Pelikaan BV heeft een geplaatst aandelenkapitaal van nominaal € 2.000.000 dat volledig is geplaatst.
Lodewijk verricht de volgende transacties met betrekking tot aandelen in Pelikaan BV, waarbij alle
vermelde prijzen gelijk zijn aan die welke zouden gelden tussen willekeurige derden. Lodewijk had vóór
de eerste transactie geen aandelen in zijn bezit. De aandelen hebben een nominale waarde van € 1.000
per stuk.
Beschrijf de gevolgen voor de aanmerkelijkbelangheffing bij Lodewijk van de volgende gebeurtenissen:
Opgave 1a
3 januari 2018: Lodewijk koopt 100 aandelen voor € 2.000 per stuk.
Uitwerking
Pelikaan BV heeft 2.000 aandelen geplaatst, namelijk € 2.000.000 / € 1.000. Dit betekent dat Lodewijk
door zijn aankoop van 100 aandelen, nu een aanmerkelijk belang heeft 100/2.000 x 100% = 5% art.
4.6 sub a Wet IB.
Opgave 1b
1 maart 2018: Lodewijk verkoopt 20 aandelen voor € 2.500 per stuk aan B. Eind 2018 is de waarde
ongewijzigd ten opzichte van de waarde op 1 maart 2018.
Uitwerking
De verkoop levert een vervreemdingsvoordeel op van € 500 per aandeel, in totaal dus € 10.000. Na de
verkoop van de aandelen heeft Lodewijk geen aanmerkelijk belang meer (80/2.000 x 100% = 4%). Op
grond van art. 4.16 lid 1 sub g Wet IB is er voor de overgebleven 4% sprake van een fictieve vervreemding.
Aangezien het een fictieve vervreemding is, wordt de overdrachtsprijs gesteld op de waarde in het
economisch verkeer (art. 4.22 lid 1 Wet IB). Dit is € 2.500 per aandeel. Dit leidt tot een
vervreemdingsvoordeel van: 80 x (€ 2.500 – € 2.000) = € 40.000. Lodewijk heeft echter de mogelijkheid
om dit bedrag door te schuiven op grond van art. 4.40 Wet IB. In dat geval ontstaat een fictief aanmerkelijk
belang op de voet van art. 4.11 Wet IB.
Opgave 1c
19 december 2019: Lodewijk koopt 80 aandelen voor € 5.000 per stuk van C.
Uitwerking
Als Lodewijk de doorschuiffaciliteit van art. 4.40 jo. 4.11 Wet IB heeft toegepast, dan heeft Lodewijk, ook
na transactie 2, nog steeds een aanmerkelijk belang. Uit de casus volgt niet dat de nieuwe aandelen een
andere soort zijn. Art. 4.21 lid 2 Wet IB kan daarom worden toegepast. Aan de hand van dit artikel wordt
de verkrijgingsprijs van de aandelen gesteld op de gemiddelde verkrijgingsprijs.
Lodewijk had nog 80 aandelen die waren verkregen à € 2.000 per aandeel € 160.000
Lodewijk heeft 80 nieuwe aandelen gekocht à € 5.000 per aandeel € 400.000
De gemiddelde verkrijgingsprijs is: € 560. = € 3.500 per aandeel
, Als Lodewijk de doorschuiffaciliteit niet heeft toegepast, dan had Lodewijk na transactie 2 geen
aanmerkelijk belang meer. Door de aankoop van 19 december 2019 heeft hij opnieuw een aanmerkelijk
belang verworven. De verkrijgingsprijs wordt nu berekend aan de hand van art. 4.23 Wet IB. Dit artikel
zegt dat voor het gehele aandelenpakket de waarde in het economisch verkeer moet worden aanhouden.
Dit betekent dat alle 160 aandelen die Lodewijk nog in zijn bezit heeft, nu een waarde hebben van € 5.000
per aandeel.
Opgave 1d
19 december 2019: op dezelfde dag verkoopt Lodewijk het vruchtgebruik van 40 aandelen aan D voor
€ 3.000 per stuk.
Uitwerking
De vervreemding van het vruchtgebruik betekent een gedeeltelijke vervreemding van de in de aandelen
besloten liggende rechten (art. 4.12 sub b Wet IB). Omdat de transactie op dezelfde datum plaats vindt
als de derde, kun je uitgaan van een waarde in het economisch verkeer van € 5.000 per vol aandeel. Het
aan het vruchtgebruik toe te rekenen aandeel is de gemiddelde verkrijgingsprijs. Dit is € 3.000 / € 5.000 x
€ 3.500 = € 2.100 per aandeel art. 4.19 lid 1 Wet IB. Lodewijk realiseert derhalve een
vervreemdingsvoordeel van: (€ 3.000 x 40) – (€ 2.100 x 40) = € 120.000 – € 84.000 = € 36.000.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tax-student. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.