Studie van de vertebraten en algemene anatomie van de huisdier (G000718)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
LET OP: deze samenvatting is ondertussen verouderd en mist een aantal nieuwe onderwerpen !!!
Samenvatting van SVAA (prof. Cornillie) 2de semester. Omvat: alle dikgedrukte woorden in de cursus, tekeningen uit de les aangevuld met tekeningen uit de atlas (denk aan andere aanzichten/diersoorten) m...
studie van de vertebraten en algemene anatomie van de huisdieren
ugent
Written for
Universiteit Gent (UGent)
Bachelor in de Diergeneeskunde
Studie van de vertebraten en algemene anatomie van de huisdier (G000718)
All documents for this subject (30)
5
reviews
By: laurademunck16 • 6 months ago
Translated by Google
The summary is not complete (almost everything about the integument is missing, the bird's reproductive system, etc.), but it still provides a very nice overview of the large amount of subject matter.
De rechternier ligt meer craniaal dan de linkernier en laat
een afdruk achter op de processus caudatus van de lever.
De ureter volgt het lig. vesicae laterale om uit te monden
R L in de plica ureterica. De ureter ligt retroperitoneaal,
omgeven door vet, tegen de psoas spieren aan.
De nieren liggen retroperitoneaal en zijn ingebed in een
vetkapsel (capsula adiposa). Deze verdwijnt enkel bij
uitmergeling (cachexie). Ze zijn omgeven door een
bindweefselig nierkapsel (capsula fribrosa). Bij gezonde
dieren kan je dit kapsel er af pellen.
Een lege blaas ligt intrapelvien. Een volle blaas kan tot aan
de maag reiken en door de druk van de blaasinhoud
worden ureters bij hun trajcect doorheen de blaaswand
ook dichtgedrukt, zodat geen verdere urine kan
doorvloeien naar de reeds overvolle blaas.
De gladde spierwand van de urineblaas wordt in zijn
geheel de m. detrusor vesicae genoemd. Deze zorgt voor
het ledigen van de blaas bij de mictio (urinelozing).
• De hersenen, het hart en de nieren hebben geen
collateraal circulatie
caudaal
Het kapsel van Bowman (2.) zit omheen het
glomerulum (1.) en vangt alles op dat uit het
bloedvat komt, behalve albumine. Wat gefilterd
is wordt terug geresorbeerd tijdens de passage
door de tubulus contortus en de lis van Henle
(4.). De lis van Henle zorgt voor het
concentreren van de urine. De bloedvaten
nemen de stoffen terug op via diffussie /
osmose. De ontstane urine wordt afgevoerd
naar de verzamelbuis, de ductus colligens (5.)
die eindigt in de ductus papillaris (6.).
• (7.) cortex
• (8.) medulla
, 1. calix De buitenste cortex renis (nierschors) omsluit de nier. Centraal
2. papil bevindt zich de medulla renis (mergzone). Deze bevat
3. medulla niertubuli voor resorptie en afvoerbuisjes voor de
4. cortex geproduceerde urine. Deze monden beide uit in de papilla
5. a. arcuata renalis. De calix renalis (nierkelk) omgrijpt de papilla en vangt
6. a. interlobares zo de urine op en sluist dit vervolgens door naar de ureter.
unipapillaire nier
1. crista renalis Inwendig zijn de renculi versmolten. De
2. recessus terminalis medulla eindigen allemaal op één kam, de
3. pelvis renalis crista renalis. Bij het paard wordt de pelvis
4. cortex renalis verlengt met een recessus terminalis.
5. medulla • Paard, kat, hond, schaap en geit.
multilobaire nier
Individuele renculi kunnen nog onderscheiden worden bij een multilobaire
nier. De nier heeft daarom een druiventros vormig uitzicht. Dieren die hun
urine sterk concentreren hebben dit type nier.
• Beer en zeezoogdieren (walvissen en dolfijnen).
multipapillaire nier – met oneffen oppervlak
Meerdere renculi (maar niet alle) zijn vergroeid tot één lob, wat dit type nier
zijn gelobte oppervlak geeft. Binnenin zijn de individuele renculi te
onderscheiden door columnae renales (nierzuilen). In de diepte versmelten
de mergzones van één cluster en eindigen ze samen in een enkele papil.
• Rund.
multipapillaire nier – met effen oppervlak
De renculi zijn hier wel vergroeid aan het oppervlak. De papillen zijn
echter niet versmolten en columnae renales komen voor. De afvoerwegen
van de verschillende calixen (calices minores) lopen uit tot een grotere
calix (calices majores). Deze loopt vervolgens uit in het nierbekken. Het
nierbekken vult, samen met de bij behorende bloedvaten en wat
omgevend bindweefsel de sinus renalis op, een diepe uitholling in de nier
aan de zijde van nierhilus
• Varken, mens.
, Linkernier van het rund is los opgehangen
(te wijten aan ontwikkeling van de
voormagen) en naar rechts verplaatst, haar
laterale rand is naar ventraal gekanteld. Ze
kan bij rectale palpatie aangetroffen
worden in de mediaanlijn, ventraal van de
grote bloedvaten, vaak opgehangen aan
een kort maar breed meso.
hond rund
bijnier (glandula adrenalis)
Een endocrien orgaan opgebouwd uit bijnierschors (cortex) – bleek van kleur
en bijniermerg (medulla) – zeer donker van kleur. Het zijn ongeregelmatig
gevormd, parig aangelegde, gele tot bruine organen, ingebed in
retroperitoneal vet, die in de buurt van de craniale pool van de ipsilaterale nier
kunnen worden teruggevonden. Ze worden bevloeid door meerdere arteriën
die langs verschillende kanten de bijnier binnendringen. Een enkele, centrale
bijniervene verlaat die bijnier via een onduidelijk omschreven hilus.
de nieren bij vogels
De nieren bij vogels reiken van de longen tot het einde van het
bekken. Ze liggen diep in de fossae renales. Ze zijn omgeven
door divertikels van de buikluchtzak (i.p.v. een capsula
adiposa). Ze zijn wel bedekt met het capsula fibrosa en heb
hebben geen nierbekken of -kelken. Ze beschikken over een
poortadersysteem. Het bloedt wordt via een vene door de
nieren verspreidt. Vanaf het achterste lidmaat kom de vena
iliaca externa (4.) ventraal van de nier toe en splits op in de
vena portae renalis cranialis (2.) en caudalis (3.). Deze passeren
de tubuli maar niet de glomeruli (en verliezen zo dus geen
vocht). Hierdoor is extra resorptie mogelijk. Via de vv. renales
(1.) wordt het bloed afgevoerd. Tussen vv. renales en v. portae
renalis is een shunt (5.) aanwezig, hier komt een klep in voor -
> valvula portalis renalis. Normaal is deze gesloten maar bij
verhoogde vraag naar bloed wordt de klep geopend en kant
het bloed vanuit het achterbeen rechtstreeks naar de
lichaamscirculatie gestuurd worden, zonder de nier te
passeren.
, testis - orchis
1. tunica albuginea Arteria testicularis en vena
2. mediastinum testis testicularis draaien om
3. rete testis elkaar heen = plexus
4. ductuli efferentes pampini formis. Dit werkte
5. caput epididymidis als warmte wisselaar. Deze
6. epididymis is opgehangen de
7. caput epididymidis buikwand door middel van
8. lig. testis proprium plica vasculosa.
9. mesorchium
10. lig. caudae epididymidis
11. ductus deferens
1. huid De tunica vaginalis
2. tunica dartos (peritoneum) is bekleed
3. fascia spermatica externa met het fascia spermatica
4. fascia spermatica interna interna & externa. Dit
5. mesorchium bestaat uit lamellen
6. m. cremaster waardoor de testis kan
7. testis schuiven en opgetrokken
8. epididymus worden. De binnenzijde
9. ductus deferens van de huid is bedekt met
10. lamina visceralis bind- en spierweefsel ->
11. lamina parietalis tunica dartos. Dit kan
10. + 11. = tunica vaginalis samentrekken – dit is
12. mesepididymis onwillekeurig en
13. mesoductus deferens temperatuurafhankelijk.
14. raphe scroti
De zaadstreng (funiculus spermaticus) is een stevige streng die in het canalis vaginalis gelegen is en bestaat uit alle
leidingen die naar en van de testis komen. De zaadstreng begint vanaf de extremitas capitata van de testis en loopt
door het lieskanaal tot aan de anulus vaginalis. De zaadstreng omvat de ductus deferens en een zware
neurovasculaire streng die bestaat uit de arteria testiculairs, vena testicularis, kleine lymfevaten en fijne zenuwen. De
zaadstreng is over haar gehele traject bekleed door het viscerale blad van de tunica vaginalis en is via een korte
mesofuniculus verbonden met het pariëtale blad van tunica vaginalis.
,accessoire geslachtsklieren
1. blaas – vesica urinaria De ductus deferens mondt
2. ureter uit in de colliculus seminalis.
3. lig. vesicae lateralis Door aanwezigheid van
4. ampulla ductus deferentis klieren is het uiteinde van de
5. ductus deferens ductus deferens gelegen in
6. uterus musculinus de plica genitalis, verdikt tot
7. plica genitalis een ampulla ductus
8. glandulae vesiculares deferentis. De plica genitalis
9. prostata insereert op het lig. vesicae
- corpus laterale en is de scheiding
- pars disseminata tussen excavatio
10. urethra pars pelvina vesicogenitalis en excavatio
11. m. urethralis rectogenitalis.
12. glandulae bulbourethrales
De zaadblaasjes liggen in de plica genitalis en monden uit op de
colliculus seminalis. Omheen de prostata pars disseminata zit de m.
urethralis (voor ritmische beweging, ejaculatie en klieren legen. De
bulbourethrale klieren produceren een waterig secreet (voorvocht
om de urethra te spoelen en zuur milieu te neutraliseren). * bij het
varken en de herkauwers monden ze uit in de hier aanwezige
recessus urethralis.
De radix penis bestaat uit een linker schenkel en rechter schenkel (crus penis (3.)) die
zeer stevig vast zitten op de arcus ischiadicus. Beide crura zijn caudaal herbergen de
aanzet van het initieel parig aangelegde zware zwellichaam dat instaat voor de
erectie (corpus cavernosum) Ze zijn bedekt door de zware m. ischiocavernosus (4.).
Tussen beide crura ligt de bulbus penis (2.) die de verdikte aanzet vormt van het
corpus spongiosum. De bulbus penis is bedekt met de m. bulbospongiosus
1. tunica albuginea
a. b. 2a. corpus cavernosum (caverneus)
2b. corpus cavernosum (fibreus)
3. bloedvaten
4. urethra pars penina
5. corpus spongiosum
6. m. urethralis (m. bulbospongiosus)
7. m. retractor penis
8. v. dorsalis penis
9. a. dorsalis penis
caverneus fibro-elastisch
Bij het caverneuze type (hengst, vleeseters) overweegt het aantal cavernen. De erectie heeft vooral plaats door
toevoer van een grote hoeveelheid bloed.
Bij het fibreuze type (herkauwers, varken) bevatten de zwellichamen veel bindweefsel trabekels en relatief
weinig bloedruimten. Toch is ook hier bloedtoevoer eveneens essentieel voor het tot stand komen van de
erectie. De erectie en relaxatie verlopen vlugger dan bij het caverneuse type omdat de bloeddruk sneller stijgt
in de cavernen. De lengtetoename van de penis gebeurt door het verstrijken van de flexura sigmoidea penis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pennydgk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.