de beurt een woord op dat volgens jullie bij communisme hoort. Laat het papier twee keer rondgaan.
Bijvoorbeeld: Dictatuur / Stalin / Lenin / sovchozen / kolchozen / Rode Leger / Kremlin / geen vrijheid / armoede /
corruptie
c Verbind de woorden die volgens jullie bij elkaar horen met lijnen. Bedenk per woordgroepje een onderwerp
en schrijf dat erbij.
Bijvoorbeeld.: Leiders / bestuur / economie / mensenrechten
d Zet in het midden van het tweede vel papier het begrip ‘kapitalisme’.
e Schrijf om de beurt een woord op dat volgens jullie bij kapitalisme hoort. Laat het papier twee keer
rondgaan.
Bijvoorbeeld: geld verdienen / rijke mensen / vrijheid / Verenigde Staten / Wallstreet / het Westen / Obama
f Verbind de woorden die volgens jullie bij elkaar horen met lijnen. Bedenk per woordgroepje een onderwerp
en schrijf dat erbij.
Bijvoorbeeld: leiders / bestuur / economie / politiek


opdracht 3
Lees: Waar gaat het over?
a Over welk conflict gaat het in dit hoofdstuk?
De Koude Oorlog
b Tussen welke landen ging dit conflict?
De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie
c Waar waren heel veel mensen bang voor?
Dat er een derde wereldoorlog zou uitbreken.

opdracht 4
Lees bron 4.
Op www.feniks-online.nl vind je een link naar het filmpje waar de tekst van bron 4 uitkomt.
a Wat waren de vier gevaren van een atoomaanval?
Hitte / straling / radioactieve neerslag / luchtdruk
b Hoe kon je je het best beschermen tegen de straling en de radioactieve neerslag?
Schuilplaats inrichten in de kelder of onder de trap.
c Welke drie dingen moest je meenemen naar de schuilplaats.
Zaklantaarn, voedsel, batterijen.
d Zullen deze maatregelen veel helpen, denk je? Leg uit waarom wel of niet.

, Eigen antwoord leerling. Bijvoorbeeld: Ik denk het wel voor eventjes, maar niet voor heel lang. Want eten is
een keer op en dan moet je toch naar buiten en daar is alles dan vernietigd.
e Bespreek je antwoorden met medeleerlingen. Bedenk een maatregel die je zou kunnen nemen om je te
beschermen tegen een atoomaanval.
Een schuilkelder met muren van lood en beton.

opdracht 5
Blader door het hoofdstuk. Welke gebeurtenis kan een verklaring zijn voor het feit dat de Nederlandse
regering juist in september 1961 begon met de verspreiding van het instructieboekje?
De bouw van de muur in 1961.


opdracht 6
Bekijk de tijdbalk.
a Maak een tijdbalk met daarin de tijdvakken waarin dit thema zich afspeelt. Begin helemaal links bij 1900 en
eindig rechts bij 2000. Zet een streepje bij elke tien jaar. Zet de namen van die tijdvakken op de juiste plaats in
de tijdbalk. Kleur de tijd van de Koude Oorlog blauw.
Zie bladzijde 2, 42, 43 onderaan De Koude Oorlog loopt van 1946 tot 1989.
b Blader door het boekje en zet de volgende gebeurtenissen op de juiste plaats in de tijdbalk:
val Berlijnse Muur – Cubacrisis – blokkade Berlijn – bouw Berlijnse Muur – Koreaoorlog – oprichting
Verenigde Naties – einde Sovjet-Unie
oprichting Verenigde Naties (1945) − blokkade van Berlijn (1948) – Koreaoorlog (1950-1953) – bouw Berlijnse
muur (1961) − Cubacrisis (1962) – val Berlijnse Muur (1989) – einde Sovjet-Unie (1991). Zie ook bladzijde 42
en 43 onderaan.
c Hoe lang heeft de Koude Oorlog geduurd?
44 jaar, maar 43 is ook goed.
d Hoe lang geleden is de Koude Oorlog geëindigd?
De Koude Oorlog eindigde in 1989. In 2010 is dat 21 jaar geleden.

opdracht 7
Bekijk bron 1.
a Welke gebeurtenis zie je op bron 1?
De viering van de val van de Muur.
b Waarvan was deze muur het symbool?
De Koude Oorlog, de bezetting en de onderdrukking van de mensen in het Oostblok.
c Waarom zijn de mensen op de foto zo blij, denk je?
Na 28 jaar kunnen ze eindelijk vrij gaan waar ze willen en bijvoorbeeld hun familie bezoeken.

opdracht 8 - het belang van het onderwerp
Bekijk bron 2 en 3.
a Welke overeenkomst zie je tussen bron 2 en bron 3?
Jongeren die zich verzetten / op beide foto’s is sprake van tanks waar ze het tegen opnemen.
b Bedenk waarom je vooral jongeren ziet op deze bronnen.
Zij komen in verzet, omdat zij de toekomst voor zich hebben. Zij willen vechten om hun dromen waar te
maken. Zij hebben vaak een goede opleiding en niet zonder nadenken doen wat de staat zegt, maar zelf
beslissingen nemen. Bovendien durven jongeren vaak meer.
c Bedenk een situatie waarin jij zo zou reageren zoals de mensen op bron 2 en 3.
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld als Nederland bezet wordt door een ander land.

, 1 Het begin van de Koude Oorlog
Deelvraag
Waardoor ontstond de Koude Oorlog?

opdracht 1 - dit weet je al
In de negentiende eeuw ontstond een aantal politieke stromingen.
a Voor welke groep mensen kwam het liberalisme vooral op?
Voor de rijken en de ondernemers.
b Voor welke groep mensen kwam het socialisme vooral op?
Voor de armen en de arbeiders.

opdracht 2
Bekijk bron 14.
Deze opdracht maak je in een groepje van drie.
Nodig: kleurpotloden.
a Bron 14 laat de vlag van de Sovjet-Unie zien. Onder de ster staan twee voorwerpen. Welke twee
voorwerpen zijn dat?
De hamer en de sikkel.
b Op vlaggen staan vaak symbolen. De twee voorwerpen op de Sovjetvlag staan symbool voor twee beroeps-
groepen. Welke twee beroepsgroepen zijn dat?
De sikkel verwijst naar boeren, de hamer naar arbeiders.
c Ook de kleur rood heeft een symbolische betekenis. Deze kleur wordt vaak gebruikt door het socialisme.
Noem twee politieke partijen in Nederland die de kleur rood gebruiken.
De PVDA: rode roos en rode letters. De SP: een rode tomaat.
d Maak met twee andere leerlingen een eigen vlag, bijvoorbeeld voor een vereniging of een politieke partij.
Op de vlag moet minstens één symbool staan. De symbolen mag je zelf verzinnen, maar ze moeten wel
duidelijk zijn voor andere mensen! Teken de vlag in je schrift en schrijf eronder waar de symbolen naar
verwijzen.
Eigen antwoord.

opdracht 3
Lees: Revolutie in Rusland.
a Neem de tabel over in je schrift en schrijf de kenmerken op de juiste plek in het schema.
Verenigde Staten – iedereen verdient evenveel – goed bestaan voor iedereen – ondernemer verdient meer
dan een arbeider – Sovjet-Unie – fabrieken zijn eigendom van de staat – fabrieken zijn eigendom van
ondernemers – zo veel mogelijk winst
Communisme Kapitalisme
Lonen iedereen verdient evenveel ondernemer verdient meer dan een arbeider
Bezit fabrieken zijn eigendom van de staat fabrieken zijn eigendom van ondernemers
Doel goed bestaan voor iedereen zo veel mogelijk winst
Land Sovjet-Unie Verenigde Staten

b Maak de volgende zinnen af.
1 In een communistische maatschappij worden
veel/ weinig diefstallen gepleegd, omdat …
Weinig diefstallen gepleegd, omdat alles van iedereen is dus ook van jou. Je hoeft dus niet te stelen. In de
praktijk was dit anders, maar deze vraag is vooral bedoelt om leerlingen te laten inzien wat de
achtergrond van het communistische idee is.
2 Onder het kapitalisme is een boer wel/geen eigenaar van de grond, omdat …..

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviastudent22. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  27x  sold
  • (8)
Add to cart
Added