100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
hoorcollege aantekeningen uitgewerkt gezondheidseconomie $4.86   Add to cart

Class notes

hoorcollege aantekeningen uitgewerkt gezondheidseconomie

2 reviews
 107 views  15 purchases
  • Course
  • Institution

Alle hoorcolleges van het vak gezondheidseconomie uitgewerkt inclusief plaatjes.

Preview 4 out of 68  pages

  • September 22, 2020
  • 68
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

2  reviews

review-writer-avatar

By: PienOnstenk • 3 year ago

review-writer-avatar

By: quintylisa18 • 3 year ago

avatar-seller
Hoorcollege 1 – inleiding GZE
Leerdoelen

- Het belang van het vak economie van de gezondheidzorg aangeven
- De kenmerken aangeven van de situatie waarin sprake is van volkomen concurrentie
(perfecte competitie)
- De diverse karakteristieken aangeven waarin de gezondheidszorg van een doorsnee markt
verschilt.


Wat is gezondheidseconomie ?
Definitie = Vakgebied dat zich bezighoudt met economische determinanten gezondheid en werking
van de gezondheidszorgmarkt (GZM) en o.a. het bestuderen van gedrag van de belangrijke actoren
op de GZM en de interactie daartussen

Belangrijke actoren




De interactie van deze actoren zorgt er voor dat de gezondheidszorg een andere markt is dan
normaal. Ook is de zorg geen doel opzich. maar je wilt gezond worden. De vraag is een vraag naar
gezondheid en niet naar zorg.

Er is gereguleerde marktwerking.



Wat is economie ?
1. Analyseert het gedrag van actoren zoals, huishoudens, bedrijven en overheden
2. Analyseert hoe het gedrag van deze actoren de werking van de markten beïnvloedt.
3. Analyseert het gedrag en interacties in een wereld waar de middelen schaars zijn en waar de
behoeftes onbeperkt zijn ten opzichte van de middelen. (Je hebt en onbeperkte vraag naar
gezondheid maar je hebt ook een bepaald budget)

Gezondheidseconomie is het een vak apart vanwege de aparte markten. Daarnaast zijn er ook
specifieke kenmerken die relevant zijn.

,Uitgaven aan de gezondheidszorg nemen toe en vormen 12% van het BBP.

Factoren waardoor de gezondheidseconomie afwijkt van de normale markt situatie :

1. Onzekerheid en asymmetrie :
je weet vaak niet wanneer je ziek wordt en je weet zelf niet wat voor behandeling je nodig
hebt.
2. Uitschakeling van het prijsmechanisme ;
Je bent niet de gene die direct betaald voor de zorg die je consumeert. Je betaalt voor een
verzekering en op het moment dat je ziek bent consumeer je zorg zonder daar direct voor te
betalen.
o Privé zorgverzekering en sociale verzekering (je betaald niet direct voor zorg)
o Overheidsingrepen (de overheid stelt het basispakket vast)
o Geen keuzemogelijkheid (stel dat je een hartinfarct hebt kijkt niemand naar de prijs)
3. Aanbieders met verschillende petten
o Belangenbehartiger van de patiënt
o Ook eigen economische belangen
o Door informatie asymmetrie is deze relatie precair
4. Aanbod geïnduceerde vraag : in hoeverre wordt vraag beïnvloed door het aanbod?
5. Heterogeniteit van het product : Goederen en diensten die in de ogen van de kopers
verschillen van de producten van andere aanbieders.
6. Morzal hazard : gedrag wordt beïnvloed door het ontbreken van een prijs (wat doe je als je
eigen risico op is aan het einde van het jaar? Ga je nog extra gebruik maken van zorg?)
7. Kosten voor baten : bijvoorbeeld bij preventie
8. Externe effecten
9. Solidariteit (bereid te betalen voor iets wat je mogelijk niet gebruikt om ook andere toegang
te bieden)
10. Ethische vraagstukken.




Hoorcollege 2 – vraag- en aanbodtheorie
Leerstof + Leerdoelen
Leerdoelen:

De student kan :

- aangeven hoe een prijs tot stand komt op basis van vraag naar en aanbod van een goed
toegepast op de gezondheidszorgmarkt.
- aangeven wat wordt verstaan onder een marktevenwicht.
- aangeven wanneer er een verschuiving plaatsvindt langs en van de vraagcurve.
- aangeven wanneer er een verschuiving plaatsvindt langs en van de aanbodcurve.
- het begrip eigen prijselasticiteit definiëren en eigen prijselasticiteiten berekenen.
- het begrip inkomenselasticiteit definiëren en inkomenselasticiteiten berekenen.
- het begrip kruislingse prijselasticiteit definiëren en kruislingse prijselasticiteiten berekenen.
- de begrippen consument- en producentsurplus en total welfare definiëren en toepassen.

,Gezondheidszorgmarkt
Gezondheidszorgmarkten zijn anders dan normale markten.

Je hebt 3 markten :

- Zorgverzekeringsmarkt - tussen verzekerde/patiënt en zorgverzekeraar/zorginkoper
- Zorgverlener markt – tussen verzekerde/patiënt en gezondheidszorg aanbieder
- Zorginkoop markt – tussen gezondheidszorg aanbieder en zorgverzekeraar/ zorginkoper




Uiterste Marktvormen :
- Concurrentie/perfectie competitie =
- Veel vragers en aanbieders van een product, die ieder afzonderlijk geen invloed op de prijs
heeft en waar de prijs bepaald wordt door aanbod en vraag.
- Homogene goederen  identieke producten of producten die door de consument gezien
worden als identiek
- Volledige informatie over prijs en kwaliteit van een product (we weten allemaal wat het kost
en wat het doet)
- Weinig toetreding barrières (als nieuwe aanbieder is dat goed mogelijk)

De marges die gemaakt worden zijn beperkt. De markt voor pijnstillers is de prijs laag, het ligt
dicht bij de kostprijs, de prijs wat het kost om het product te maken.

- Monopolie =
Er is 1 aanbieder. Bij nieuwe geneesmiddelen is er vaak maar 1 aanbieder die dit middel op
de markt mag brengen. Je geeft deze aanbieder een patent op het geneesmiddel = iemand
heeft het alleen recht om dit middel voor een bepaalde tijd te produceren. Dit doen we
omdat het ontwikkelen van een geneesmiddel heel veel geld kost en als iedereen meteen het
middel gaat namaken, verdient de aanbieder de ontwikkel kosten niet terug en kunnen ze
ook niet in de ontwikkeling van nieuwe middelen investeren Het patent leidt ertoe dat
mensen wel willen investeren in het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen, maar het leidt
er ook toe dat in de begin periode het medicijn voor een hogere prijs wordt verkocht dan na
het patent is verlopen. Een aanbieder heeft hier meer macht dan de vrager, want hij is de
enige aanbieder. De aanbieder kan aan het begin alle macht en winst maximaliseren.

, - Monopsonie =
Meerdere aanbieders en maar 1 vrager, zoals de overheid. De overheid is soms vrager van
bepaalde dure medicijnen. Overheid onderhandelt en creëert zo macht.

In de meeste markten wisselt het tussen deze 3.



Gereguleerde concurrentie
Sinds 2006 is er het huidige zorgstelsel, deze zorgt voor meer marktwerking / competitie op de
zorgmarkt.

- Op de zorgverzekeringsmarkt, mag je als consument je verzekering zelf kiezen, je kan elk jaar
wisselen.
- Op de zorginkoop markt kan de verzekeraar er voor kiezen om niet met iedereen een
contract af te sluiten.
- Op de zorgverleningsmarkt kan de consument zelf kiezen naar welk ziekenhuis je gaat.


We hebben in de zorg niet een volledige concurrentie maar een gereguleerde concurrentie. Er is dus
wel meer marktwerking, maar er is nog steeds toezicht. De overheid zorgt nog steeds voor toezicht
op de waarborging van toegankelijkheid, kwaliteit en de betaalbaarheid van de zorg.

- Iedereen is verplicht zich te verzekeren (zo deel je de lasten/risico’s)
- Iedereen betaalt de zelfde premie. De premie mag niet afhangen van de gezondheid/leeftijd
van een persoon
- Zorgverzekeraar moet iedereen accepteren.

De zorg is dus geen volledig vrije markt, belangrijk is dat de kwaliteit, toegankelijkheid en
betaalbaarheid geborgd is.

Het doel van de gereguleerde marktwering is het prikkelen van zorgaanbieders en zorgverzekeraars
om beter hun best te doen.



Vraagcurve
 Hoe komt in de concurrerende markt de vraag tot stand.

Eerst kijken we naar de vraag naar goederen van consumenten en later naar de vraag naar
gezondheid en gezondheidzorg.

Gevraagde hoeveelheid van een goed is afhankelijk van :

1. Voorkeuren van consumenten (wat vind je prettig)
2. Het inkomen van de consumenten (hoeveel heb je te besteden)
3. De prijs van het goed en van andere relevante goederen

In de zorg spelen deze factoren ook een rol.

Definitie “vraag van een goed “ = De relatie tussen maximale gevraagde hoeveelheid en de prijs,
waarbij andere relevante factoren constant zijn. (je gaat er vanuit dat het inkomen en de voorkeuren
gelijk)

- = de ceteris paribus hypothesis

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottejdeflart. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61001 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.86  15x  sold
  • (2)
  Add to cart