100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kennisbasis Nederlands met toetsgids stof $5.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Kennisbasis Nederlands met toetsgids stof

2 reviews
 155 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting voor de Kennisbasis toets Nederlandse Taal. Gemaakt van het boek basiskennis taalonderwijs. Alle toetsdoelen van 2020/2021 zijn erin verwerkt.

Preview 3 out of 26  pages

  • Yes
  • September 22, 2020
  • 26
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: huubnienhuis • 2 year ago

review-writer-avatar

By: wendydeboer010302 • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting Kennisbasis toets Nederlands
Domein 1 Mondelinge taalvaardigheid

Taalverwerving
Theorieën over taalverwerving
1. Behaviorisme
 Kinderen leren door imitatie, bootsen de taal na die ze in hun omgeving
horen. Daarnaast speelt goedkeuring van de ouders een belangrijke rol.
2. Creatieve constructietheorie
 Kinderen beschikken zelf over aangeboren taalvermogen en kunnen op een
creatieve manier hier zinnen mee bouwen.
Kind is in staat zelf de structuur te ontdekken in taal. Kinderen beginnen pas
vanaf 1 jaar met het produceren van taal omdat de hersenen er dan klaar voor
zijn.
3. Interactionele benadering
 Wordt het belang van het aangeboren taalleervermogen onderschreven
maar er wordt benadrukt dat het taalaanbod van de omgeving en de
interactie belangrijk is bij het leren van een taal.
Het taalaanbod moet worden afgestemd op de mogelijkheden van het kind.

Eerstetaalverwerving
 Fonologisch niveau= vormen van spraakklanken (ah, ah en buh, buh)
 Morfologisch niveau= manier waarop woorden gevormd worden, regels worden
eigen gemaakt (gevald, geloopt)
 Semantisch niveau= betekenis van woorden, ze leren niet in een keer de betekenis
van de woorden
 Syntactisch niveau= kinderen leren de regels die er zijn voor het combineren van
woorden. Er ontstaat een volledige zin.
 Pragmatisch niveau= kind maakt zich de regels eigen voor het gebruik van taal.

Wanneer een kind begint met spreken is het kind op alle niveaus tegelijk bezig.

Binnen het taalverwervingsproces onderscheiden we twee perioden:
1. De prelinguale periode (van 0 tot 1 jaar)
2. De linguale periode, die valt weer onder te verdelen in:
o De vroeglinguale periode (van 1 tot 2,5 jaar)
o De differentiatiefase (van 2,5 tot 5 jaar)
o De voltooiingsfase (van 5 tot 9 jaar)

Prelinguale periode
Kind spreekt zijn eerste woordjes. Kinderen produceren geluid maar geen taal, het zijn
onsamenhangende klanken (babababa).
Deze periode is belangrijk voor de taalontwikkeling, het is wel degelijk iets van
communicatie. Het begint al bij het huilen direct na de geboorte, zo weten ouders dat ze het
kind moeten voeden of wiegen.
Na een tijd beginnen kinderen zelf ook geluid te produceren, dit wordt vocaliseren genoemd.
Vervolgens worden de klanken gevarieerder en is er vocaal spel.

,Als laatste begint de fase van het brabbelen, klankgroepen worden herhaald.

Linguale periode
1. De vroeglinguale periode (van 1 tot 2,5 jaar)
Brabbelen gaat langzaam over naar betekenisvol taalgebruik.
In het begin zijn de woorden nog sterk gekoppeld aan een specifieke context. De
woorden worden vaak nog niet correct uitgesproken. Het spreekmechanisme is nog
niet zo ver ontwikkeld om alle klankcombinaties uit te spreken
Woorden gekoppeld aan gebeurtenis of actie. De fase van de eenwoordzin zit rond
het eerste levensjaar. Na een halfjaar komt bij de meeste kinderen de tweewoordzin,
dit is een enorme sprong in hun taalvaardigheid (mama zitten, mij hebben). Deze fase
wordt vrij snel gevolgd door de fase van de meerwoordzin.
2. De differentiatiefase (van 2,5 tot 5 jaar)
In deze fase begint het taalgebruik steeds meer op dat van een volwassene te lijken.
Het kind leert nu allerlei morfologische en pragmatische aspecten van taal. Ze leren
dat woorden van vorm kunnen veranderen en dat dit ook iets betekent. De
taalontwikkeling wordt gedifferentieerder vandaar de naam van de fase.
Deze fase valt voor een groot gedeelte samen met de kleuterleeftijd. Een kind krijgt
ruimtelijk inzicht, tijdsbesef en leert op een gedetailleerde manier waar te nemen.
Rond hun derde levensjaar leren ze functiewoorden te gebruiken, lidwoorden,
bijwoorden en voegwoorden.
Wanneer kinderen ten onrechte taalregels toepassen worden dat overgeneralisaties
genoemd (loopte, meegebrengt, gevald). Ook bedenken kinderen nieuwe niet
bestaande woorden, neoloismen, zoals timmer (voor hamer).
3. De voltooiingsfase (van 5 tot 9 jaar)
De processen uit de vorige fasen worden uitgebouwd. Op het gebied van morfologie
moet het kind nog veel leren, zoals de woorden in onregelmatige vormen (schepen
en glaasje).
Op syntactisch niveau is het lastig om langere zinnen te maken, ook het vormen en
begrijpen van passieve zinnen blijft lastig.
Op pragmatisch niveau zien we dat kinderen als volwaardige gesprekspartner gaan
functioneren. In deze fase is de taalontwikkeling niet meer zo ongedwongen als in de
vorige fases. School gaat zich bemoeien met de taalontwikkeling.

Tweedetaalverwerving
Wanneer iemand twee talen gelijktijdig leert heet dit simultane tweetaligheid. Wat veel
vaker voorkomt is successieve tweetaligheid, kinderen leren een tweede taal na een eerste
taal. Hierbij leert iemand de tweede taal met de kennis van de eerste taal. De tweede taal
wordt dan beïnvloed door de eerste taal. Er treden dan interfentiefouten op. Wil uitspreken
als wiel bijvoorbeeld. Een Turks kind gebruikt geen lidwoorden omdat die in het Turks niet
voorkomen.
Kinderen leren sneller een tweede taal dan volwassenen. Kinderen maken zich vrij snel het
Nederlandse klanksysteem eigen en nemen daarbij ook het accent over waar ze mee
opgroeien. Het leren van nieuwe woorden is vaak het grootste probleem omdat er geen
volledige overlapping van woorden is.

Spreek en luisterstrategieën

, Spreekstrategieën
Manier van spreken om een bepaald spreekdoel te bereiken.
Stappen voor het bepalen van een spreekstrategie:
 Oriënteren op de inhoud
 Doel en publiek bepalen
 Plannen
 Presenteren
 Reflecteren op doel en inhoud

Luisterstrategieën
 Globaal luisteren/begrijpend luisteren
Globaal volgen wat de spreker te vertellen heeft, begrip van de informatie.
Voorbereiding op begrijpend lezen in de kleutergroepen.
 Intensief luisteren
Alle details van het verhaal in je op te nemen, volledig beeld.
 Kritisch luisteren
Tijdens het luisteren ook een mening vormen.
 Gericht luisteren
Wanneer je geïnteresseerd bent in bepaald onderwerp luister je daar gericht naar.

Luistervaardigheden:
o Een beschrijving kunnen volgen
o Gevoelens en meningen begrijpen en waarderen
o Inhoud interpreteren en beoordelen
o Een uitleg volgen
o Een strategie van de spreker doorzien
o Passende feedback geven
o Vragen stellen

Spreek en luisterdoelen
Spreekdoelen/tekstdoelen:
1. Informeren  overbrengen feitelijke informatie
2. Amuseren  toehoorders te vermaken of te boeien
3. Instrueren  iets uitleggen of verduidelijken
4. Overtuigen  luisteraars overhalen bepaalde mening in te nemen

Luisterdoelen:
 Iets te weten willen komen
 Een bepaald gevoel willen
ondergaan
 Zich een mening willen vormen
 Een bepaalde handeling willen
uitvoeren
 Een spel mee willen spelen

Gesprekssoorten
Relatie tussen luisterdoelen en -strategieën.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Noa465303. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.41  2x  sold
  • (2)
  Add to cart