100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Gezonde en zieke cellen I | week 1 | 63 oefenvragen met antwoorden $3.26   Add to cart

Answers

Gezonde en zieke cellen I | week 1 | 63 oefenvragen met antwoorden

3 reviews
 258 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

63 oefenvragen met antwoorden over de stof uit alle onderwijsvormen van week 1 van gezonde en zieke cellen I.

Last document update: 1 year ago

Preview 3 out of 23  pages

  • September 26, 2020
  • October 18, 2023
  • 23
  • 2020/2021
  • Answers
  • Unknown

3  reviews

review-writer-avatar

By: meriamkhalil • 1 year ago

review-writer-avatar

By: pwhpeters • 3 year ago

Translated by Google

Some questions did not belong to this block GZC1

review-writer-avatar

By: pwhpeters • 3 year ago

Translated by Google

Representative for GZC1

avatar-seller
GZC I week 1 → vragen




Voorstudie 1

1. Het massagetal van een atoom wordt bepaald door 
a. het aantal neutronen en elektronen
b. het aantal neutronen en protonen
c. het aantal protonen
d. het aantal protonen en elektronen

2. Welke stelling is onjuist?
a. Waterstof en zuurstof zijn in grotere mate aanwezig in het menselijk
lichaam dan in de aardkorst.
b. Stikstof en koolstof zijn in grotere mate aanwezig in het menselijk lichaam
dan in de aardkorst.
c. Aluminium en Silicium zijn niet aanwezig in het menselijk lichaam.
d. Calcium is in grotere mate aanwezig in de aardkorst dan in het menselijk
lichaam.

3. Koolstof, waterstof, stikstof en zuurstof vormen  % van de celmassa.
a. 24
b. 85
c. 96
d. 73

4. 70% van de cel bestaat uit 
a. eiwitten
b. cytoplasma
c. waterstof
d. water

5. 50% van de droge celmassa bestaat uit 
a. suikers
b. eiwitten
c. koolstof
d. fosfor




GZC I → week 1 → vragen → 1

,6. Welke stelling is juist? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
⬜ Vetzuren zijn energierijker dan suikers.

⬜ De essentiële functie van suikers is fosfolipiden vormen.

⬜ Suikers spelen geen rol bij opslaan en vrijmaken van energie.

⬜ Vetzuren bevatten een hydrofiele kop en een hydrofobe staart.



7. Welke kracht is het sterkst?
a. Vanderwaalskracht
b. Waterstofbruggen
c. Atoombindingen
d. Elektrostatische aantrekking

8. 4 niet-covalente verbindingen tussen macromoleculen kunnen de
macromoleculen bij elkaar houden tijdens zogenaamde thermal motion.
a. Juist
b. Onjuist

9. Niet-covalente verbindingen tussen verschillende regio’s van een eiwit leiden
tot 
a. een flexibelere ketting
b. meer gebonden subunits
c. de unieke vorm van een eiwit
d. verlies van biologische activiteit




GZC I → week 1 → vragen → 2

, Zelfstudie 1

10. Welke krachten veroorzaken de vouwpatronen in α-helices en β-platen?
a. Waterstofbruggen
b. Covalente verbindingen
c. Hydrofobe krachten
d. Geen van de bovenstaande

11. Welke stelling is juist? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
Als een eiwit de vorming of verbreking van een covalente verbinding in een
ligand katalyseert,  .
⬜ noemen we het eiwit een enzym

⬜ noemen we het ligand een subunit

⬜ noemen we het eiwit een polypeptide of polypeptideketen

⬜ noemen we het ligand een substraat



12. Welke stelling is onjuist?
a. Allosterische regulatie kan plaatsvinden door nucleotidebinding en
fosforylering.
b. Allosterische regulatie kan alleen de vorm van een enzym beïnvloeden.
c. Allosterische regulatie door nucleotidebinding werkt snel.
d. Voor fosforylering is één aminozuur aan het oppervlak van een eiwit
voldoende.

Hoorcollege 1 en 2

13. Aminozuren, eiwitten, DNA en RNA zijn macromoleculen.
a. Juist
b. Onjuist

14. Wanneer is een element inert?
a. Als het makkelijk covalente bindingen aangaat
b. Als de elektronenschillen volledig gevuld zijn
c. Als het een mattrijsstreng heeft
d. Als het apolaire stoffen verdrijft

15. Op welk niveau bevinden α-helices en β-platen zich?
a. De secundaire structuur
b. De tertiaire structuur
c. De quaternaire structuur
d. Eiwitcomplexen




GZC I → week 1 → vragen → 3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanannaveld. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26  4x  sold
  • (3)
  Add to cart