100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Politie en Veiligheid deel 1 $3.77   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Politie en Veiligheid deel 1

 26 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Collegeaantekeningen van de eerste 5 colleges voor het vak Politie & Veiligheid. Deze vormen samen de stof voor het eerste deeltentamen.

Preview 3 out of 19  pages

  • September 22, 2020
  • 19
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges Politie en Veiligheid

HC1 De politiefunctie en algemene beginselen van behoorlijke politiezorg

Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 14 van boek ‘Politie’

Onderscheid tussen politie als organisatie en ‘policing’ als proces. Politietaken kunnen door heel veel
verschillende organisaties worden uitgevoerd. Een voorbeeld is cybercrime/cyberspace  politie is
een kleine speler. Evenals bij financieel economische criminaliteit, banken spelen daar een grote rol.

Het optreden van de politie is niet zelfstandig, zij vallen onder de politieke organisatie en veel van
hun keuzes zijn politieke keuzes. Het is geen neutraal apparaat. Politie als politieke instelling:
opkomst van de politie gaat bijv. hand in hand met de opkomst van natiestaten/geweldsmonopolie
bij de overheid. Die macht moet ook gecontroleerd worden, vandaar de opbouw van de rechtstaat.
Twee grote lijnen in de geschiedenis sinds Napoleontische periode (hoofdstuk Guus Meershoek):

1. Heersen: De eerste lijn is het heersen over de samenleving/burger.
2. Beheersen: De tweede lijn is de modernisering van de samenleving, bijv. industrialisatie.
Daardoor ontstond ook de vraag om meer mankracht om dit in goede banen te leiden.

Ander onderscheid is high policing en low policing. Politiesystemen vanaf 1650 kunnen langs een
continuüm worden ingedeeld: aan de ene kant staan de belangen van de staat centraal, aan de
andere kant staan de belangen van de burger. Voorbeeld: Nazi-Duitsland (politiestaat) of bijv.
communistische landen, daar werd politie gebruikt voor de belangen van de staat. Dus:

1. Belangen van de staat: Politiestaat (DDR), dictatoriale regimes, burger als potentiële
politieke bedreiging, geheime politie (informanten), due process afwezig (geen rule of law).
2. Belangen van de burger (NL staat vooral aan deze kant): politie is onderdeel van de
democratische rechtstaat, rule of law/checks and balances: bij macht is er ook tegenmacht,
dicht bij de burger georganiseerd (buurt- en wijkteams, aanspreekbaar/bereikbaar), centraal
begrip: community policing, de-escalatie.

Functie van de politie valt uiteen in drie delen:
1. Handhaving van de openbare orde
2. Handhaving van de rechtsorde (opsporen/criminaliteit)
3. Hulpverlening aan hen die dat behoeven
Criminaliteitsbestrijding vormt eigenlijk maar een klein deel van het politiewerk, handhaving
openbare orde en hulpverlening is in kwantitatieve termen veel belangrijker.

High policing/haute police (Brodeur, 1983): gaat om nationale veiligheid, de belangen van de staat,
politieke orde, verstoringen/ontwrichting van de samenleving voorkomen, en continuïteit
democratische rechtstaat waarborgen.
In Nederland zie je dit vooral bij politieke inlichtingendiensten (in samenwerking met de politie:
AIVD, MIVD (belangen van de staat), NCTV (belangen van de burger) voeren deze taken uit, met
methoden als open bronnen onderzoek, onderscheppen van berichten, observeren,
infiltreren/gebruik maken van informanten.

Ze proberen zicht te krijgen op bijv. links- en rechts activisme, dierenactivisme, non-proliferatie,
economische spionage, terrorisme, radicalisering, etc. Allerlei problemen die in potentie de nationale
veiligheid kunnen verstoren.

,Low policing: kleine ordeverstoringen die 24/7 plaatsvinden, de politie heeft hier veel werk aan:
noodhulp, meldingen, incidenten nachtleven/verkeer, voetbalwedstrijden, grote evenementen
(crowd control). Dit zorgt voor veel werk aan handhaving van de openbare orde en hulpverlening.
Dit laat mensen afvragen wat nou precies de rol is van de politie. Een aantal onderzoekers:
- Reiner: noemt politie een onvermijdelijk onderdeel van de moderne samenleving. Opkomst
van de politie heeft te maken met het feit dat het leven complexer is geworden, oogje in het
zeil houden en eventueel ingrijpen.
- Ericson: reproductie van orde
- Bitner: aandacht voor de toepassing van niet-onderhandelbaar geweld om iets te stoppen
dat beter niet kan gebeuren. Ze kunnen wel praten, waar de nadruk op ligt door community
policing, maar de politie heeft nog altijd de geweldsmonopolie en kan ingrijpen.
- Kuiper: ‘er zijn’, politie spendeert veel tijd aan observeren/praten met mensen. Maar, dat er
zijn is er, om ook ineens interventies te kunnen plegen.
- Lauder: naast authorative power ook symbolic power
- Ericson: politie is kenniswerkers, ze verzamelen informatie en verwerken die ook

Film: Integriteit onder druk
Film laat goed zien waarom macht gecontroleerd moet worden.
In Nazi-Duitsland werd de politie ingezet voor intimidatie en terreur. Vóór de oorlog moesten
politiemensen heel hard werken en ze kregen weinig betaald. In de Tweede Wereldoorlog tekende
elke politieman de ariërverklaring, gericht tegen Joden. Duitsers willen loyaliteit van de Nederlandse
politie en investeren daarom flink, bijv. in een opleiding en uniform: smeermiddel. Nederlandse
politie moet bijv. fietsen in beslag nemen en gebiedsverboden voor Joden handhaven. Na twee jaar
Duitse bezetting heerst er conformisme. Uiteindelijk laat de politie zich door de bezetter ook inzetten
bij de deportatie van Joden. Bijna niemand verzette zich daartegen. Integriteit is ook in het heden
lastig voor politiemensen, het kan lastig zijn om elkaar ergens op aan te spreken, etc.

College 1B: Algemene beginselen van behoorlijke politiezorg
Politieke en rechtstaat: Politie is waakzaam en dienstbaar aan de waarden van de rechtstaat. Artikel
1 van de Grondwet (gelijkheidsbeginsel/discriminatieverbod) is zeer belangrijk voor het
politieoptreden.

- Enerzijds richtinggevende gedragsnormen voor fatsoen en behoorlijk handelen: Burgerlijk
wetboek, Wetboek van Strafvordering, EVRM
- Anderzijds zijn overheidsorganen en overheidsfunctionarissen gebonden aan wettelijke
voorwaarden en ongeschreven regels

15 algemene beginselen (staan in hoofdstuk 14 stof deze week), onderstaand een aantal belangrijke:
- Vertrouwensbeginsel  doen wat je zegt
- Gelijkheidsbeginsel
- Beginselen van evenredige belangenafweging  bijv. bij spoed, kan je dan zomaar de deur
intrappen, kan bij levensbedreigende situatie
- Verbod détrounement de pouvoir  geen machtsmisbruik, bevoegdheid alleen gebruiken
voor waar het voor bedoelt is
- Rechtmatigheid en behoorlijkheid

Situatie waarin politie handelt is complex, onvoorspelbaar, en moeilijk om tot in de puntjes te
reguleren.
Politie, drie analyseniveaus (Reiner, 2010):
- Presentatie regels: hoe politie in jaarverslagen/folders wordt gepresenteerd
- Disciplinerende regels: strafrecht/strafvordering, EVRM, etc.

, - Werkregels: zoals het uitpakt op de werkvloer. Reiner stelt dat we te veel blijven hangen op
de eerste 2 niveaus (politici, beleidsmakers, wetenschappers). Reiner vindt dat er meer
empirisch onderzoek gedaan moet worden naar de werkregels, hoe het echt gaat in de
politiepraktijk.
Er is namelijk een groot verschil tussen formele en informele werkelijkheid:
- Geschreven regelgeving is nooit uitputtend en kan dat ook niet zijn, omdat situaties zo
complex zijn: beleidsvrijheid
- In de dagelijks praktijk is politie vooral aangewezen op ervaring, gezond verstand,
belangenafwegingen, etc.
- Je hebt wel houvast aan algemene beginselen, maar die zijn erg abstract en geven weinig
sturing voor het handelen in de praktijk. Geen situatie is hetzelfde, ieder klein incident is
anders

Politiepraktijk wordt gekenmerkt door beleidsvrijheid. Er is sprake van street level bureaucracy:
beleid dat aan de top wordt bedacht, wordt door de street corner politician heel anders uitgevoerd,
zij hebben grote mate van discretionaire bevoegdheid. Geldt ook voor de politie, 4 redenen waarom
er sprake is van beleidsvrijheid (pagina 347 in het voorgeschreven hoofdstuk):
1. Grote mate van autonomie door de aard van het politiewerk
- Fysieke en sociale kloof tussen agenten (op straat) en leidinggevenden (op het bureau)
- Mensen op straat hebben een informatievoorsprong, leidinggevende weet niet precies wat
agent doet
- Mensen op straat hebben direct contact met burgers
- Handelen op straat kent veel beleidsvrijheid
- Hessing: Ieder verband tussen wat ik beslis en op straat wordt uitgevoerd berust op louter
toeval
2. Uitgebreid juridisch raamwerk waaruit kan worden gekozen en politiefunctionaris bepaalt
steeds zelf of, en welk, juridisch instrument wordt ingezet
3. Interne sturing politieorganisatie, politie is in de kern een gedecentraliseerde organisatie, er
is keuzevrijheid op de laatste niveau in de organisatie. Bij de vorming van de Nationale Politie
is dit wel verminderd, maar het speelt nog steeds.
4. Sturing (en controle) staat op grote afstand van de eerste lijn leidinggevenden (bijv. politiek
staat op grote afstand, zoals OM en burgemeester)

Behalve de rechtsstaat en algemene beginselen is er ook een uitgebreid stelsel van
informeel/formeel en interne/externe checks and balances
- Intern: groepsdruk directe collega’s en teamleden, klachtenprocedures,
vertrouwensfunctionarissen, bureaus interne onderzoek, etc.
- Extern: Nationale Ombudsman, Commissie Politieklachten, sociale media, etc.

Beleidsvrijheid geeft ook het belang aan van een positieve politiecultuur. Of de politie waakzaam en
dienstbaar is aan de rechtsstaat en voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijke politiezorg,
valt of staat allemaal met de werkregels, of iemand gevoel heeft voor ongeschreven normen,
Fingerspitzengefühl heeft om in lastige kwesties juiste keuzes te maken, etc. Veel groepsdruk en
hoge druk op de politie. Hoe kan je een positieve politiecultuur aanleren?
- Politieonderwijs: werkregels moeten daar zichtbaar worden. Gericht op moraliteit, houding
en gedrag, etc.
- Veel situaties doen zich pas echt voor in de praktijk. Dus groot verschil tussen formeel en
praktijk leren. Je kan een reality shock krijgen in de praktijk: dan maakt de politiecultuur veel
uit.

Police property (Reiner)  jonge allochtone mannen in de binnensteden zijn altijd het leeuwendeel
van het werk geweest van de politie. Dat is politiek bepaald. Sterke focus op bepaalde typen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannahvu. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.77  1x  sold
  • (0)
  Add to cart