Samenvatting boek ‘Zo maak je een verpleegplan’
STAP 1: VOOR WELK MODEL KIES JIJ?
Theorieën
Een verpleegkundige theorie heeft altijd vier elementen:
1. verplegen (als actie)
2. de zorgvrager (als persoon)
3. de omgeving van de verpleegkundige in interactie met de zorgvrager
4. gezondheid als doel
Verpleegkundige theorieën hebben als doel het beschrijven en verklaren van de
verpleegkundige praktijk. Er zijn grote en kleine vpk theorieën. Grote (grand theory) geeft
over het algemeen antwoord op de vraag hoe er verpleegd moet worden. Nadeel hiervan is
dat het abstract en algemeen gesteld is.
Er zijn ‘hoe’ theorieën (hoe deel je je werk in, wat heeft voor jou prioriteit) en ‘wat’ theorieën
(helpen bij het kiezen en formuleren van de juiste problemen, doelen en interventies).
Modellen
Helpen ingewikkelde situaties te begrijpen. Vereenvoudigt de werkelijkheid.
Model van Orem: verduidelijkt de zelfzorgactiviteiten van de mens.
Sunrise model van Leininger: de gezondheidszorg en verpleegkundigen moeten kennis
hebben van de culturele achtergrond van de betrokkenen.
Zorgpaden
Zijn bedoeld om zorgprocessen te optimaliseren. Zorg moet van begin tot eind goed
georganiseerd worden; Werk van verschillende disciplines en afdelingen moet goed op
elkaar afgestemd worden. ---> doel: hogere efficiëntie en kostenbesparing
Classificatiesystemen maken het mogelijk om informatie makkelijk te ordenen.
Marjory Gordan heeft een systeem ontwikkeld met 11 functionele gezondheidspatronen:
1. Gezondheidsbeleving en instandhouding
Wat vindt de zorgvrager van zijn gezondheid? Hoe zorgt de zorgvrager voor zijn
gezondheid?
---> beleving + gezondheidsgedrag (preventie van ziekte, gezondheidsbevorderende
activiteiten doen, opvolgen van medische voorschriften en meewerking nazorg)
2. Voeding/stofwisseling
Omvat de opname van vocht en voedsel in verhouding tot de fysiologische behoefte.
vb. eet/drinkpatronen, dagelijkse eettijden, soorten en voedselvoorkeuren, gebruik van
vitamines en voedingssupplementen.
3. Uitscheiding
Omvat de uitscheidingsfunctie van de darmen, blaas en huid.
Heel breed. Gaat o.a. over de kwaliteit, frequentie, regelmaat van de uitscheiding. Ook het
gebruik van laxantia en hulpmiddelen zoals katheters en stoma-artikelen vallen hieronder.
De afvalverwerking van een huishouden kan zelfs hiertoe behoren.
4. Activiteiten
Omvat het geheel aan lichaamsbeweging, ontspanning, recreatie en vrijetijdsbesteding.
, Factoren die dit kunnen belemmeren worden hierin ook genoemd. Maakt ook uit of je de
activiteiten alleen of samen met iemand doet.
5. Slaap/rust
Omvat het patroon van perioden van slaap, rust en ontspanning verspreid over 24u. Hiertoe
horen ook de kwaliteit en kwantiteit van de slaap en rust, eventuele hulpmiddelen om te
kunnen slapen en de hoeveelheid energie die iemand hierdoor heeft.
6. Waarneming/cognitie
Omvatten de zintuiglijke waarneming en de cognitieve functies. Hiertoe behoren:
- de kwaliteit van zintuiglijke waarnemingen
- prothesen/hulpmiddelen
- pijnzin + omgang met pijn
- taalvermogen
- oordeelvermogen
- besluitvorming
7. Zelfbeleving
Hoe ziet de persoon dit zelf? Ideeën van persoon zelf, beleving van eigen vaardigheden,
zelfbeeld, eigen identiteit, gevoel van eigenwaarde, emoties, lichaamshouding, motoriek,
oogcontact, stem en spraakgebruik.
8. Rollen/relatie
Omvat de rollen en verantwoordelijkheden van de zorgvrager die hij/zij heeft in zijn
leefsituatie en familie-, werk-, en sociale relaties. Ook de tevredenheid van de zorgvrager en
de verstoringen van het patroon komen aan bod.
9. Seksualiteit/voortplanting
Omvat seksuele relaties, seksualiteitsbeleving en het voortplantingspatroon. Mate van
(on)tevredenheid en eventuele subjectieve beleving/problemen valt hier ook onder. Voor
vrouwen vallen vruchtbaarheid, premenopauze, overgang en postmenopauze en eventuele
subjectieve problemen hier ook nog onder.
10. Stressverwerking
Omvat de manier waarop iemand in het algemeen met problemen en stress omgaat. Dus
ook steun zoeken, ergens mee dealen, een persoonlijke crisis doorstaan en het subjectieve
vermogen om macht uit te oefenen over een situatie.
11. Waarden/overtuiging
Heeft betrekking op waarden, normen, doelstellingen en overtuigingen. Op basis waarvan
maakt iemand een keuze of beslissing? Wat vindt iemand belangrijk in het leven? Botsen er
bepaalde normen, overtuigingen of verwachtingen ten aanzien van de gezondheid die in zijn
beleving botsen?
In verpleeghuizen en in de ouderenzorg wordt informatie vaak geordend d.m.v. SAMPC die
staan voor verschillende levensdomeinen:
S Somatisch Stoornissen in kracht, mobiliteit,
coördinatie, tonus, balans, conditie,
gevoel, blaas- en rectumfunctie, seksuele
functie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kayleighbenschop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.