Week 1 Slidecast 2 C&I
Introductie Sociale Identiteitstheorie (SIT)
Literatuur:
• Haslam, S.A. & N. Ellemers (2005). Social identity in industrial psychology: concepts,
controversies and contributions. International Review of Industrial and Organizational
Psychology, Volume 20, p. 39‐117. Hiervan is pagina 41‐54 tentamenstof!
• Ashforth, B.A., & Kreiner, G.E. 1999. "How Can You Do It?": Dirty Work and the Challenge of
Constructing a Positive Identity. Academy of Management Review, 24(3), 413‐434.
• d’Iribarne, P., & Noorderhaven, N. (2017). De relatie tussen Air France en KLM zoals ervaren
door de medewerkers. Een cultureel perspectief
• Juli 2017: NRC‐artikel: Oorlog bij de brandweer
• Augustus 2020: NRC-artikel: Diversiteit bij de brandweer
• NRC-interview: Leen Schaap
Sociale Identiteitsbenadering
Sociale psychologie: invloed van omgeving op individu. De macht van de situatie.
Definitie: Social identity is a poerson’s sense of who they are based on their group membership. That
art of an individual’s self concept which derives from knowledge of his membership of a social group
or groups together with the value and emotional significance attached to that membership.
Een deel van je eigen waarde/identiteit ontleen je aan groepslidmaatschappen. Je bent onbewust lid
van een hele boel groepen (bijv. Studenten).
Sociaal-psychologisch perspectief
Effecten van persoonlijke dispositie op gedrag wordt bepaald door:
• Kenmerken van de situatie
• Gedrag van anderen
Dus wordt bepaald door de omgeving. Het patroon geeft echter aan dat men denkt dat het wordt
bepaald door persoonlijkheid.
Het psychologische experiment
• Kunstmatige situatie (taken, interactie-mogelijkheden, etc.)
• Manipulatie van situatie:
Zogenoemd goede of slechte prestatie
Zogenaamd samenwerken met iemand van eigen groep of iemand van andere groep
Informatie afkomstig van eigen groep/andere groep
Onderhandelingen sterk restrictief
• Cruciaal: random toewijzing. Deelnemer wordt obv toeval aan situatie toegeven.
• Grote voordeel: causaliteit. Het enige verschil tussen condities is de manipulatie. Een effect
komt niet door individuele verschillen of persoonlijkheid. Dit wordt er uitgefilterd.
Sociale identiteitsbenadering
Deze theorie probeert het belang van groepslidmaatschappen te testen. De oorsprong komt uit:
minimale groepen (Tajfel, 1971).
Noodzakelijke voorwaarden voor conflict?
• Realistische conflicttheorie (cambell, 1965)
Negatieve interdependentie, door competitie om schaarse goederen eenheden. Dit speelt
een rol bij conflicten tussen groepen.
, Tajfel ging kijken naar de minimale voorwaarden waarom een conflict kan ontstaan. Hij is begonnen
met het meest extreme geval: mensen in onzin groepen stoppen:
• Indeling in twee groepen op basis van arbitrair criterium.
Ze lieten een aantal schilderijen zien van Klee en Kandinsky. De ene groep behoorde tot Klee en de
ander Kandinsky. Dat was onzin omdat sommige Kandinsky aanhangers Klee mooi vonden en
andersom. Hier zat geen logica achter.
• Verdeling van punten tussen iemand van de eigen groep en iemand de andere groep
(ingroup, je eigen groep vs de outgroup, de ander).
Dit ziet er zo uit:
De 50-50 verdeling is het meest logisch omdat er geen verschil zit tussen de groepen. Als je de ene
groep meer/minder geeft dan de ander dan krijg je een verschil, er ontstaat een competitie. Bij een
onzin criterium zou je zeggen dat er 50-50 verdeling wordt gemaakt. Maar er is sprake van ingroup
favoritisme: je trekt je eigen groep voor ten opzichte van de andere groep (output favoritisme).
Tajfel (1971): competitie om schaarse goederen is bron van conflict. Maar wat zijn de minimale
voorwaarden?
• Categorisatie (indeling groepen obv een arbitrair criterium) is voldoende voor het optreden
van discriminatie tussen groepen, dus zelfs als:
Er geen geschiedenis is
Er geen interactie tussen personen is
De ene groep niet beter is dan de andere
Eigenbelang niet meespeelt.
In organisaties:
3 processen in de sociale identiteitsbenadering
1. Sociale categorisatie:
De blondjes vs de brunettes. Team a vs team b op basis van niks. Man vs vrouw. Dit gaat over de
eerste indruk die men heeft op een ander. Dit doen mensen op basis van cognitieve ordening, dat
gebeurt automatisch. Dit leidt ook tot stereotypering: je schrijft een persoonlijk kenmerk toe aan
een hele groep.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijnpostma98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.