Politiek en instellingen
Hoofdstuk 1: Een analyse van de verkiezingsresultaten van 26 mei 2019
A. Algemene conclusies
1. De vlottende kiezer
Vlottende kiezer: iemand die vaak van partij verandert & dus niet trouw blijft aan 1 partij tijdens
verschillende verkiezingen
Neemt meer en meer toe
4/10 (2019) veranderde van partij
20% was onbeslist tot de avond voor verkiezingen
Belang van verkiezingscampagnes neemt toe
Gericht op vlottende/onbesliste kiezer
Hebben verkiezingscampagnes nut? Laten de mensen zich door verkiezingscampagnes beïnvloeden en
welke aspecten? In hoeverre bepaalt sociale media de stem van vlotte kiezer?
Sociale media heeft invloed maar niet zo groot (10%) vooral op jongeren
Vooral mensen die stemmen voor radicale partijen laten zich beïnvloeden door sociale media
Vlaams Belang & PvdA: antipolitieke, anti-elite standpunten
Invloed op stemgedrag
- Stemtests gaat uiteindelijke uitslag tonen met misschien een andere partij waar je voor was
- Folders
- Opinion leaders: mening van vrienden/familie die meer kennen van familie die dan met jou in
discussie gaan
Conclusie: wat niets te maken heeft met de campagne kan kiezer beïnvloeden (vb. stemtests VRT)
2. De stem bepalende thema’s
Door welke thema’s liet de kiezer zich leiden?
Grote rol in verkiezingen mei 2019
1. Asiel en migratie
2. Pensioen en belastingen
3. Gezondheid en welzijn
3. Het verschil in stemgedrag tussen jongeren en ouderen
Grote meerderheid van nieuwe kiezers gestemd voor Vlaams Belang (radicaal)
Jongeren
- Vlaams Belang
- Groen: slecht resultaat ook al gingen mensen uit van een beter resultaat door klimaatmarsen
Oudere kiezers
- Eerder laten leiden door klassieke/traditionele partijen: partijen die al lang bestaan (ontstaan in
19de eeuw)
1
, o Christenen: CD&V (Vlaanderen) en CDH (Wallonië)
o Liberalen: Open VLD en MR
o Socialisten: VOORUIT (sp.a) en PS
4. De spectaculaire neergang van de traditionele partijen
Europese verkiezingen: traditional staan meer overeind dan verkiezingen in eigen land
VLAANDEREN
1950-1960: 80-85% stemden voor klassieke partijen voor christendemocraten (CVP = christelijk
volkspartij)
Sprak volk sterk aan
Haalt +- 50% van aantal stemmen in Vlaanderen
Anderen stemden oftewel voor liberalen of socialisten
Dat zorgde voor heel veel stabiliteit: christendemocraten regeerden ofwel met liberalen of socialisten ->
steeds 2 partijen ad macht en moesten ze maar met 2 een akkoord sluiten
Politiek systeem veel stabieler
Met de jaren gaat het minder
1970-1980: 70% stemden voor klassieke partijen: CVP kon beslissen of ze regeren met lib. of soc.
1988: CVP regeerden met soc. en namen kleinere partij erbij Volksunie (voorloper N-VA)
1990-2000: 60% van aantal stemmen -> moeilijk om een tweepartijencoalitie te vormen
Steun verminderde -> meer partijen waren nodig om regering te vormen en meerderheid te halen
2000: Ommekeer in politieke verhoudingen -> 3 partijen regeren: lib., soc. & groenen
Franstalige socialisten niet meer zelfde standpunten als Nederlandstalige
Niet meer met 3 partijen maar met 6: steeds Vlaamse en Waalse tegenhanger samen in regering
Eerste keer in 50 jaar werden christendemocraten van ‘troon’ verwijderd
CD&V: 15% (begon bij 50%) + Open VLD: 13% + VOORUIT: 10% = 38%
Aantal stemmen voor klassieke partijen verminderd van 85% naar 38% (zie kaart)
5. Het wantrouwen in de bestaande, traditionele politiek
Afkeer en wantrouwen van traditionele gevoerde politiek en in de algemene politiek
- Toename blanco kiezers (6%): kiezers die voor geen enkele partij/kandidaat stemmen
- Kiezers blijven thuis (10%): illegaal
Stemmen op radicale partijen, die stellen zich kritisch ten aandeel van het politiek systeem, is een uiting
van wantrouwen
- Radicaal-links (5%)
- Radicaal-rechts (18%)
= 39% van mensen hebben wantrouwen tegenover politieke systeem en het niet eens is met de wijze
waarop huidige politieke instellingen werken
Bedreiging voor parlementaire democratie
2
, 6. De dieperliggende/onderlinge oorzaken van het huidige stemgedrag
a. De individualisering en ontkerkelijking van de maatschappij
Toename wantrouwige stemmen in andere landen van Europa
Tweede helft jaren 1960: geleidelijke individualisering en ontkerkelijking in samenleving
1950-1960: 80% ging naar de kerk, huwde, gedoopt voor de kerk &n kinderen gingen naar kath. scholen
Zuil gebonden maatschappijen
Vb. wanneer je tot Chiro behoorde, kath. school stemde je bijna automatisch voor CVP
Verschillende zuilen: katholieke, socialistische, ...
Zelfstandig milieu: liberaals en gericht op individu
Arbeidersmilieu: christelijke/socialistische arbeidersbeweging
Nu: kiezer laat zijn stemgedrag niet alleen meer bepalen door familie maar nu door de individuele keuze
en grote zelfbeschikking; vb. stemtesten
Stemmen vanuit eigenbelang
Ondergang van klassieke partijen
Zij profiteerden zuil gebonden stemgedrag
Politiek bedrijven: tegemoetkomen aan res publica (openbare wet)
b. De tijdsgeest
Kenmerken van huidige tijdsgeest weergegeven door ouderen -> pessimistische kijk
= cultuurpessimisme: pessimistische houding op maatschappij waarin we leven
We leven in onzeker tijd met angst -> bij een deel van de bevolking
Drang naar verandering en vernieuwing
Hoe komt het dat mensen gedreven worden door angst en onzekerheid? Wij leven in welvaart
Oorzaken:
- Terreur; vb. Zaventem
- Migratiecrisis; vb. migranten kwamen massaal naar Europa
o Mensen hebben angst voor migratie (partijen spelen hierop in (eigen identiteit)):
1. Cultuur en levensbeschouwing: zou Europese cultuur overheersen
2. Lagere klasse zijn angstig voor verlies van sociale voordelen: ‘asielzoekers en
immigranten kunnen genieten van sociale woningen en wij verliezen onze
sociale voordelen omv immigratie’
3. Pensioen en sociale zekerheid behouden
- Toenemende armoede en verlies welvaart
- Onzekerheid omv toenemende concurrentie in Europa: China, … bedreigen welvaart in Europa
- Angst voor klimaat
- Angst voor mondialisering
- Snelheid van communicatie: ouderen hebben indruk dat ze niet meer mee kunnen (digitaal) ->
voelen zich onzeker
- Kloof tussen stad en platteland
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ikbenamber. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.