Systeemgericht werken in
sociale beroepen
H1 Perspectieven op gedrag
1.1 Inleiding
Systeemgericht werken houdt in dat je gedrag interpreteert als een logische reactie op
wat er in het systeem als geheel gebeurt, en dat je daar vanuit verschillende
perspectieven naar kijkt.
La belle époque (1890-1914): optimistische periode van groei en vooruitgang.
Evolutietheorie (natuurlijke selectie) van Darwin 1859
Functionalisten zoals William James, onderzochten de structuur van
menselijke ervaringen door middel van introspectie/zelfreflectie
(Daarbij kijken mensen naar binnen en verwoorden hun ervaring.)
Geïnspireerd door de evolutietheorie onderzochten zij of emoties de mens
helpen om zich aan te passen aan de omgeving.
Periodiek systeem van Mendelejev. 1869
Structuralisten zoals Wilhelm Wundt, onderzochten de structuur van
menselijke ervaringen met behulp van kleine experimenten.
Geïnspireerd door het periodiek systeem hoopten zij zo
waarnemingsprocessen te onderscheiden.
Gestaltpsychologen toonden aan dat mensen geneigd zijn om gehelen waar te
nemen, en geen losse elementen.
Reformbeweging: streefde naar een samenleving waarin aandacht voor elkaar en de
natuurlijke omgeving een belangrijke plaats hadden.
1.2 Het psychodynamische perspectief
Grondlegger: Sigmund Freud
Id Bestaat uit driften. Is al vanaf de geboorte Levendrift (Eros/Libido).
aanwezig Zet aan tot liefhebben
en creëren.
Doodsdrift (Thanatos)
zet aan tot vernietiging
en agressie.
Ego Is het rationele en Vanaf de peutertijd Mentaliseren: het
pragmatische deel van aanwezig. vermogen om na te
onze persoonlijkheid. denken over de eigen
Zicht op de innerlijke wereld en die
buitenwereld, krijgen van anderen.
van meer besef.
Super-ego Bestaat uit het Vanaf de kleutertijd
geweten en een aanwezig.
ideaal-ik.
Benadrukte de invloed van vroege jeugdervaringen en onbewuste processen op ons
gedrag. Richt zich met name op het verklaren van psychische problemen.
Wanneer je de normen van het superego overtreed, dan ervaar je onaangename
gevoelens van schuld. Het ego is een bemiddelende instantie wanneer de driften en het
superego in tegenspraak zijn met elkaar.
Afweermechanismen: Onbewuste strategieën waarmee de ongewenste gevoelens en
herinneringen buiten het bewustzijn worden gehouden.
Verdringing Rationalisatie Sublimatie
Ontkenning
Verschuiving Projectie
Psychoseksuele ontwikkelingsstadia
Freud koppelde psychische problemen aan
deze ontwikkelingsfasen.
,Fixatie: Het stagneren van de psychoseksuele ontwikkeling. Bijvoorbeeld als zich in een
bepaalde fase moeilijkheden voordoen.
Regressie: Het terugvallen in een eerdere ontwikkelingsfase.
Overdracht: Verschijnsel dat onbewuste ervaringen van vroeger in de huidige situatie
worden geprojecteerd.
Tegenoverdracht: Heeft betrekking op gevoelens van de professional in het contact.
Oorspronkelijk werden er vooral gevalsbeschrijvingen gebruikt als
onderzoeksmethode: gedetailleerde beschrijvingen van de behandeling van een bepaalde
cliënt.
Onbewuste processen werden vooral onderzocht met projectietests.
Bij beide gevallen geldt dat de interpretatie van de behandelaar een
doorslaggevende rol speelt. Je kan niet objectief vaststellen of de interpretatie klopt.
Klassieke psychoanalyse: Hierbij werd gebruik gemaakt van vrije associatie. Met
duiding (verklaring) legde de behandelaar verbanden tussen wat de cliënt vertelde en de
ervaringen in de jeugd van de patiënt.
Psychodynamische psychotherapie: Meer gericht op actuele relaties. Ook hier is
aandacht voor afweermechanismen en overdracht, maar in combinatie met cognitieve,
biologische en systeemgerichte interventies en zienswijzen.
- Tegenwoordig kunnen de psychodynamische inzichten op een breder draagvlak
rekenen.
1.3 Behavioristisch perspectief
Benadrukt de invloed van leerervaringen op ons
gedrag.
Wat er tussen de stimulus en respons gebeurt, zou
een black box zijn die je niet wetenschappelijk
kunt bestuderen.
Pavlov Klassieke conditionering (S-R): Leren
door associatie.
Watson Klassieke conditionering, later operante
conditionering (S-C-R): Leren door de gevolgen
van gedrag.
Volgens Watson was al het gedrag aangeleerd.
De wet van effect: de wetmatigheid dat gedrag dat een positief resultaat oplevert,
eerder wordt herhaald dan gedrag dat geen of een negatief resultaat oplevert.
Bij bekrachtiging heeft gedrag een aangenaam gevolg en neemt de kans op herhaling
toe.
Positieve bekrachtiging: prettig gevolg, zoals een compliment.
Negatieve bekrachtiging: prettig gevolg, zoals het verminderen van hoofdpijn bij
het nemen van een paracetamol
Bij straf heeft gedrag een onaangenaam gevolg.
Positieve straf: onaangenaam gevolg, zoals een vieze smaak, pijnprikkel of een
uitbrander.
Negatieve straf: onaangenaam gevolg, zoals het aflopen van een spel doordat je
poppetje doodgaat.
Skinner Operante conditionering. Skinner ontdekte dat een variabel
bekrachtigingsschema, waarbij een reactie soms iets oplevert en soms niet, voor meer
en langdurigere pogingen zorgt.
Skinner stelt dat gedrag volledig wordt bepaalde door aanleg, leerervaringen in het
verleden en de omstandigheden.
, Niet alle behavioristen vonden dat behaviorisme enkel over waarneembaar gedrag zou
moeten gaan. Objectieve waarnemingen en passende introspectie zouden elkaar
als onderzoeksmethode moeten aanvullen.
Volgens Bandura leren mensen ook door het observeren van anderen sociaal leren.
Chomsky toonde aan dat mensen over een aangeboren taalsysteem beschikken (LAD).
Behavioristen observeren en gebruiken laboratoriumexperimenten om stimulus-
respons verbanden te onderzoeken.
Voorbeelden van behavioristische interventies:
Triple P Aangename Beloningssysteme
Gedragstherapie muziek in de n (OC)
winkel (KC)
1.4 Cognitief perspectief
Benadrukt de invloed van cognitieve processen op gedrag. Het richt zich op
informatieverwerkingsprocessen die tussen de stimulus en de respons plaatsvinden.
De black box was volgens cognitief psychologen juist interessant.
Het cognitieve schema: een samenhangend cluster van informatie over een bepaald
onderwerp.
In de cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget staan schema’s centraal. Hij ziet de
cognitieve ontwikkeling als een proces van adaptie, waarbij schema’s zich ontwikkelen
aan de hand van ervaringen. Het proces waarbij een schema door een ervaring verandert
noemt Piaget accommodatie.
Assimilatie: Het vertekenen van de waarneming op basis van een bestaand schema.
Constructivisme: Filosofische stroming die stelt dat mensen hun eigen werkelijkheid
creëren. Wat wij voor de werkelijkheid houden, is het resultaat van een
waarnemingsproces. Het is niet de waarheid zelf.
Vier stappen van het waarnemingsproces
Beperkingen van zintuigen-Selectie-Interpretatie-Geheugen
1.5 Cliëntgericht/humanistische perspectief
Benadrukt de keuzevrijheid en het belang van authentiek contact bij het vormgeven van
het eigen leven. Centraal staat zelfactualisering: de natuurlijke neiging van mensen om
uit te groeien tot wie ze werkelijk zijn.
Counseling: Counseling is een effectieve vorm van hulpverlening waarbij je d.m.v.
gesprekken met een counselor problemen snel inzichtelijk worden gemaakt.
Bekende humanistische
psychologen:
Rogers interne en externe dialoog Maslow behoefte piramide
Cliëntgerichte basishouding werd volgens Rogers gekenmerkt door:
Echtheid Onvoorwaardelijk Empathie
(congruentie) e acceptatie
Gordon-methode: gericht op luisteren naar het kind en duidelijk communiceren op
basis van gelijkwaardigheid en respect. Denk aan ik-boodschap.
1.6 Systeemgericht perspectief
Ziet gedrag als een logische reactie op wat zich afspeelt in het systeem als geheel.
1.7 Het biologische perspectief
Richt zich op de wisselwerking tussen biologische factoren en gedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller as1999dr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.