cultureel mentale ontwikkelingen in nederland na 1945
Written for
ROC A12 (A12)
Natuur en Gezondheid
Geschiedenis
All documents for this subject (7)
3
reviews
By: hmeeldijk777 • 2 year ago
By: maureenzeegers • 3 year ago
By: 136216 • 4 year ago
Seller
Follow
stuviastudent22
Reviews received
Content preview
Themakatern
Cultureel-mentale ontwikkelingen in
Nederland na 1945
ANTWOORDEN
,Oriëntatie
Hoofdvraag
Hoe veranderden de manier van denken en het leven in Nederland na 1945?
opdracht 1 – dit weet je al
a Misschien zegt je opa, oma, of een van je ouders wel eens dat vroeger alles anders was. Noem drie dingen
die volgens jou vroeger anders waren
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: er waren minder auto’s, mensen gingen vaker naar de kerk, Nederland was
minder volgebouwd, mensen hadden minder geld.
b Welk gevoel vind je bij dit soort uitspraken passen? Kies het juiste woord: heimwee – woede – verdriet.
Leg je keuze uit.
Eigen antwoord.
opdracht 2
Bekijk bron 1.
a Paradiso was vroeger een kerk. Noem twee beeldkenmerken waaraan je dat kunt zien.
De glas-in-loodramen / het balkon
b De twee grootste geloofsgemeenschappen in Nederland zijn de protestantse kerk en de rooms-katholieke
kerk. Beide zijn christelijk, maar er zijn verschillen. Maak in je schrift een schema met twee kolommen.
Schrijf boven de linkerkolom ‘protestants’ en boven de rechterkolom ‘rooms-katholiek’. Schrijf de volgende
begrippen in de juiste kolom.
beelden – sober – afbeeldingen – priester – dominee – paus – hervormd – gereformeerd – Latijn.
protestants rooms-katholiek
sober beelden
dominee afbeeldingen
hervormd priester
gereformeer paus
d
Latijn
c Het gebouw wordt nu niet meer als kerk gebruikt. Bedenk wat daar de oorzaak van kan zijn.
De kerk is gesloten, omdat er steeds minder mensen naar de kerk gaan.
d Wat vind jij van het gebruiken van kerkgebouwen voor andere doelen, zoals bij Paradiso? Leg je antwoord
uit.
Eigen antwoord.
opdracht 3
Lees: Waar gaat het over?
a Tot de jaren ’60 luisterde je als jongere goed naar de ‘gezagsdragers’. Leg uit wat het woord gezagsdragers
betekent.
Het waren de mensen die gezag hadden bij hun groep. Zij vertelden hoe mensen in hun groep moesten
leven.
b Noem drie gezagsdragers.
Bijvoorbeeld: leraar, agent, priester
c Wie heeft tegenwoordig gezag in Nederland, volgens jou? Leg je antwoord uit.
Bijvoorbeeld: een topvoetbaltrainer (bijvoorbeeld Louis van Gaal): heeft veel verstand van voetbal / de
minister-president en de ministers: zij regeren het land / de politie: zorgt voor orde en veiligheid / de
directeur van Philips: geeft leiding aan een groot bedrijf
d Wanneer heeft iemand tegenwoordig gezag? Leg je antwoord uit.
,Bijvoorbeeld: als iemand veel kennis en/of ervaring heeft / als iemand een goede smaak heeft / als iemand
een belangrijke baan heeft
, opdracht 4
Neem het volgende schema over in je schrift en vul het in.
Vroeger Nu
Na school gelijk naar huis. Eerst met vrienden/klasgenoten samenzijn
Ouders en leraren bepalen veel voor jou. Je bepaalt veel zelf.
Vrije tijd breng je thuis door. Vrije tijd breng je door met/bij vrienden.
Veel activiteiten worden met het gezin De meeste activiteiten worden buitenshuis en met vrienden
gedaan. gedaan.
opdracht 5
Bekijk de tijdbalk.
a Maak een tijdbalk van 1950 tot 2020 in je schrift. Gebruik voor elke 10 jaar 2 cm.
b Geef op de tijdbalk aan wanneer jij bent geboren.
c Geef op de tijdbalk aan wanneer je vader, moeder of verzorger is geboren.
d Maak onder de tijdbalk een schema met twee kolommen. Schrijf boven de linkerkolom: ouders/verzorgers.
Schrijf boven de rechterkolom jouw naam.
e Houd een kort interview met een van je ouders/verzorgers. Stel de volgende vragen.
1 Wanneer was je klaar met de middelbare school?
2 Wanneer had je je eerste baantje?
3 Wanneer ging je op jezelf wonen?
4 Wanneer had je je eerste vriendje/vriendinnetje?
5 Wanneer mocht je voor het eerst uit?
6 Wanneer dronk je voor de eerste keer alcohol?
7 Hoe laat moest je thuis zijn als je uitging toen je 15 jaar was?
Schrijf de antwoorden in het schema.
f Schrijf nu jouw antwoorden op dezelfde vragen in het schema. Sommige vragen spelen zich misschien pas in
de toekomst af. Je mag dan een datum opschrijven die volgens jou het meest in de buurt komt.
g Zet de antwoorden van opdracht 5d en 5e in de tijdbalk. Gebruik hiervoor twee verschillende kleuren.
h Vergelijk jouw antwoorden met die van je ouder/verzorger. Welke verschillen en overeenkomsten zijn er?
Eigen antwoord.
opdracht 6
Bekijk bron 2 en bron 3.
a De omgang tussen jongens en meisjes op dansles was in de jaren ’50 netjes. Noem twee beeldkenmerken
uit bron 2 die dat bevestigen.
Bijvoorbeeld: nette kleding, afstand tussen jongen en meisje, controle van de dansleraar.
b Noem twee verschillen tussen bron 2 en bron 3.
De kleding in bron 3 is minder ‘netjes’. De manier van dansen is ‘wilder’. Er is bijna geen afstand tussen
jongens en meisjes. Er is geen controle op de zedelijkheid.
opdracht 7 - het belang van dit onderwerp
a Waarschijnlijk zijn er grote verschillen tussen de manier waarop jouw ouders zijn opgevoed en de manier
waarop zij jou opvoeden. Bedenk een reden voor die verschillen.
Je ouders zijn in een andere tijd opgevoed dan jij. Er heersten toen andere normen en waarden.
b Wat vind jij goed aan de manier waarop jouw ouders jou opvoeden? Leg je antwoord uit.
Eigen antwoord.
c Wat vind jij er minder goed aan? Leg je antwoord uit.
Eigen antwoord.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviastudent22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.