COMPLETE TEST BANK: ESSENTIAL CELL BIOLOGY 5TH EDITION ALBERTS [ CONTAIN ANSWER KEY Questions with 100% correct Answer.
All for this textbook (62)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Geneeskunde
Gezonde en zieke cellen I
All documents for this subject (49)
3
reviews
By: meriamkhalil • 1 year ago
By: pwhpeters • 3 year ago
Translated by Google
Some questions did not belong to this block GZC1
By: pwhpeters • 3 year ago
Translated by Google
Representative for GZC1
Seller
Follow
daanannaveld
Reviews received
Content preview
GZC I week 1 → vragen
Voorstudie 1
1. Het massagetal van een atoom wordt bepaald door
a. het aantal neutronen en elektronen
b. het aantal neutronen en protonen
c. het aantal protonen
d. het aantal protonen en elektronen
2. Welke stelling is onjuist?
a. Waterstof en zuurstof zijn in grotere mate aanwezig in het menselijk
lichaam dan in de aardkorst.
b. Stikstof en koolstof zijn in grotere mate aanwezig in het menselijk lichaam
dan in de aardkorst.
c. Aluminium en Silicium zijn niet aanwezig in het menselijk lichaam.
d. Calcium is in grotere mate aanwezig in de aardkorst dan in het menselijk
lichaam.
3. Koolstof, waterstof, stikstof en zuurstof vormen % van de celmassa.
a. 24
b. 85
c. 96
d. 73
4. 70% van de cel bestaat uit
a. eiwitten
b. cytoplasma
c. waterstof
d. water
5. 50% van de droge celmassa bestaat uit
a. suikers
b. eiwitten
c. koolstof
d. fosfor
GZC I → week 1 → vragen → 1
,6. Welke stelling is juist? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
⬜ Vetzuren zijn energierijker dan suikers.
⬜ De essentiële functie van suikers is fosfolipiden vormen.
⬜ Suikers spelen geen rol bij opslaan en vrijmaken van energie.
⬜ Vetzuren bevatten een hydrofiele kop en een hydrofobe staart.
7. Welke kracht is het sterkst?
a. Vanderwaalskracht
b. Waterstofbruggen
c. Atoombindingen
d. Elektrostatische aantrekking
8. 4 niet-covalente verbindingen tussen macromoleculen kunnen de
macromoleculen bij elkaar houden tijdens zogenaamde thermal motion.
a. Juist
b. Onjuist
9. Niet-covalente verbindingen tussen verschillende regio’s van een eiwit leiden
tot
a. een flexibelere ketting
b. meer gebonden subunits
c. de unieke vorm van een eiwit
d. verlies van biologische activiteit
GZC I → week 1 → vragen → 2
, Zelfstudie 1
10. Welke krachten veroorzaken de vouwpatronen in α-helices en β-platen?
a. Waterstofbruggen
b. Covalente verbindingen
c. Hydrofobe krachten
d. Geen van de bovenstaande
11. Welke stelling is juist? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
Als een eiwit de vorming of verbreking van een covalente verbinding in een
ligand katalyseert, .
⬜ noemen we het eiwit een enzym
⬜ noemen we het ligand een subunit
⬜ noemen we het eiwit een polypeptide of polypeptideketen
⬜ noemen we het ligand een substraat
12. Welke stelling is onjuist?
a. Allosterische regulatie kan plaatsvinden door nucleotidebinding en
fosforylering.
b. Allosterische regulatie kan alleen de vorm van een enzym beïnvloeden.
c. Allosterische regulatie door nucleotidebinding werkt snel.
d. Voor fosforylering is één aminozuur aan het oppervlak van een eiwit
voldoende.
Hoorcollege 1 en 2
13. Aminozuren, eiwitten, DNA en RNA zijn macromoleculen.
a. Juist
b. Onjuist
14. Wanneer is een element inert?
a. Als het makkelijk covalente bindingen aangaat
b. Als de elektronenschillen volledig gevuld zijn
c. Als het een mattrijsstreng heeft
d. Als het apolaire stoffen verdrijft
15. Op welk niveau bevinden α-helices en β-platen zich?
a. De secundaire structuur
b. De tertiaire structuur
c. De quaternaire structuur
d. Eiwitcomplexen
GZC I → week 1 → vragen → 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanannaveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.